Gerund

Gerund
Grammar
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Gerund
Grammar

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  1. Ik weet wat een gerund is.

  2. Ik kan een gerund in een zin gebruiken.

Slide 2 - Diapositive

Zet het werkwoord in de juiste vorm:
I look forward to ... (meet) you.

Slide 3 - Question ouverte

Zet het werkwoord in de juiste vorm:
... (read) is not my favourite hobby.

Slide 4 - Question ouverte

Zet het werkwoord in de juiste vorm:
You should stop ... (eat), or you'll get a stomache ache.

Slide 5 - Question ouverte

Zet het werkwoord in de juiste vorm:
... (criticise) others is easy, but remember to take a look at yourself.

Slide 6 - Question ouverte

Zet het werkwoord in de juiste vorm:
He spends a lot of time ... (play) games.

Slide 7 - Question ouverte

Let op!
Vul bij de volgende vragen geen verkorte vormen in
dus geen is not, maar is not

Slide 8 - Diapositive

Vertaal het zinsdeel tussen haakjes:
We ... (genieten van het fietsen) through the woods.

Slide 9 - Question ouverte

Vertaal het zinsdeel tussen haakjes:
It ... (het heeft geen zin om te vertellen) the teacher; he never does anything.

Slide 10 - Question ouverte

Vertaal het zinsdeel tussen haakjes:
She ... (stopte met het doen) her homework, because she hated school.

Slide 11 - Question ouverte

Vertaal het zinsdeel tussen haakjes:
My father ... (vindt het niet erg om te koken) every night; it's one of his favourite things.

Slide 12 - Question ouverte

Vertaal het zinsdeel tussen haakjes:
... (Blijf zo doorgaan) on like that and I'll slap you in the face.

Slide 13 - Question ouverte

Snap je dit onderdeel?
Ga verder met je weektaak (zie de werkwijzer op It's Learning)

Slide 14 - Diapositive

Wat gaan we bekijken?
  • Wat een gerund is.

  • Wanneer je een gerund moet gebruiken.

Slide 15 - Diapositive

Gerund
Kijk naar de volgende voorbeelden. Wat komt in elke zin terug?
(Denk verder dan: onderwerp, persoonsvorm, etc.)
  • It's no use telling her what happened, she'll never believe you.
  • It started raining the moment we stepped outside.
  • You should avoid going there alone.
  • We finished eating hours ago.
  • Listening to music while studying can be helpful.
  • He stopped smoking when he was twenty years old.
  • I look forward to seeing you again!

Tip
Is er een bijvoorbeeld een bepaalde vorm die constant terug komt?

Slide 16 - Diapositive

Wat kwam in elke zin terug?

Slide 17 - Question ouverte

Gerund
De -ing vorm van het werkwoord, oftewel: een gerund!
It's no use telling her what happened, she'll never believe you.
It started raining the moment we stepped outside.
You should avoid going there alone.
We finished eating hours ago.
Listening to music while studying can be helpful.
He stopped smoking when he was twenty years old.
I look forward to seeing you again!

Slide 18 - Diapositive

Gerund
De gerund is het werkwoord met -ing erachter. 
Echter in de zinnen hieronder is het geen werkwoord, maar een zelfstandig naamwoord
It's no use telling her what happened, she'll never believe you.
It started raining the moment we stepped outside.
You should avoid going there alone.
We finished eating hours ago.
Listening to music while studying can be helpful.
He stopped smoking when he was twenty years old.
I look forward to seeing you again!

  • te vertellen
  • te regenen
  • om alleen te gaan 
  • met eten
  • het luisteren, het studeren
  • met roken
  • te zien

Slide 19 - Diapositive

Ik snap wat een gerund is.
Ja
Nog niet helemaal, maar heb geen hulp nodig.
Nog niet helemaal en wil graag hulp.
Ik snap er helemaal niets van.

Slide 20 - Sondage

Gerund
De gerund kun je op de volgende manieren gebruiken:

Als onderwerp
Listening to her is very boring.
Working hard is important.
Learning maths is difficult.
Reading books entertains her.
Als lijdend voorwerp
She stopped smoking years ago.
I enjoy watching movies a lot.
I hate waking up early.
Do you mind taking out the trash?
Na voorzetsels
I look forward to meeting you.
She's responsible for making this mess.
What was her reaction on hearing that?
He told the joke without laughing.

Let op: dit geldt niet bij het werkwoord have to:
We always have to do it ourselves.
Bij bepaalde uitdrukkingen
I can't help forgetting everything.
We can't stand not knowing the answers.
It's no use telling her the truth.
They are used to doing it themselves.
It's worth watching that movie.
There's no denying that band is the best in the world.



Slide 21 - Diapositive

Werkwoorden waar de gerund vaak als lijdend voorwerp bij voorkomt zijn:
  • Avoid (vermijden): You should avoid going through the woods alone.
  • Enjoy (genieten): I don't care, because I enjoy cycling through the woods by myself.
  • Fancy (leuk vinden): He fancies drinking a lot after he has finished cycling.
  • Feel like (zin hebben in): However, today he doesn't feel like drinking.
  • Finish (eindigen): He stayed at home, because he said he wanted to finish reading his book.
  • Hate (haten): Which is strange, because I know he hates reading.
  • Imagine (inbeelden): Imagine lying to your friends!
  • Keep (blijf iets doen): Keep doing that and you'll lose them all!
  • Like (leuk vinden): They won't like hearing all those lies all the time.
  • Love (houden van): In fact, everyone loves hearing the truth.
  • Mind (erg vinden): However, some people actually don't mind hearing a white lie.
  • Practise (oefenen): If you want to be a good liar, you should practice telling lies every day.
  • Prefer (liever hebben): I, for one, prefer knowing the truth.
  • Spend time (tijd spenderen): I spend a lot time trying to find out the truth.
  • Stop (stoppen met): Maybe I should stop hanging around with liars.
  • Suggest (voorstellen): I suggest leaving those people behind and going on with your life.

Slide 22 - Diapositive

Let op!
Vul bij de volgende vragen geen verkorte vormen in
dus geen didn't, maar did not

Slide 23 - Diapositive

Vertaal het zinsdeel tussen haakjes:
I ... (vind het niet erg om te fietsen) to school every day.

Slide 24 - Question ouverte

Vertaal het zinsdeel tussen haakjes:
We ... (kijken er naar uit om te zien) you next February.

Slide 25 - Question ouverte

Vertaal het zinsdeel tussen haakjes:
She ... (geniet er van om te drinken) with her friends when the sun shines.

Slide 26 - Question ouverte

Vertaal het zinsdeel tussen haakjes:
My father ... (is er aan gewend om te werken) alone, but he is also a teamplayer.

Slide 27 - Question ouverte

Vertaal het zinsdeel tussen haakjes:
I ... (kan het niet helpen te willen) to know everything; I am just a curious George.

Slide 28 - Question ouverte

Ik kan de gerund op de juiste manier in een zin toepassen.
Ja
Nog niet helemaal, maar heb geen hulp nodig.
Nog niet helemaal en wil graag hulp.
Ik snap er helemaal niets van.

Slide 29 - Sondage