H1 HV1 REP par 1-2-3-4: Iran

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

 

REP H1: Iran

Lees de vragen goed en check voordat je de toets inlevert of je alle vragen gemaakt hebt. 

Succes!

Schrijf 2 kenmerken van het oude gedeelte van Teheran.

Geef 2 andere kenmerken van de buitenwijken ( mag dus niet het tegenovergestelde zijn van de vorige vraag)

Omchrijf 2 duidelijke verschillen tussen de Nederlandse en de Iraanse cultuur

Wat is cultuur?

Wenen in Oostenrijk ligt op:

1. 48° ZB en 16° WL
2. 48° NB en 16° OL
3. 38° NB en 26° OL
4. 33° ZB en 16° OL

De coördinaten: 60° NB en 25° OL zijn van de volgende stad:

1. Oslo
2. Helsinki
3. Stockholm
4. Sint Petersburg

Geef aan of de relatieve afstand toe - of afneemt:
Aan het begin van de vakantie is het altijd druk op de snelweg.

1. relatieve afstand neemt toe
2. relatieve afstand neemt af

Geef aan of de relatieve afstand toe - of afneemt:
Door sneeuwval is het grootste deel van de route slecht begaanbaar.

1. relatieve afstand neemt toe
2. relatieve afstand neemt af

Geef aan of de relatieve afstand toe - of afneemt:
De wielrenner neemt geen pauze, maar fiets in één keer door.

1. relatieve afstand neemt toe
2. relatieve afstand neemt af

Welk onderdeel heeft GEEN invloed op de relatieve afstand

1. Geld
2. Tijd
3. Moeite
4. Ligging

De relatieve afstand:

1. Is voor iedereen anders
2. Is voor iedereen hetzelfde
3. Kan niet veranderen
4. Is altijd hemelsbreed

Wat is dit voor soort kaart?

1. Navigatiekaart
2. Overzichtskaart
3. Thematische kaart
4. Plattegrond

Welk register gebruik je om een kaart over 'Neerslag Spanje' op te zoeken?

1. Landenregister
2. Trefwoordregister
3. Register van topografische namen
4. Algemene legenda

Twee uitspraken:
I Een kaart is een vergroting van de werkelijkheid.
II Een topografische kaart is een kaart met een bepaald
onderwerp.

1. beide zinnen zijn goed
2. zin I is goed, zin II is fout
3. beide zinnen zijn fout
4. zin I is fout, zin II is goed

Een kaart heeft een schaal van 1:500.000 De afstand tussen twee plaatsen op de kaart is 4,5 cm. Hoeveel is die afstand in werkelijkheid in kilometers?

1. 20,5 km.
2. 22,5 km.
3. 20 km.
4. 21 km.

Welke  zoekmethode heb je nodig als je de volgende dingen in de atlas zoekt?

bladwijzer

trefwoorden-

register

namenregister

de ligging van de stad Milau.

De bevolkingsdichtheid van Europa.

een overzichtskaart van Australië.

De hoeveelheid bos in Canada.

De grote rivieren in Duitsland.

Als je op een kaart eerst een plaats bekijkt, dan het land en daarna het bijpassende werelddeel, dan ben je aan het ........(noem het begrip dat op de puntjes hoort)

Nederland ligt op het .............

1. Zuidelijk halfrond
2. Noordelijk halfrond
3. Oostelijk halfrond
4. Westelijk halfrond

Gebruik de atlas: In welk land ben je op 10° Z.B.- 50° W.L.?
(Gebruik atlas kaart: 250-251)

1. Rusland.
2. Mexico.
3. Peru.
4. Brazilië.

een kaart met de populairste vakantiegebieden in Frankrijk.

een kaart met alle parken in Amsterdam.

een kaart die die ligging van alle voetbalclubs in Limburg laat zien

regionale schaal

Lokale schaal

Nationale schaal

lokaal

regionaal

nationaal

continentaal

mondiaal

Wat is een ander woord voor breedtecirkel?

1. Parallel
2. Geografische breedte
3. Meridiaan
4. Evenaar

Wat zijn de coördinaten van Amsterdam?

Omschrijf het volgende begrip:
a. bevolkingsdichtheid

Omschrijf het volgende begrip:
heuvelland

Omschrijf het volgende begrip:
lengteligging

Is dit een thematische kaart of een overzichtskaart?

1. Thematische kaart
2. Overzichtskaart

Overzichtskaart of thematische kaart?

1. Overzichtskaart
2. Thematische kaart

Wat voor soort
thematische
kaarten zijn dit?

1. Choropleetkaarten
2. Isolijnenkaarten
3. Chorochromatisch kaarten
4. Diagramkaarten

Wat voor soort
thematische
kaart is dit?

1. Choropleetkaart
2. Isolijnenkaart
3. Chorochromatisch kaart
4. Diagramkaart

Is dit een thematische kaart of een overzichtskaart?

1. Thematische kaart
2. Overzichtskaart

Schaalniveau:

1. Continentaal
2. Regionaal
3. Nationaal
4. Lokaal

Welk schaalniveau?

1. Mondiaal
2. continentaal
3. regionaal
4. lokaal

Welk schaalniveau wordt hier afgebeeld?

1. Lokale schaal
2. Regionale schaal
3. Nationale schaal
4. Continentale schaal

Schaalniveau:

1. Mondiaal
2. continentaal
3. regionaal
4. lokaal

Schaalniveau?

1. Lokaal
2. Regionaal
3. Mondiaal
4. Continentaal