kunsthistorisch perspectief les 11 hoofdstuk 4

• Groen
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

kunsthistorisch perspectief

Verwachtingen in de klas

1.  Behandel elkaar en de materialen met respect.
   
2. We verlaten de klas pas als deze weer helemaal is opgeruimd.
   
3. Hand opsteken als je iets wil zeggen/vragen.
   
4. Wees op tijd!
   
5. Neem boeken en andere materialen mee naar de les.
6. We gaan alleen met de leswisseling naar de WC.

Planning voor vandaag

1. Theorie hoofdstuk 4 biedermeier tijd
2. praktijk: Intratuin

Herhaling vorige les. Wat is een verschil tussen barok en rococo?

Herhaling vorige les. Wat word er bedoeld met S-lijn en C-lijn?

Herhaling vorige les. Welke bloemen werden in de middeleeuwen gebruikt bij begrafenissen?

Hoofdstuk 4 kunsthistorisch perspectief

doelstellingen:

aan het einde van de les weet je meer over:

• de biedermeier tijd en stijlen in de 19e eeuw

 

Biedermeier tijd

Biedermeier tijd

In de eerste helft van de 19e eeuw haalden mensen nog steeds inspiratie uit de natuur. In de gebouwen zag je een terugkoppeling naar de klassieke oudheid. In de kunst en in de interieurs werden er verschillende stijlen zichtbaar zoals Empire, Biedermeier en Jugendstil.

Biedermeier

Biedermeier

Jugendstil

Jugendstil

Hedendaagse bloemversiering geïnspireerd op de stijlen van de 19e eeuw

Bloemwerk in de 19e eeuw

overdadig bloemwerk

vorm van het bloemwerk is meestal rond, driehoekig of peervormig

kransen en bloemwerk langs de raamlijsten.

Tulp

De tulp werd in deze periode voor het eerst ingevoerd in Nederland. De tulp was zo duur dat er speciale vazen voor werden ontworpen. De tulp komt dus niet zoals mensen denken uit Nederland, maar werd meegenomen uit Turkije.

bloemversiering in een barok gebouw

• rijke royale bloemstukken.
• groen- en bloemslingers spiraalsgewijs rond de pilaren
• peervormige en kegelvormige bloemstukken in grote klassieke vazen.

bloemen

Net als voorgaande eeuwen werden de huizen nog steeds versierd met slingers van geurend groen langs de vensters, ramen en plafonds. Verder gebruikten ze anjers, zonnebloemen, goudsbloemen en pioenrozen.

bruiloft

Voor een bruiloft, werden slinger sen kransen gemaakt van maagdenpalm en buxus. Daardoor heen werden bloemen verwerkt. De stoelen van het bruidspaar werden ook versierd met groen en boven deze stoelen hing een bruidskroon. Een houten kroon versierd met groen en bloemen. Tijdens de huwelijksfestiviteiten werden bloemen op de grond gestrooid.

hedendaagse bloemversiering

geïnspireerd op de baroktijd

hedendaagse bloemversiering

geïnspireerd op de baroktijd

hedendaagse bloemversiering

geïnspireerd op de baroktijd

stijlen in de 18e eeuw

De stijlen in de 18e eeuw kunnen we indelen in 

• rococo
• neoclassicisme

rococo

Neoclassicisme

In de tijd van het neoclassicisme, leken bouwwerken op de tempelbouw uit de klassieken oudheid. Het interieur werd strakker, de asymmetrische krullen werden slanken en dunner.

Neoclassicisme

Er kwam steeds meer belangtelling voor uitheemse en exotische materialen. De hyacint werd erg populair. Dit kwam vooral door de sterke geur. De tulp en de roos waren nog steeds gewild.

De bloemwerken leken veel op de versieringen 

van de vorige eeuw. Alleen werd rozemarijn in 

de kransen vervangen door mirte.

Neoclassicisme

De Engelse schilder en schrijver William Hogarth schreef het boek 'The Analysis of Beauty'. Hierin had hij het over de S-lijn, ook wel slangenlijn, zoals deze veel in de natuur te zien is. Volgens Hogarth zijn S-vormige gebogen lijnen levendig en wekken de aandacht van de kijker. In tegenstelling tot rechte lijnen die stilstaand en doods zijn. Uit deze S-lijnen kwamen ook de C-lijnen voort.  In bloemenwerken kwamen deze vloeiende beweging en assymetrie terug.

Bloemwerken

Bloemwerken geïnspireerd op rococo en neoclassicisme

Waaraan kun je dat zien?

Noem 2 kenmerken van de rococo tijd.

Wat is een verschil tussen rococo en barok?

aan de slag

We gaan na de pauze naar de Intratuin. We gaan kijken naar de biedermeier en hoe deze is opgebouwd.

Terugkijken op deze les. Wat vond je leuk/interessant?

Terugkijken op deze les. Wat vond je minder leuk/interessant?

Terugkijken op deze les. Wat heb je geleerd?

Terugkijken op deze les. Is er iets wat ik niet goed heb uitgelegd?