10.2 Ademhalen

10.2 Ademhalen
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

10.2 Ademhalen

Slide 1 - Diapositive

Herhaling 10.1

Verbranding

Slide 2 - Diapositive

Waar in het lichaam vindt verbranding plaats?
A
Alleen in de spiercellen
B
In alle levende cellen van het lichaam
C
Alleen in het verteringsstelsel
D
In de spiercellen en dan wordt de energie vervoerd naar de rest van het lichaam

Slide 3 - Quiz

Waar komt energie vandaan?
A
Uit jouw lichaam
B
Uit jouw eten
C
Uit jouw cellen
D
Uit het water

Slide 4 - Quiz

Welk orgaanstelsel zorgt voor de voedingsstoffen in jouw lichaam?
A
Ademhalingsstelsel
B
Spierstelsel
C
Verteringsstelsel
D
Uitscheidingsstelsel

Slide 5 - Quiz

Welk orgaanstelsel zorgt voor zuurstof in jouw lichaam
A
Spierstelsel
B
Uitscheidingsstelsel
C
Verteringsstelsel
D
Ademhalingsstelsel

Slide 6 - Quiz

Verbranding

Slide 7 - Diapositive

Samenwerking ademhalingsstelsel, bloedsomloop en verteringsstelsel


Verteringsstelsel
zorgt voor glucose

Ademhalingsstelsel zorgt voor zuurstof

Bloedsomloop zorgt voor het transport van deze stoffen

Slide 8 - Diapositive

Leerdoelen 10.2 
  • uitleggen waar het ademcentrum zit en hoe dit werkt.
  • uitleggen dat je beter kunt ademhalen door de neus dan door de mond.
  • in een figuur de delen van het ademhalingsstelsel benoemen en de functies uitleggen.
  • het verschil tussen borst- en buikademhaling uitleggen.



Slide 9 - Diapositive

Leerdoel: Je kunt het verschil tussen borst- en buikademhaling uitleggen.
Inademen: Er komt lucht met zuurstof in je lichaam
Uitademen: Er gaat koolstofdioxide uit je lichaam

Hoe werkt dit?
Inademen: borstholte wordt groter
Uitademen: borstholte wordt kleiner

Slide 10 - Diapositive

Manieren van ademen: Borstademhaling en buikademhaling

Slide 11 - Diapositive

Inademen:
  • ribben omhoog, middenrif omlaag
  • Borstholte en longen groter
Uitademen:
  • ribben naar beneden, middenrif omhoog
  • Borstholte en longen kleiner

Slide 12 - Diapositive

0

Slide 13 - Vidéo

0

Slide 14 - Vidéo

Leerdoel: Je kunt in een figuur de delen van het ademhalingsstelsel benoemen en de functies uitleggen.
Neus/mond
Neusholte
Keelholte
Luchtpijp(kraakbeenringen)
Luchtpijptakken (bronchiën)
Luchtpijptakjes
Longblaasjes
 

Slide 15 - Diapositive

Leerdoel: Je kunt beschrijven hoe zuurstof in je bloed komt
Dit gebeurt in de longblaasjes:
Hier gebeuren 2 dingen:
  1. Zuurstof gaat vanuit de lucht in de longblaasjes naar het bloed.
  2. Koolstofdioxide gaat vanuit het bloed naar de lucht in de longblaasjes, daarna adem je dit uit.
Dit is gaswisseling!

Slide 16 - Diapositive

0

Slide 17 - Vidéo

Slide 18 - Diapositive

Leerdoel: Je kunt uitleggen uitleggen dat je beter kunt ademhalen door de neus dan door de mond.

  1. Je neus keurt de lucht, reukzintuig!
  2. Je neusharen houden het grove stof tegen 
  3. Je neus maakt de lucht vochtig en warm. Slijmcellen maken de lucht vochtig en stof en ziekteverwekkers blijven eraan plakken 
  • Trilhaartjes zwiepen het slijm met de vastgeplakte stofdeeltjes en ziekteverwekkers naar je keelholte ( uithoesten of inslikken)

Slide 19 - Diapositive

Wie regelt dit allemaal?

Slide 20 - Diapositive

Leerdoelen 10.2 
  • uitleggen waar het ademcentrum zit en hoe dit werkt.
  • uitleggen dat je beter kunt ademhalen door de neus dan door de mond.
  • in een figuur de delen van het ademhalingsstelsel benoemen en de functies uitleggen.
  • het verschil tussen borst- en buikademhaling uitleggen.



Slide 21 - Diapositive

En nu?
Verder werken volgens planning SOM

Slide 22 - Diapositive