Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 4
Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
LEEFSTIJL genotsmiddelen
Slide 1 - Diapositive
Lesdoelen
Aan het einde van de les...
Weet je het risico's van het gebruik van genotsmiddelen.
Weet je wat er bedoelt wordt met afhankelijkheid.
Je weet het verschil tussen softdrugs en harddrugs.
Je kan voorbeeld geven van de effecten van deze drugs.
Slide 2 - Diapositive
Genotsmiddelen
Slide 3 - Carte mentale
Genotsmiddelen
Middelen die je geest of lichaam stimuleren
Slide 4 - Diapositive
Bij welke dimesie van positieve gezondheid horen genotsmiddelen?
Slide 5 - Diapositive
Lichaamsfuncties: Drugs- en alcoholgebruik kan directe effecten hebben op het lichaam, zoals fysieke gezondheidsschade, verslaving en andere medische complicaties.
Mentale functies en beleving: Het gebruik van drugs en alcohol kan invloed hebben op de mentale gezondheid, zoals veranderingen in stemming, het ontstaan of verergeren van psychische aandoeningen, en de ervaring van stress of angst.
Zingeving: Het kan invloed hebben op hoe mensen betekenis en doel in hun leven ervaren.
Kwaliteit van leven: Drugs- en alcoholgebruik kan zowel positief als negatief bijdragen aan de ervaren kwaliteit van leven. Het kan kortstondig genot of verlichting bieden, maar kan op de lange termijn leiden tot verslechtering van de levenskwaliteit door afhankelijkheid, sociale problemen en gezondheidsproblemen.
Sociaal-maatschappelijke participatie: Drugs- en alcoholgebruik kan de sociale relaties en de mate van participatie in de maatschappij beïnvloeden. Het kan leiden tot isolatie, problemen in relaties en verminderd functioneren in werk of opleiding.
Dagelijks functioneren: Het gebruik van drugs en alcohol kan de dagelijkse activiteiten en het functioneren beïnvloeden. Dit kan variëren van verminderde productiviteit en concentratie tot ernstige verstoringen van het dagelijkse leven.
Bij de beoordeling van drugs- en alcoholgebruik binnen de context van positieve gezondheid is het belangrijk om alle zes dimensies mee te nemen, aangezien het een complexe invloed kan hebben op verschillende aspecten van iemands leven.
Slide 6 - Diapositive
Alcohol
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Na hoeveel tijd bereikt de alcohol de hersenen?
A
5 minuten
B
20 minuten
C
10 minuten
D
2 minuut
Slide 9 - Quiz
Hoelang duurt het totdat je lichaam 1 glas alcohol afbreek?
A
30 minuten
B
10 minuten
C
ongeveer anderhalf uur
D
ongeveer 3 uur
Slide 10 - Quiz
Alcohol is..
A
Alleen geestelijk verslavend
B
Niet verslavend
C
Alleen lichamelijk verslavend
D
Zowel geestelijk als lichamelijk verslavend
Slide 11 - Quiz
Wat gebeurt er als je alcohol in verkeerde glas schenkt?
A
Je krijgt meer snel alcohol binnen
B
Er gebeurt niks
C
Je krijgt minder snel alcohol binnen
D
Je krijgt binnen 2 minuut een kater
Slide 12 - Quiz
Alcohol advies
A
Drink 3 a 4 drankjes met wat fris tussendoor
B
Wissel an alcoholdranken
C
Drinkt tot dat je voelt dat je een beetje dronken wordt
D
1 a 2 drankjes op een avond met wat fris tussendoor
Slide 13 - Quiz
Wie wordt sneller dronken?
A
Vrouwen
B
Mannen
Slide 14 - Quiz
Welke lichamelijke aandoeningen ken jij die aangericht zijn alcohol?
Slide 15 - Diapositive
Korsakov
Slide 16 - Diapositive
FAS
Slide 17 - Diapositive
Drugs
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Vidéo
WAT IS WAAR?
A
Drugs zijn altijd illegaal
B
Je kunt drugs overal kopen als je 18 bent
C
In NL mag je alle drugs op zak hebben
D
Drug hebben invloed op de werking van je hersenen
Slide 20 - Quiz
Wat is geen softdrug?
A
Hasj
B
XTC
C
Slaapmiddelen
D
Wiet
Slide 21 - Quiz
Wat is hallucineren?
A
Dingen zien of horen die er niet zijn
B
Veel praten
C
Diep nadenken
D
Het kweken van wiet
Slide 22 - Quiz
Noem twee verschillen tussen softdrugs en harddrugs
Slide 23 - Question ouverte
Invloed van drugs
De hoeveelheid die je inneemt
Hoe je op dat moment voelt
Je omgeving
De soort drugs die je gebruikt
Slide 24 - Diapositive
Stimulerend
Je hartslag gaat omhoog
Je wordt Actiever
Spieren spannen zich aan
Bloeddruk gaat omhoog
Voorbeeld
Cocaïne
Amfetamine
Tabak
Koffie
XTC
We noemen dit UPPERS
Slide 25 - Diapositive
Verdovend
Kalmerend werkking
Ademhaling en hartslag gaan omlaag
Voorbeeld
Heroine
GHB
Alcohol
Slaapmiddelen
Morfine
we noemen deze: DOWNERS
Slide 26 - Diapositive
Verandering van bewustzijn
Je raakt in de war
Je ziet dingen anders.
je voelt anders.
Voorbeeld
LDS
Hasj
Wiet
Paddo's
We noemen deze TRIPPERS
Slide 27 - Diapositive
SOFTDRUGS
Minder gevaarlijk
Mag worden verkocht in NL
Het mag
Voorbeeld
Hasj
Wiet
Slaapmiddelen
HARDDRUGS
Gevaarlijk
Verboden om te verkopen
Strafbaar
Voorbeeld
XTC
GHB
Heroine
Cocaine
Slide 28 - Diapositive
GEVAREN
Verslaving
Hallucineren
Vergiftiging
Slide 29 - Diapositive
Roken
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Vidéo
welke invloed heeft roken op je uiterlijk?
A
Je tanden worden geler en je krijgt sneller gaatjes
B
Je groeit minder snel
C
Je haren worden dunner
D
Je nagels breken eerder.
Slide 32 - Quiz
Van roken verbeterd je concentratie.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 33 - Quiz
Koolmono-oxide bij roken zorgt voor...
A
Nauwere bloedvaten --> hogere bloeddruk
B
Minder zuurstof in je bloed --> duizelig
C
Slijmvlies kapot --> rokershoest
Slide 34 - Quiz
Passief roken of meeroken is
A
om de beurt een trekje van de sigaret nemen
B
tegelijk een sigaret opsteken
C
de rook inademen van een roker
Slide 35 - Quiz
Vape
nicotine, propyleenglycol, glycerol, aldehyden, nitrosamines en metalen.
Slide 36 - Diapositive
Slide 37 - Diapositive
Opdracht
Ontwerp een bierviltje dat jongeren stimuleert om nog te wachten met het nuttigen van alcohol, drugs, roken of vapen.
Slide 38 - Diapositive
Slide 39 - Diapositive
Vul hier het slogan of kreet in tegen het misbruik van genotmiddelen