§4.3 Beenverbindingen!


Beenverbindingen
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon


Beenverbindingen

Slide 1 - Diapositive

Herhaling

Slide 2 - Diapositive

Het skelet bestaat uit botten. Een ander woord voor botten is _____________.
A
Ruggengraat
B
Beenderen
C
Benen
D
Schedel

Slide 3 - Quiz

Als deze stof uit het bot verdwijnt, dan wordt het bot veel te buigzaam
A
kalkzouten
B
lijmstof
C
water
D
bloed

Slide 4 - Quiz

Welk bot is het bot dat roodgekleurd is?
A
Ellepijp
B
Opperarmbeen
C
Dijbeen
D
Spaakbeen

Slide 5 - Quiz

In de botten van oudere mensen is de lijmstof in de botten...
A
toegenomen
B
afgenomen

Slide 6 - Quiz

nakijken
opdracht 1 t/m 8 vanaf blz. 23

Slide 7 - Diapositive

Leerdoelen § 4.3
6. Je kunt de beenverbindingen beschrijven.
7. Je kunt de bouw van de gewrichten beschrijven.
8. Je kunt de werking beschrijven van het:                             scharniergewricht, kogelgewricht, rolgewricht.

Slide 8 - Diapositive

zoutzuur verwijdert het kalk uit het bot. Het bot is dan ....?
A
breekbaar
B
buigzaam

Slide 9 - Quiz

Beenverbindingen 
Er zijn verschillende verbindingen. 
vergroeiing - naadverbinding - kraakbeenverbinding - gewricht

Slide 10 - Diapositive

Naadverbinding
Je schedelbeenderen zijn verbonden met een naadverbinding
De naden zijn kronkelig.

Bij een baby zitten de schedelbeenderen nog niet helemaal aan elkaar gegroeid.
Dit noemen we fontanel. 
Er is dan nog een beetje beweging tussen de schedelbeenderen mogelijk. 

Er is geen beweging mogelijk. 

Slide 11 - Diapositive

Kraakbeenverbinding
Wanneer twee botten met kraakbeen verbonden zijn, noemen we dit een kraakbeenverbinding.
De ribbenkast en ruggenwervel zijn hier voorbeelden van. 
Er is weinig beweging mogelijk

Slide 12 - Diapositive

Bouw van een kogelgewricht

  1. Gewrichtskogel en kom
  2. Gewrichtskapsel
  3. Gewrichtssmeer
  4. Kapselbanden
  5. Kraakbeenlaagje

Slide 13 - Diapositive

Gewrichten
Gewrichten zijn ook een verbinding tussen 2 beenderen. 
Je hebt 3 soorten:
kogelgewricht
scharniergewricht
rolgewricht

Slide 14 - Diapositive

kogelgewricht
De kop van het bot beweegt in de kom van het andere bot. 
Voorbeelden:
schouder - heup 

Er is veel beweging mogelijk. 

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Scharniergewricht
Een scharniergewricht kan botten alleen maar laten buigen of strekken. 
voorbeeld: knie, elleboog

Er is veel beweging mogelijk. 

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Rolgewricht
een rolgewricht zorgt ervoor dat twee beenderen langs elkaar kunnen bewegen.
Voorbeeld: je onderarm (spaakbeen/ellepijp) 

Er is veel beweging mogelijk. 

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Nr. 1. van afbeelding 1 is de gewrichtskogel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

De ribben en het borstbeen zijn verbonden door gewrichten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Hoe zit het staartbeen vast aan het heiligbeen?
A
naden
B
vergroeid
C
kraakbeen
D
gewrichten

Slide 23 - Quiz

Welke beenverbindingen zijn beweeglijk?
A
2 en 3
B
1 en 2
C
1 en 3

Slide 24 - Quiz

Botten kunnen op verschillende manieren verbonden zijn. Noem de 4 beenverbindingen.

Slide 25 - Carte mentale

Wat is de functie van gewrichtssmeer?
A
Slijtage voorkomen
B
Splinteren voorkomen
C
Schok voorkomen
D
Soepeler laten bewegen

Slide 26 - Quiz

Een naadverbinding is ...
A
een beetje beweeglijk.
B
beweeglijk.
C
niet beweeglijk.

Slide 27 - Quiz

Een kogelgewricht zit in je
A
onderarm en onderbeen.
B
schouder en heup.
C
opperarmbeen en ellepijp.

Slide 28 - Quiz

Hoe noem je het bot dat met een kogel vast zit in de kom van de heup?
A
opperarmbeen
B
dijbeen
C
ellepijp
D
spaakbeen

Slide 29 - Quiz

Vertel in eigen woorden wat je deze les geleerd hebt. Noem iets wat je nog niet wist.

Slide 30 - Question ouverte

Aan de slag
maken opdracht 1 t/m 8 vanaf blz. 27 (vg)
maken opdracht 1 t/m 7 vanaf blz. 25 (mavo)

Slide 31 - Diapositive

Leerdoelen §4.3
6. Je kunt de beenverbindingen beschrijven.
7. Je kunt de bouw van de gewrichten beschrijven.
8. Je kunt de werking beschrijven van het: scharniergewricht, kogelgewricht, rolgewricht.

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Vidéo