Grieks klas 2 21-22 les 4: bijv.naamwoorden

Een bijvoeglijk naamwoord komt in geslacht, getal en naamval overeen met het zelfstandig naamwoord
Dus: ὁ μακρος δεσποτης 
την δεινην μαχην
Kijk of je alle vormen beheerst: N.B.
μεγας - μεγαλη - μεγα
ἀλλος -ἀλλη- ἀλλο 
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Een bijvoeglijk naamwoord komt in geslacht, getal en naamval overeen met het zelfstandig naamwoord
Dus: ὁ μακρος δεσποτης 
την δεινην μαχην
Kijk of je alle vormen beheerst: N.B.
μεγας - μεγαλη - μεγα
ἀλλος -ἀλλη- ἀλλο 

Slide 1 - Diapositive

την .................. μαχην
A
δεινην
B
δεινον
C
δεινη
D
δειναι

Slide 2 - Quiz

το ................θηριον
A
μεγας
B
μεγαλη
C
μεγα
D
μεγαλην

Slide 3 - Quiz

τα ..................... θηρια
A
νεας
B
νεα
C
νεαι
D
νεους

Slide 4 - Quiz

τῳ ......................... δεσποτῃ
A
δεινῃ
B
δεινοι
C
δεινῳ
D
δεινοις

Slide 5 - Quiz

αἱ ..........................θαλατται
A
δεινοι
B
δεινη
C
δεινην
D
δειναι

Slide 6 - Quiz

αἱ ..........................θαλατται
A
μεγαλαι
B
μεγαλᾳ
C
μεγαλα
D
μεγαλη

Slide 7 - Quiz

hoeveel verschillende naamvallen is de vorm: μακρον
A
2
B
3
C
1
D
4

Slide 8 - Quiz

hoeveel verschillende naamvallen is de vorm: μακρων
A
1
B
3
C
2
D
4

Slide 9 - Quiz

hoeveel verschillende naamvallen is de vorm: δεινα
A
2
B
3
C
1
D
4

Slide 10 - Quiz

Hoeveel verschillende naamvallen is de vorm νεα
A
3
B
2
C
4
D
1

Slide 11 - Quiz

de ρει- regel geldt ook voor de bijvoeglijke naamwoorden: ja of nee?
ja
nee

Slide 12 - Sondage

οἱ ..................δεσποται
A
μακρος
B
μακραι
C
μακρα
D
μακροι

Slide 13 - Quiz

Ik vind deze grammatica van het bijvoeglijk naamwoord in het Grieks moeilijk.
Ja
nee
beetje

Slide 14 - Sondage