LES3 -4HSP1-2-9-21

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

¡BUENOS DÍAS!

HOY ES

LA FECHA

TENGO UNA PREGUNTA

¿ES UN DÍA ESPECIAL PARA ALGUIEN?

alguien - iemand

OBJETIVOS

• Ik kan de instructies in het Spaans volgen

LOS OBJETIVOS DE LA CLASE

• Dat ik minimaal een 7 sla
• Dat ik een Spaans artikel begrijpend kan lezen
• Een kort gesprek te kunnen voeren
• Ged te kunnen begrijpen en spreken
• de taal beter beheersen
• Over gaan
• Spreekvaardigheid verbeteren
• Woorden en zinnen leren

WAT KAN IK ZELF DOEN?

• Serieus zijn
• Actief meedoen
• Goed opletten
• Proberen te begrijpen
• Goed leren
• Huiswerk maken
• Spaans spreken
• Series/films kijken
• Zelfstudie/ extra lessen
• Dingen op tijd doen

WAT MOET DE DOCENT DOEN?

• Helpen indien nodig
• Gebaren/powerpoints/ ezelsbruggetjes gebruiken
  
• Niet te snel gaan
• Veel Spaans spreken
• Minder uit het boek
• Goed uitleggen/ duidelijk uitleggen
• Betrokkenheid tonen bij de lln
• Afwisselen (niet altijd hetzelfde)
• Geduld hebben
• Leerlingen verbeteren
• Opdrachten geven

vragen stellen!

complimenten geven!

PRACTICAMOS

¿ESTÁS EN MI CLASE DE QUIZLET?

PRESENTARSE

Paso Adelante 1 H1 - REPASO

¡Empezamos!

 1. ¿ Cómo te llamas?    Hoe heet je?

2. ¿De dónde eres?    Waar kom je vandaan?

3. ¿Dónde vives?    Waar woon je?

4. ¿Cuántos años tienes?    Hoe oud ben je? 

5. ¿Tienes mascotas?   Heb je huisdieren?

6. ¿Qué te gusta?   Wat vind je leuk?

 1. Me llamo...

2. Soy de....

3.  Vivo en...

4. Tengo... años

5.  Sí, tengo un...
     No, no tengo mascotas

6.  Me gusta...

PRESENTARSE - JE VOORSTELLEN

¡ TRABAJAR!

Bij deze opdracht hay (er zijn) 3 niveles.

¿Qué nivel crees que tienes? welk niveau denk je te hebben?

VERBOS

Escribe la traducción de estos verbos

ME LLAMO

YO SOY

SOY DE

TENGO

ME GUSTA

YO

VERBOS

Schrijf de vertaling van deze werkwoorden

• IK HEET
  
• IK BEN
  
• IK KOM UIT
  
• IK HEB
  
• IK VIND (HET) LEUK
  
• IK

1. ¡Hola, ¿de dónde______(kom je vandaan?

2. (ik ben )______ español. Me llamo Pedro.

3. ¿(Zij zijn)_________ ingleses?

4. No, (wij zijn )_________ holandeses.

5.¿De dónde (is) ________tu amiga?

¿Hay preguntas? (zijn er vragen?)

Practica en Quizlet:

Frases útiles

Presentarse

Verbo Ser (Zijn)

Los deberes para la próxima clase...

( het huiswerk voor de volgende les...)