NLT controlevragen broeikaseffect en terugkoppelingmechanismen
NLT controlevragen broeikaseffect en terugkoppelingmechanismen
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuur, Leven en TechnologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
NLT controlevragen broeikaseffect en terugkoppelingmechanismen
Slide 1 - Diapositive
Wat is het versterkte broeikaseffect?
A
Broeikassen die ervoor zorgen dat de aarde warm blijft.
B
Extra uitstoot van broeikasgassen door de verbranding van fossiele brandstoffen.
C
De massale ontbossing waardoor CO2 niet meer wordt opgenomen
D
het overschakelen van fossiele brandstoffen op energiebronnen die niet opraken en geen CO2 uitstoten.
Slide 2 - Quiz
In het Perm lagen continenten op de polen -> vorming ijskappen. Dit is een voorbeeld van:
A
Sturende factor
B
Conditionele factor
C
Terugkoppelings-mechanisme
D
X-factor
Slide 3 - Quiz
Stijgende temperatuur zorgt voor smeltend permafrost. Daarbij komt methaan vrij dat dmv het broeikaseffect voor opwarming van de aarde zorgt. --> Is dit een positief of een negatief terugkoppelingsmechanisme?
A
Positiefve terugkoppeling
B
Negatieve terugkoppeling
Slide 4 - Quiz
Welke van de onderstaande veranderingen in de oceaan betreft een positief terugkoppelingsmechanisme?
A
opname van warmte
B
opname van koolstofdioxide
C
verzuring van de oceaan
D
vorming van kalksteen
Slide 5 - Quiz
Twee beweringen: 1. Hogere temperaturen leiden tot vorming van meer kalksteen wat leidt tot vermindering van het broeikaseffect 2. De vorming van kalksteen is een voorbeeld van een positief terugkoppelingsmechanisme
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, 2 juist
Slide 6 - Quiz
Superhelden zijn cool/ stom
A
Cool
B
Stom
Slide 7 - Quiz
Stelling: Als het zee-ijs op de Noordpool smelt leidt dat niet tot zeespiegelstijging maar wel tot een positief terugkoppelingsmechanisme
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quiz
Wat is het verschil tussen absolute en relatieve zeespiegelstijging?
A
Relatieve stijging is minder nauwkeurig
B
Relatieve stijging is over een langere termijn
C
Relatieve stijging rekent ook bodemdaling mee
D
Relatieve stijging rekent ook de kosten mee
Slide 9 - Quiz
Relatieve zeespiegelstijging heeft absoluut niets te maken met absolute zeespiegelstijging