Kapitel 1 - Lektion 2 (Dienstag, den 26. September)

Kapitel 1 Hamburg - Lektion 2
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Kapitel 1 Hamburg - Lektion 2

Slide 1 - Diapositive

Das Programm
  • Fakten über ...
  • Uitspraak klinkers a, ä, o, ö, u, ü, ß en meer
  • haben en sein in de tegenwoordige tijd  
  • Aufgaben Kapitel 1  - Lektion 2
  • Nachbesprechen
  • Fragen?
Dienstag, den 26. September

Slide 2 - Diapositive

Lernziele - Leerdoelen
Leerdoel: Ik de klinkers a, ä, o, ö, u, ü en ß uitspreken en schrijven.

Leerdoel: Ik ken de tegenwoordige tijd van de werkwoorden haben en sein.






Slide 3 - Diapositive

Fakten über ...
  • Hamburgs Mülltonnen 

  •  Meer dan de helft van de Hamburgers is geen Urhamburger!

  • Benaming inwoners uit Hamburg

Slide 4 - Diapositive

Uitspraak klinkers a, ä, o, ö, u, ü, ß en meer

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

das Alphabet

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

De onregelmatige werkwoorden
"haben" en "sein" in de tegenwoordige tijd 

Slide 9 - Diapositive

haben en sein

Slide 10 - Diapositive

haben und sein
ich
habe
du
hast
er/sie/es
hat
wir
haben
ihr
habt
sie/Sie
haben
ich
bin
du
bist
er/sie/es
ist
wir
sind
ihr
seid
sie/Sie
sind

Slide 11 - Diapositive

Wat voor soort werkwoorden zijn "haben" en "sein"?
A
regelmatige werkwoorden
B
onregelmatige werkwoorden

Slide 12 - Quiz

Oefen de werkwoorden haben en sein
In twee of drietallen voor ongeveer 5 minuten!
timer
5:00

Slide 13 - Diapositive

Verbind de werkwoorden met het juiste persoonlijk voornaamwoord
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
hat
hast
haben
haben
habe
habt

Slide 14 - Question de remorquage

Verbind de werkwoorden met het juiste persoonlijk voornaamwoord
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 15 - Question de remorquage

Wat is de juiste vorm van "haben" of "sein"?
Wie alt ... du? (= Hou oud ... jij?
A
hast
B
habe
C
bist
D
bin

Slide 16 - Quiz

"haben" en "sein" zijn regelmatige werkwoorden
A
richtig
B
falsch

Slide 17 - Quiz

Ik ken de vervoegingen van "haben" en "sein" in de verleden tijd?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Sondage

An die Arbeit!
Kapitel 1 - Lektion 2
Aufgaben: 1, 2, 3, 4, 5, 7 en 8

Leren
Lernbox: de woordjes leren van 
Lektion 1 en 2 D/N (blz. 48).

Slide 19 - Diapositive