Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Argumenteren
Argumenten moeten wegen, niet tellen - Cicero
Slide 1 - Diapositive
Standpunt: Elektrische auto's worden niet gemaakt om geld aan te verdienen.
Argument: De winstmarge op elektrische auto's is lager dan bij gewone auto's.
Met welk argument ontstaat een nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten.
A
De accu's voor elektrische auto's zorgen voor een hoge kostprijs
B
De klant is niet bereid om veel meer te betalen voor een elektrische auto
C
Het maken van elektrische auto's is niet meer dan een soort pr-activiteit voor een automerk
Slide 2 - Quiz
Na deze dia volgt een sleepvraag!
De vraag hier bij luidt:
Welk soort argument wordt onjuist gebruikt? Kies het juiste type argument bij de omschrijving van het onjuiste gebruik:
Slide 3 - Diapositive
autoriteit
oorzaak-gevolg
voor-en nadelen
kenmerk
Vergelijking
De schrijver doet alsof A altijd leidt tot B
De schrijver/bron is niet deskundig of is partijdig.
De schrijver geeft een vals dilemma, noemt andere mogelijkheden niet.
De schrijver negeert bepaalde relevante eigenschappen.
De schrijver beweert dat bepaalde zaken hetzelfde zijn, terwijl ze op belangrijke punten van elkaar verschillen
Slide 4 - Question de remorquage
Van welke drogreden is hier sprake:
God bestaat omdat het in de bijbel staat, en wat in de bijbel staat is waar omdat het Gods woord is.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
cirkelredenering
C
onjuiste vergelijking
D
onjuist gebruik van voorbeeld
Slide 5 - Quiz
Van welke drogreden is hier sprake:
Je bent toch niet goed bij je hoofd als je daar wil wonen.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
bespelen van het publiek
C
onjuist gebruik van kenmerken
D
onjuist gebruik van voorbeeld
Slide 6 - Quiz
Van welke drogreden is hier sprake:
Mijn opa dronk elke dag een paar glazen jenever en is 98 jaar geworden, alcohol drinken is dus helemaal niet ongezond.
A
onjuiste vergelijking
B
onjuist gebruik van kenmerken
C
overhaaste generalisatie
D
onjuiste autoriteit
Slide 7 - Quiz
Welke drogreden is gebruikt?
Volgens de NS hoeft in de sprinter geen wc te zitten. In een bus zit die toch ook niet?
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
onjuist gebruik van kenmerken
C
overhaaste generalisatie
D
verkeerde vergelijking
Slide 8 - Quiz
Welke drogreden is gebruikt?
Het land zou gebaat zijn bij het verwijderen van alle videocamera's uit het parlement. Sinds we alles op tv kunnen volgen, handelen te veel politici niet meer in het landsbelang.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
overdrijven van voor- en nadelen
onjuist gebruik van kenmerken
C
onjuiste vergelijking
D
overhaaste generalisatie
Slide 9 - Quiz
Welke drogreden is gebruikt?
De overheid moet volgens de directeur van Shell stoppen met het subsidiëren van topsport.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
onjuist gebruik van kenmerken
C
onjuist beroep op autoriteit
D
onjuiste vergelijking
Slide 10 - Quiz
Welke drogreden is gebruikt?
De stemmen van bejaarde kiezers moeten minder zwaar wegen, want zij zijn toch allemaal dement.