HC Nederland: 3.2 Nieuwe ontwikkelingen (1978-2008)
HC Nederland (1948-2008)
3.2 Nieuwe ontwikkelingen (1978-2008)
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5
Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
HC Nederland (1948-2008)
3.2 Nieuwe ontwikkelingen (1978-2008)
Slide 1 - Diapositive
In de jaren 70 stopte de groei en begon er een economische crisis.
Slide 2 - Diapositive
Jongeren
Economische krimp leidt tot verharding samenleving
Voorbeelden:- Kaping bij De Punt door Molukse jongeren (1977)
Molukse gemeenschap voelde zich in de steek gelaten door Nederland
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Jongeren
Kraakbeweging
Tekort aan betaalbare woningen
Geen woning, geen kroning
30 april 1980
Kroning Koningin Beatrix
Grote krakersdemonstraties
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
De oliecrisis 1973
Yom Kippoeroorlog tussen Israël en een aantal Arabische landen.
Nederland steunde Israël en daarom weigerden Arabische landen olie aan Nederland te leveren.
Benzine op de bon, autoloze zondagen (uiteindelijk 10 keer)
Olieprijs blijft na dit conflict hoog met als gevolg een economische crisis
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Liberalisering
Jaren '70:
door economische krimp neemt druk op de verzorgingsstaat toe
Daarnaast:
Te makkelijk om WAO te krijgen
Slide 9 - Diapositive
Kabinet Lubbers
1982:
kabinet Lubbers start afbouw verzorgingsstaat
Jaren 1980 in teken van neo-liberalisme (privatiseren van staatsbedrijven)
Maakbare samenleving wordt zelfredzame samenleving
Slide 10 - Diapositive
Deze spotprent over de problemen in de verzorgingsstaat is in 1981 gemaakt door de tekenaar Jos Collignon.
Er zijn teveel mensen die van der verzorgingsstaat gebruik maken, waardoor het evenwicht weg is. Hiermee wordt het evenwicht tussen mensen die betalen voor de verzorgingsstaat en mensen die gebruik maken van de verzorgingsstaat bedoeld.
Beeldelement: de donkere wolk geven aan dat er storm op komst is. Er komen nog moeilijkere tijden aan (bijvoorbeeld: de vergrijzing), terwijl het schip nu al schade heeft en dreigt om te slaan.
Beeldelement: het schip, de verzorgingsstaat, dreigt om te slaan.
Beeldelement: het roer ligt in het water waardoor het schip onbestuurbaar is geworden. Met andere woorden: er moet iets gebeuren, maar het lijkt erop dat het al te laat is.
Slide 11 - Diapositive
Wat is de beste omschrijving van het begrip privatisering?
A
Verzelfstandiging. Het proces waarbij het eigendom van bedrijven overgaat van de overheid naar de particuliere (ook ‘private’ genoemde) sector
B
Het proces waarbij de regering privé bedrijven onteigent om door middel van meer staatsbemoeienis te zorgen voor eerlijkere verdeling van de kosten
C
De staat neemt geen verantwoordelijkheid meer voor bedrijven die in handen van de overheid zijn, omdat zij de verantwoordelijkheid niet meer willen dragen
D
Bedrijf en staat kunnen niet samengaan, omdat er dan sprake is van belangenverstrengeling van overheidsfunctionaris en bedrijfseigenaren.
Slide 12 - Quiz
Onder leiding van welke premier (minister-president) werd een begin gemaakt met zelfredzaamheid en privatisering?
A
Willem Drees
B
Ruud Lubbers
C
Joop den Uyl
D
Wim Kok
Slide 13 - Quiz
Poldermodel
vanaf 1982
Om de economische problemen op te lossen, gaan de overheid, werkgevers en vakbonden vanaf 1982 samenwerken. Dit heet het poldermodel.
Dit werkt al snel, en vanaf 1985 groeit de economie weer (vanaf 1995 groeit de economie zelfs enorm en daalt de werkloosheid snel).
Die drie groepen hadden verschillende belangen, maar ze wilden wél alle drie dat het goed gaat met de economie. Om dat te bereiken, besloten ze dat de lonen niet meer stijgen. Werkgevers hebben daardoor minder kosten en kunnen dan lagere prijzen vragen voor hun producten.
Als Nederlandse producten goedkoop zijn, kan er meer worden verkocht aan het buitenland, en dat is goed voor de economie. Het poldermodel bestaat nog steeds.
Slide 14 - Diapositive
Paarse kabinetten
1994
Voor het eerst kabinet zonder confessionelen (CDA)
Kabinet Kok
PvdA, VVD, D'66
Liberalisering gaat door
Slide 15 - Diapositive
Vrijheid
Wet Gelijke Behandeling (1994)
Individualisering gaat door: 1. Gedoogbeleid: softdrugs
2. Euthanasie
3. Legalisering 'homohuwelijk'
Reputatie van vrij en tolerant land
Slide 16 - Diapositive
Migratie
1992: Verdrag van Maastricht --> oprichting EU
Mobiliteit wordt steeds makkelijker binnen EU
Gevolg: arbeidsmigranten uit Oost-Europa verhuizen naar West-Europa
Daarnaast: migratie náár EU door humanitaire crises (Balkan, Syrië)
Gevolg: groeiende kritiek op multiculturalisme: bedreiging op de arbeidsmarkt of in cultuur
Slide 17 - Diapositive
Multiculturele samenleving?
Vanaf de jaren '80 blijkt het beeld van de multiculturele samenleving waarin groepen mensen van verschillende culturen gelijkwaardig met elkaar samenleven, steeds vaker niet te kloppen.
Verschillende groepen leven eerder náást elkaar dan mét elkaar.
Tegenwoordig wordt daarom liever gesproken van de pluriforme samenleving.
Tot aan het eind van 20e eeuw stond het kritisch zijn op de multiculturele samenleving gelijk aan racisme. Hoewel sommige groepen allochtonen zorgden voor problemen, deed de overheid daar weinig aan.
De meeste politici ontkenden deze problemen zelfs en wie er wél iets van zei, werd beschuldigd van discriminatie.
Slide 18 - Diapositive
Nederlandse identiteit?
Wie is 'ons'? En wat bedoelen 'onze cultuur' en 'onze geschiedenis'? Het blijft een lastige discussie.
De wereld kleiner is geworden: we zijn voortdurend in contact met andere delen van de wereld, bijvoorbeeld via internet.
Ook lijken sommige van onze gebruiken op die van mensen in andere delen van de wereld. Dit heet: globalisering
Slide 19 - Diapositive
Populisme
In de jaren '90 verliezen mensen het vertrouwen in de politieke partij op wie zij altijd hadden gestemd.
Deze grote groep gaat stemmen op de nieuwe, populistische politieke partijen die worden opgericht.
Populistische leiders zeggen te doen wat het volk wil, want ‘het volk heeft altijd gelijk’. Lastig is dat wat het volk wil, niet altijd kán.
Populistische politici worden soms in korte tijd heel populair. Maar als later blijkt dat ze hun beloftes niet kunnen waarmaken, raken zij die populariteit snel weer kwijt. Enkele jaren later komt er dan weer een andere populistische partij die opnieuw de mooiste beloftes doet.
Slide 20 - Diapositive
0
Slide 21 - Vidéo
Tot welke politiek-maatschappelijke stroming horen partijen als de LPF, PVV, BBB en Forum voor Democratie?
A
Socialisme
B
Populisme
C
Liberalisme
D
Confessionalisme
Slide 22 - Quiz
Pim Fortuyn
Pim Fortuyn wordt in 2001 leider van de nieuwe partij Leefbaar Nederland. Fortuyn beweert ‘te zeggen wat hij denkt en te doen wat hij zei’.
Vooral over de islam is hij erg negatief. Hij zei dat hij het opneemt voor de ‘gewone’ mensen die door de politiek in de steek zijn gelaten.
Fortuyn wordt snel erg populair, maar in 2002, vlak voor de verkiezingen, wordt hij vermoord.
Slide 23 - Diapositive
Polarisatie
Eind jaren '90: groeiende kritiek op afstandelijkheid Paars 2
Gevolg ontwikkeling: groeiende populariteit Pim Fortuyn
Fortuyn belooft gat politiek-burger te verkleinen + anti-islam
Mei 2002: Fortuyn wordt vermoord: "de kogel kwam van links"
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Vidéo
Polarisatie
2004: moord Theo van Gogh --> groeiende angst moslimextremisme
2005: oprichting PVV
Gevoel dat overheid de burgers niet helpt groeit vanaf jaren '90
2008: start economische crisis --> Zuid-Europese landen komen in grote problemen
EU moet ingrijpen --> groeiende weerstand tegen invloed Brussel
Gevolg: groeiende populariteit rechts populisme
Slide 26 - Diapositive
1950-2000 aantal immigranten x 1.000
Indonesië wordt onafhankelijk
Overheid werft gastarbeiders uit Griekenland, Marokko, Joegoslavië en Tunesië
Overheid werft gastarbeiders uit Italië, Spanje, Portugal, Turkije
Gezinshereniging met name Turken en Marokkanen
Gezinsvorming met name Turken en Marokkanen
Suriname wordt onafhankelijk
Vluchtelingen met name uit Azië en Afrika
Slide 27 - Question de remorquage
In deze periode is er geen sprake van een integratiebeleid. Nieuwkomers werden niet of nauwelijks gestimuleerd om Nederlands te leren of aan te passen aan de Nederlandse cultuur.
In deze periode is het beleid erop gericht om bij allochtonen achterstanden op het gebied van taal en opleiding weg te werken. Een veel gehoorde uitspraak: "integratie met behoud van de eigen identiteit"
Het beleid in deze periode is bedoeld om de allochtoon sneller en beter te laten integreren in de Nederlandse samenleving. De noodzaak van het leren van de Nederlandse taal staat centraal in dit integratiebeleid.