Regelmatige werkwoorden + d/t + ss/s/z/ß.

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Grammatik

Schwache Verben 

(regelmatige werkwoorden)

Leerdoel:

Ik kan regelmatige werkwoorden vervoegen in de o.t.t. en ik kan er een voltooid deelwoord van maken.

Hoe maak je in het Duits de stam van een werkwoord?

1. hele werkwoord
2. hele werkwoord -en
3. ik-vorm

Wat is de stam van "spielen"?

Wat is de stam van "kommen"?

Wat is de stam van "atmen"?

regelmatige werkwoorden

Regelmatige werkwoorden: wohnen

werkwoord: wohnen, stam:wohn

ich wohn e

du wohn st

er/sie es wohn t

wir wohn en

ihr wohn t

sie wohn en

Sie wohn en

Ich (schreiben) …… einen Brief

Mein Bruder (spielen) …….. mit dem Ball

Ook regelmatige werkwoorden

Regelmatige werkwoorden: met stam op -s/-ß/-z

werkwoord: heißen, stam:heiß

ich heiß e

du heiß t

er/sie es heiß t

wir heiß en

ihr heiß t

sie heiß en

Sie heiß en

Regelmatige werkwoorden: met stam op -t/-d

werkwoord: arbeiten, stam:arbeit

ich arbeit e

du arbeit est

er/sie es arbeit et

wir arbeit en

ihr arbeit et

sie arbeit en

Sie arbeit en

Voltooid deelwoord (Das Partizip)

1. Standaard: ge + stam + t gespielt

2. Werkwoorden –ieren: stam + t fotografiert

3. Werkwoorden met be- en ver-: stam + t versorgt, besucht

Welche Form ist richtig?

mieten

ihr

1. miete
2. mietest
3. mietet
4. mieten

sitzen

du ...

1. sitzest
2. sitzt
3. sitzst
4. sitzen

....und jetzt in einem Satz!

Warum (warten) ............. du nicht?

ich (gehen) ............ nach Hause.

Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Ich (hören) gerne Musik.

1. hort
2. höre
3. horst
4. horen

Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Meine Eltern (kommen) Morgen.

1. kommen
2. kommt
3. bekommst
4. komme

Eine Zusammenfassung!

Wat zijn de uitgangen van de regelmatige werkwoorden?

Welke uitzonderingen zijn er?

Aufgaben.....

Aufgabe 1A oder 1B

Aufgabe 2A oder 2B

Aufgabe 2A/2B in Google Classroom einreichen

.....Gimkit!