1.3 Nederland onder koning Willem I en II

1.3 Nederland onder Willem I en II
Welke vrijheidsrechten en politieke rechten hadden burgers onder koning Willem I en  koning Willem II? 1813- 1848
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

1.3 Nederland onder Willem I en II
Welke vrijheidsrechten en politieke rechten hadden burgers onder koning Willem I en  koning Willem II? 1813- 1848

Slide 1 - Diapositive

Bestuur Nederland onder koning Willem I en II
Eenheidsstaat
Constitutionele monarchie

Slide 2 - Diapositive

Koninkrijk der Nederlanden
1815
Belgische Opstand 
1830
Uit ontvredenheid over bestuur koning Willem I komen de Belgen in Opstand en stichten een eigen staat

Slide 3 - Diapositive

Johan Rudolf Thorbecke
(Liberaal)
krititek: 
  • koning regelt alles daardoor worden burgers passief en gemakzuchtig
  • afkomst en de juiste contacten zijn belangrijker dan capaciteiten



       Wil inspraak burgers op landsbestuur
Grote kritiek conservatieven: gevaarlijke revolutionaire ideeën

Slide 4 - Diapositive

1848 
liberale revoluties overal in Europa

Slide 5 - Diapositive

Koning Willem II
1840-1849
  • ongerust door revoluties in Europa
  • bereid deel macht af te staan
  • geeft Thorbecke opdracht voor een grondwetswijziging
Koning Willem II
1840-1849

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Onder koning Willem I werd Nederland een constitutionele monarchie. Leg uit wat dit betekent

Slide 10 - Question ouverte

In 1848 was koning Willem II bereid om een deel van zijn macht in te leveren. Geef hiervoor een verklaring

Slide 11 - Question ouverte

Thorbecke maakte de koning onschendbaar en de minsters verantwoordelijk. Aan wie moesten de ministers nu verantwoording afleggen?

Slide 12 - Question ouverte

Door de grondwet van Thorbecke kreeg Nederland een parlementair stelsel. Het parlement kreeg de hoogste (wetgevende) macht. Toch kan je niet zeggen dat Nederland een volledige democratie werd. Leg dit uit

Slide 13 - Question ouverte

Fijne vakantie!

(onder voorbehoud) week 20 Toets over H7 en H8 en kenmerkende aspecten tijdvak 5 en 6

Slide 14 - Diapositive