8.3 Geluidssterkte

Geluidssterkte
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Geluidssterkte

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen: Je kan
  • beschrijven wat geluidssterkte is.
  • op een beeld van een oscilloscoop zachte en harde geluiden van elkaar onderscheiden.
  • het verschil uitleggen tussen dB en dB(A).
  • geluidssterkte meten met een geluidssterktemeter.
  • de pijngrens en de gehoordrempel beschrijven.
  • beschrijven wat gehoorschade is en hoe je je hiertegen kunt beschermen.

Slide 2 - Diapositive

Wat is het hardste geluid
dat jij ooit hebt gehoord?

Slide 3 - Carte mentale

Amplitude
De amplitude is de maximale uitwijking
t.o.v. de nullijn. Hoe groter de amplitude, 
des te harder het geluid.

Slide 4 - Diapositive

Vraag 1:
Vraag 2:

Slide 5 - Diapositive

Vraag 1:
Vraag 2:

Slide 6 - Diapositive

Vraag 1:
Vraag 2:

Slide 7 - Diapositive

Vraag 1:
Vraag 2:

Slide 8 - Diapositive

Vraag 1:
Vraag 2:

Slide 9 - Diapositive

Decibel
geluidssterkte in decibel (dB)
A-filter

Slide 10 - Diapositive

Decibelschaal

Slide 11 - Diapositive

Gehoordrempel
Gehoordrempel=De geluidssterkte waarbij je een toon begint te horen.

Bij 50 Hz is deze 
34 dB.
Bij de pijngrens gaan je oren pijn doen.

Slide 12 - Diapositive

Een toon van 200 Hz met een geluidssterkte van 1 dB hoor je niet, want deze ligt onder de gehoordrempel.

Een toon van 100 Hz en 20 dB luid begin je net te horen. De dB meter geeft 20 dB aan, maar met A filter 0 dB(A)

Slide 13 - Diapositive

Gehoordrempel
Bij de pijngrens gaan je oren pijn doen.

Bij 200 Hz, doen je oren pijn bij 120 dB.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Rekenen met decibellen
Als het aantal geluidsbronnen 2x zo groot wordt, 
neemt de geluissterkte met 3 dB toe.

Slide 16 - Diapositive

Rekenen met decibellen
Als het aantal geluidsbronnen 2x zo groot wordt, 
neemt de geluissterkte met 3 dB toe.

Slide 17 - Diapositive

Puntvormige geluidsbron
Als de afstand tussen jezelf
en de puntvormige
 geluidsbron verdubbelt, 
neemt de geluidssterkte
 met 6 dB af.

Slide 18 - Diapositive

Puntvormige geluidsbron
Je staat aan de zijkant van de
weg. De auto is op een afstand
10 km met een geluidssterkte
van 80 dB. De auto rijdt van je
weg. De auto is nu op een
afstand van 30 km. Wat is de
Geluidssterkte?

Slide 19 - Diapositive

Lineaire geluidsbron
Als de afstand tussen jezelf
en de lineaire
 geluidsbron verdubbelt, 
neemt de geluidssterkte
 met 3 dB af.

Slide 20 - Diapositive

Lineaire geluidsbron
Je staat aan de zijkant van de
weg met pech naast een file.
De afstand tussen jou en de 
file is 5 m met een geluidssterkte
van 100 dB. Je loopt verder naar
 achteren. De afstand is nu 15 m. 
Wat is de geluidssterkte?

Slide 21 - Diapositive

Belangrijke begrippen
frequentie 
Trillingstijd
amplitude 

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Belangrijke begrippen
Hoe hoger de toon, hoe meer trillingen per seconde.
frequentie (f) is het aantal trillingen per seconde, in herts (Hz).
Trillingstijd (T) is de tijd die nodig is voor 1 volledige golf, in sec. (s).
amplitude (u) is de maximale uitwijking.

Slide 24 - Diapositive

Verschillende eenheden
Eenheden van frequentie: Hz, KHz, MHz, GHz
eenheden van tijd: s, ms

Slide 25 - Diapositive

Vraag 1:
1a. f=1000 Hz, hoeveel is de trillingstijd?
1b. T=0,3ms, hoeveel is de frequentie?
1c. T=3 µs, hoeveel is de f?
1d. f=30 KHz, hoeveel is de trillingstijd?

Slide 26 - Diapositive

Vraag 2:

Slide 27 - Diapositive

uitwerking

Slide 28 - Diapositive

Vraag 3:

Slide 29 - Diapositive

Vraag 4:

Slide 30 - Diapositive

uitwerking

Slide 31 - Diapositive

Vraag 5:

Slide 32 - Diapositive

uitwerking

Slide 33 - Diapositive

Vraag 6:
Op 10 meter afstand van het concertpodium met daarop 16 spelende violisten wordt een 
geluidssterkte van 77 dB gemeten.
Wat wordt de geluidssterkte als er 14 violisten stoppen en nog maar 2 violisten doorspelen?

Slide 34 - Diapositive

Vraag 7:
Bereken de trillingstijd 
voor elke grafiek.

Slide 35 - Diapositive