BK1 unit 3 recap

BK1 unit 3 
Recap Grammar
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

BK1 unit 3 
Recap Grammar

Slide 1 - Diapositive

This lesson
Grammar Unit 3:
Meervoud 
Present Continuous
Zijn: vragen stellen
Getallen 
Hebben: vragen stellen

Slide 2 - Diapositive

Meervoud/Plural
Meestal een S erachter ---> cat-cats
Uitzonderingen
Woord eindigt op Y ---> IE 
Baby-babies              lady-ladies
Woord eindigt op F ---> VES
       Scarf-scarves      


Slide 3 - Diapositive

Meervoud
Glove

Slide 4 - Question ouverte

Meervoud
Story

Slide 5 - Question ouverte

Meervoud
Shelf

Slide 6 - Question ouverte

Present Continuous
AM-ARE-IS + WERKWOORD + ING

I am working
She is playing
We are listening

Slide 7 - Diapositive

Sleep de juiste persoonvorm naar AM, ARE of IS.


am


is
are
they
 he
 you
   I
 she
  it
we
you

Slide 8 - Question de remorquage


Wat is de regel van de present continuous?
A
hele ww+ -ed
B
shit = hele ww+ -s
C
to be (am/are/is) + ww+ing

Slide 9 - Quiz

Maak een continuous
Maria-wear-black-shoes

Slide 10 - Question ouverte

Maak een continuous
I - borrow-your-jeans

Slide 11 - Question ouverte


We ... (to learn) about the present continuous.
A
are learning
B
learn
C
am to learning
D
learns

Slide 12 - Quiz

Jesse an Maya............(to watch)
A
is watch
B
watches
C
are watching
D
are to watching

Slide 13 - Quiz

A or AN
Woorden die beginnen met klinkers: An
An apple, an umbrella
Woorden die beginnen met medeklinkers: A
A car, a bike

Goed luisteren naar de uitspraak. Hoor je een klinker of een medeklinker??

Slide 14 - Diapositive

Cat
A
A
B
An

Slide 15 - Quiz

Hour
A
A
B
An

Slide 16 - Quiz

Uniform
A
A
B
An

Slide 17 - Quiz

Pencil
A
A
B
An

Slide 18 - Quiz

What do you remember?

Slide 19 - Diapositive

getallen >30
  • Je spreekt éérst het tiental uit. Tientallen zijn 30, 40, 50, 60, 70, 80
  • Na het tiental spreek je het enkele getal uit. Enkele getallen zijn bijvoorbeeld 1, 5, 8, 4, 3, enz.

Slide 20 - Diapositive

Let's practise! Pak een blaadje en pen en schrijf op:

Slide 21 - Diapositive

Kader
Ga aan het werk met de oefeningen op LearnBeat

Slide 22 - Diapositive