6.1 Endogene gebiedskenmerken

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

H6 Zuidoost-Azië

6.1 t/m 6.3

Herhaling domein gebieden

Stof 4v (3.2 en 3.7)

Welke landen?

6.1 Endogene kenmerken

Endogene krachten

• Vulkanisme
• Gebergtevorming
• Aardbevingen -> tsunami

Sedimentaire buitenboog

Vulkanische binnenboog

Stratovulkanen -> Caldera

Uitbarsting: Lahar

Wat is het en hoe ontstaat het?

Tsunami

Zeebeving -> vloedgolf

2004: >300.000 doden

Geologische positie

Indonesië, Oost-Timor, Filipijnen

• Hoe donkerder de kleur, hoe kleiner de afstand tot een plaatsgrens, hoe groter de kans op een zware aardbeving
• Hoe donkerder de kleur, hoe groter de kans op jonge vulkanen

Geologische positie

Singapore, Maleisië, Brunei, Cambodja, Thailand, Vietnam, Laos

• Hoe lichter, hoe verder van de plaatsgrens, hoe kleiner de kans op een zware aardbeving
• Hoe lichter hoe kleiner de kans op jonge vulkanen

Geologische positie

Myanmar:

• Geen jonge vulkanen
• Wel aardbevingen (botsing India en Azië)

Positieve gevolgen

• Vruchtbare bodem
  
• ertsen (§3)
  
• mogelijkheden voor vulkaantoerisme
  

Opdrachten

Maak 

Hoofdstuk 6

§ 1

Opdr. 1 t/m 4

6.2 Exogene kenmerken

Klimaat

Tropisch:

• Af: Tropisch regenwoud
  
• Am/Aw: Savanne
  

• Cw: in dit geval een wat kouder Aw klimaat
  

Moesson

Moesson

• Januari: NH noordoostmoesson - ZH noordwestmoesson
• Juli: NH zuidwestmoesson - ZH zuidoostmoesson
• Aanlandige wind: regen - aflandige wind: droog
• Java ligt halverwege de route; geen moessonklimaat
• lijzijde of maximum: intensievere droge periode 

-> zie gele blokje bij bron 8 (p. 87)

Tyfonen

Tyfonen

• Myanmar, Filipijnen, Vietnam
  
• Juni t/m november
  
• Zeewater > 26 graden Celcius
  

Opdrachten

Maak 

Hoofdstuk 6

§ 2

Opdr. 1 t/m 3

6.3 Natuurlijke hulpbronnen

Bodemvruchtbaarheid

veel reliëf -> alleen kust- en riviervlakten bewoonbaar

• Vruchtbare bodems bij vulkanen en rivierafzettingen -> intensieve landbouw -> hoge bevolkingsdichtheid
  
• Reliëfrijke arme bodems -> extensieve landbouw -> lage bevolkingsdichtheid
  

-> Google Earth

Natuurlijke hulpbronnen:

Wat en waar?

-> Google earth

Fossiele brandstoffen en ertsen

Ertsen

Vulkanisme:

• Ertsen worden met magma uit de mantel meegenomen;
• metalen hebben lager stollingspunt, dus stollen later en hopen zich door gasdruk op in holle ruimtes
• Hoge concentraties bij plaatranden -> winbaar
• Rivieren eroderen en sedimenteren
• Niet allemaal aan oppervlak: dag- en schachtbouw

Fossiele energiebronnen

• resten van planten en dieren
• lagen sedimenten
• hoge druk en temperatuur
• onderzeese plateaus
• Indonesië: Sundaplat. 

Natuurlijke hulpbronnen en ontwikkeling

Laos: weinig hulpbronnen, laag bnp/hoofd

Indonesië: veel hulpbronnen, maar bnp/hoofd lager dan Thailand:

- Inwoneraantal

- Kwaliteit van bestuur

- Afvloeien winsten naar buitenland

Technologische ontwikkeling, maakt minder grondstofafhankelijkheid, dus minder kwetsbaar

Globalisering en milieuproblemen

Grootschalige winning grondstoffen (ontbossing) -> verstoorde ecosystemen

Opdrachten

Maak 

Hoofdstuk 6

§ 3

Opdr. 1 t/m 3