Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Introduction
Inspireer je leerlingen tot het schrijven van een eigen gedicht door de kracht en pracht van filmbeelden. Door aandachtig te kijken en te luisteren, verkennen ze hun innerlijke gevoelens en gedachten. Deze filmervaring verwerken ze vervolgens in een passende poëzievorm, zoals een raptekst, sonnet, limerick of een andere poëzievorm naar keuze. Deze les biedt je leerlingen de mogelijkheid om op een creatieve wijze hun persoonlijke belevingswereld te uiten en te verwoorden.
Dit is een les Nederlands bij vaardigheden kijken, luisteren en schrijven.
Instructions
Leerdoelen
Leerlingen kijken en luisteren met aandacht naar een scène uit een korte film.
Leerlingen verwoorden in een woordweb welke gevoelens en gedachten deze scène bij hen oproept.
Leerlingen verwoorden hun gevoelens en gedachten bij een still van de scène met een gedicht.
Leerlingen oefenen met een dichtvorm naar keuze.
Werkvorm
Dit is een les met klassikale, groeps- en individuele opdrachten.
Voorkennis
Leerlingen weten wat poëzie is.
Leerlingen hebben al eerder een of meerdere gedichten gelezen.
Benodigde materialen
Laptop en beamer om de korte film te bekijken.
Informatie over de opdracht voor de leerling uitgeprint.
Pen en papier voor leerlingen om hun antwoorden op te schrijven.
Film & Nederlands
Dit is een specifieke variant van de les 'Van film naar gedicht' met daarin de film Ga niet naar zee verwerkt. Ook zijn er specifieke lessen bij de volgende films: Sevilla, Copyrette en Grand Tour.
Je kunt deze les toepassen op elke film naar keuze door de algemene les te gebruiken.
Éléments de cette leçon
Van film naar gedicht
Slide 1 - Diapositive
Inleiding
Inspireer je leerlingen met deze les "Van film naar gedicht" tot het schrijven van een eigen gedicht door de kracht en pracht van filmbeelden.
Door aandachtig te kijken en te luisteren, verkennen ze hun innerlijke gevoelens en gedachten.
Deze filmervaring verwerken ze vervolgens in een passende poëzievorm, zoals een raptekst, sonnet, limerick of een andere poëzievorm naar keuze.
Deze les biedt je leerlingen de mogelijkheid om op een creatieve wijze hun persoonlijke belevingswereld te uiten en te verwoorden.
LET OP: Deze specifieke LessonUp bevat de korte film Ga niet naar zee (Sander Burger, 2018).
Gebruik de algemene LessonUp om een zelf uitgekozen film te behandelen.
Of gebruik een van de specifieke LessonUps bij de volgende films: Copyrette, Grand Tour, Sevilla.
Leerdoelen
Aan het einde van de les...
...kun je met aandacht kijken en luisteren naar een scène uit een korte film.
...kun je in een woordweb de gevoelens en gedachten die een filmfragment bij je oproept verwoorden.
...kun je je gevoelens en gedachten bij een still van de scène verwoorden in een gedicht.
...oefen je met het schrijven in een dichtvorm naar keuze.
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen
Aan het einde van de les...
...kunnen leerlingen met aandacht kijken en luisteren naar een scène uit een korte film.
...kunnen leerlingen in een woordweb de gevoelens en gedachten die een filmfragment bij zich oproepen verwoorden.
...kunnen leerlingen hun gevoelens en gedachten bij een still van de scène verwoorden in een gedicht.
...oefenen de leerlingen met het schrijven in een dichtvorm naar keuze.
Voorkennis
Wat weet jij al?
Welke gedichten ken je?
Welke dichtvormen zijn er?
Wat is de functie van een gedicht?
Slide 3 - Diapositive
Voorkennis
Vraag aan je leerlingen welke gedichten ze kennen en welke dichtvormen ze kunnen noemen.
Laat je leerlingen vertellen wat een functie is van een gedicht.
Laat eventueel wat voorbeelden zien of draag een kort gedicht voor.
Instructie voor het maken van een woordweb
Uitleggen van de methode om gevoelens en gedachten visueel te organiseren
Begeleiden van leerlingen bij het maken van een woordweb
1 Filmscène kijken
Schrijf in het midden van het woordweb de titel op van de film.
Kijk nu aandachtig naar een scène uit een korte film.
Welke gevoelens en gedachten roept de scène bij je op?
Schrijf je associaties op in je woordweb!
Slide 4 - Diapositive
Voorbereiden filmscène kijken
Deel het werkblad met een leeg woordweb uit. Het werkblad vind je in de bijlage.
Vertel je leerlingen dat ze in het midden van het woordweb de titel van de film opschrijven.
Vertel leerlingen dat ze zo klassikaal naar een scène uit een Nederlandse korte film gaan kijken.
Vertel ze dat ze bij het kijken van de scène hun associaties opschrijven. Let op: er is geen goed of fout, het gaat om de gedachten en gevoelens die de scène bij leerlingen oproept.
Slide 5 - Vidéo
Kijken filmscène
Kijk de filmscène met de klas.
LET OP: Deze specifieke LessonUp bevat een filmscène van de korte film Ga niet naar zee (Sander Burger, 2018).
Gebruik de algemene LessonUp om een zelf uitgekozen film te behandelen.
Of gebruik een van de specifieke LessonUps bij de volgende films: Copyrette, Grand Tour, Sevilla.
Instructie voor het maken van een woordweb
Uitleggen van de methode om gevoelens en gedachten visueel te organiseren
Begeleiden van leerlingen bij het maken van een woordweb
2 Woordweb maken
Welke gevoelens en gedachten roept de scène bij je op?
Schrijf je associaties op in je woordweb!
Slide 6 - Diapositive
Woordweb maken
Vertel ze dat ze nu na het kijken van de scène nog even tijd hebben om hun associaties op te schrijven.
Nogmaals: er is geen goed of fout, het gaat om de gedachten en gevoelens die de scène bij leerlingen oproept.
Observatie van een filmstill en het schrijven van een gedicht
Analyseren van de gekozen filmstill
Schrijven van een gedicht gebaseerd op de waarnemingen en gevoelens
3 Een filmstill ter inspiratie
Kun je de plek omschrijven, waar zie je dat aan?
Wat voor kleuren worden er gebruikt en wat doet dit met je?
Hoe kijken de acteurs in het shot, wat vind je van hun gezichtsuitdrukking en hoe voel je je hierbij?
Hoe is het shot genomen? Bijvoorbeeld:
Kun je je woordweb uitbreiden met andere woorden? Of kun je je woorden aanscherpen?
Let goed op de volgende dingen!
een close-up,
een totaalshot,
een kikvorsperspectief,
een vogelperspectief.
Slide 7 - Diapositive
Filmstill ter inspiratie
Vertel leerlingen dat zij hun woordweb erbij pakken en bewust naar de still kijken.
Laat ze letten op bijvoorbeeld:
Het decor van de scène (wat is er allemaal in beeld te zien, op wat voor plek zijn we en waar zie je dat aan?)
Kleurgebruik, expressie op de gezichten van de acteurs,
Kadrering (is het shot van veraf genomen: een totaalshot? Of juist van heel dichtbij: een close-up?)
Of camerapositie: is het shot van onderaf genomen (een kikvorsperspectief) of juist van bovenaf (een vogelperspectief?)
Kunnen ze hun woordweb uitbreiden met andere woorden?
Of kunnen ze hun woorden aanscherpen en nuanceren aan de hand van hun observaties?
Filmstill
Slide 8 - Diapositive
Voorbeeld filmstill
Wanneer de leerlingen klaar zijn met hun woordweb, vertel je ze dat je een shot of een stilstaand beeld uit de scène laat zien.
LET OP: Deze specifieke LessonUp bevat een filmstill van de korte film Ga niet naar zee (Sander Burger, 2018).
Gebruik de algemene LessonUp om een zelf uitgekozen film te behandelen.
Of gebruik een van de specifieke LessonUps bij de volgende films: Copyrette, Grand Tour, Sevilla.
Bespreking van de geschren gedichten
Analyseren van de gekozen filmstill
Schrijven van een gedicht gebaseerd op de waarnemingen en gevoelens
4 Schrijf een gedicht
Zet je gedachten en gevoelens die je hebt verzameld in je woordweb om tot een gedicht!
Schrijf een gedicht van maximaal een halve A4.
Je kunt kiezen voor een raptekst, sonnet, limerick of een andere dichtvorm.
Let goed op de volgende dingen!
Slide 9 - Diapositive
Schrijf een gedicht
Vertel ze dat ze nu een gedicht gaan schrijven op basis van hun observaties en de woorden in hun woordweb.
Het gedicht is maximaal een halve A4.
Herhaal eventueel de verschillende vormen van een gedicht (het mag bijvoorbeeld ook een raptekst zijn).
Filmstill
Slide 10 - Diapositive
Voorbeeld filmstill
Laat de still op het scherm zien terwijl de leerlingen hun gedicht schrijven.
Bespreking van de geschren gedichten
Delen van gedichten in de klas
Bespreken van de impact van filmbeelden op de geschreven gedichten
5 Bespreking
Wat valt je op?
Wat spreekt je aan en waarom?
Gedichten voordragen
Slide 11 - Diapositive
Bespreking van de gedichten
Rond de individuele opdracht af en vraag leerlingen wie zijn gedicht wil voordragen.
Bespreek de gedichten.
Film
Film
Slide 12 - Diapositive
Korte film kijken
Na het delen en bespreken van de gedichten, vertel je je leerlingen dat ze nu de hele film gaan kijken.
LET OP: Deze specifieke LessonUp bevat de korte film Ga niet naar zee (Sander Burger, 2018).
Gebruik de algemene LessonUp om een zelf uitgekozen film te behandelen.
Of gebruik een van de specifieke LessonUps bij de volgende films: Copyrette, Grand Tour, Sevilla.
Bekijken van de hele film en bespreking
Gezamenlijk kijken naar de volledige film
Discussie over de totale filmervaring en vergelijking met individuele gedichten
6 Film Bespreken
Zou je nu een heel ander gedicht hebben geschreven?
Waarom wel of niet?
Pak je gedicht er nog eens bij.
Slide 13 - Diapositive
Film bespreken
Vraag je leerlingen nog eens hun gedicht erbij te pakken.
Nu ze de hele film hebben gekeken, zouden ze een heel ander gedicht hebben geschreven?
Waarom wel/niet?
7 Vervolgopdracht
Wanneer er tijd over is...
Je maakt vijf shots bij je gedicht.
Deze beelden laten de sfeer, gedachten en gevoelens van je gedicht zien.
Het gaat hierbij om de associaties die je gedicht oproept.
Er is geen goed of fout!
mag je je eigen gedicht verfilmen!!!
Slide 14 - Diapositive
Vervolgopdracht
Als eventuele vervolgopdracht maken leerlingen een eenvoudig kort filmgedicht in maximaal vijf shots:
Laat ze op basis van hun eigen gedicht maximaal vijf shots opnemen waarmee ze hun gedicht verfilmen.
Wederom: er is geen goed of fout, het gaat om de associatie.
Waar ze eerder een gedicht schreven op basis van een scène uit een korte film, maken ze nu een korte film van vijf shots op basis van hun eigen gedicht.
Wat vonden jullie van de les?
8 Afsluiting: nabespreken
Slide 15 - Diapositive
Afsluiting: nabespreken
Vraag als afsluiter aan je leerlingen wat ze van de les vonden.