NN editie 6 Lezen H1 vaste tekststructuren

Nederlands
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nederlands

Slide 1 - Diapositive

Deze les
Lezen H1: Vaste tekststructuren (1)
Uitleg en zelfstandig aan het werk.

Aan het eind van de les:
  • kun je verschillende vaste tekststructuren herkennen;
  • kun je onderwerp, hoofdgedachte en deelonderwerpen benoemen

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen:
Ik leer:
  • de diverse tekststructuren te onderscheiden.
  • zelf bij teksten de tekststructuren te herkennen.
  • Dit is handig omdat je dan zelf sneller een tekst kunt samenvatten.

Slide 3 - Diapositive

Pak je leesboek.
Geen leesboek mee? Meld je even bij mij. 
timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

Lezen H1
Vaste tekststructuren (1)

Slide 5 - Diapositive

Vaste tekststructuren (1)
De meeste teksten hebben een inleiding, middelstuk en een slot. Veel teksten zijn opgebouwd volgens een vaste structuur. Vandaag leer je er vier.

  • argumentatiestructuur
  • aspectenstructuur
  • verklaringsstructuur
  • voor- en nadelenstructuur

Slide 6 - Diapositive

Vaste tekststructuren
Vaste indeling:

Inleiding
Middenstuk
Slot
hf. 1
- argumentatiestructuur
- aspectenstructuur
- verklaringsstructuur
- voor- en nadelenstructuur

Slide 7 - Diapositive

Argumentatiestructuur
Inleiding: standpunt
Roken moet verboden worden.

Middenstuk: argumenten voor en tegen het standpunt (+ weerlegging)
Slecht voor de gezondheid <-> iedereen heeft een eigen keuze

Slot: herhaling stelling
En daarom moet roken dus verboden worden.

Slide 8 - Diapositive

Aspectenstructuur
Inleiding: onderwerp
Hamsters

Middenstuk: diverse aspecten van het onderwerp
Wat eten hamsters, welke soorten zijn er, waar leven ze

Slot: samenvatting (soms)

Slide 9 - Diapositive

Verklaringsstructuur
Inleiding​: Bepaald verschijnsel
Coronacijfers lopen hoger op

Middenstuk​: Kenmerken/voorbeelden + verklaringen/oorzaak/oorzaken/redenen
Meer mensen op de IC, meer positief geteste mensen, feestjes, vakantie, ….

Slot​: Samenvatting of conclusie

Slide 10 - Diapositive

Voor- en nadelenstructuur
Inleiding​: vraag of standpunt
Moeten de coronamaatregelen worden afgeschaft?

Middenstuk​: Voor- en nadelen
Ja, want: weinig besmettingen, Nee, want: het is nog niet voorbij

Slot​: Afweging en conclusie

Slide 11 - Diapositive

Sleepvraag: 
Sleep de juiste inleiding naar de juiste tekststructuur
stelling-argument
structuur
probleem/
oplossing-
structuur
verklarings-
structuur
voor- en
nadelen-
structuur
inleiding:
stelling,
standpunt
(eventueel
als vraag)
inleiding:
probleem
inleiding:
bepaald
verschijnsel
inleiding:
vraag
of 
stelling

Slide 12 - Question de remorquage

Sleepvraag: 
Sleep de juiste inleiding naar de juiste tekststructuur
aspecten-
structuur
probleem/
oplossing-
structuur
verklarings-
structuur
inleiding:
onderwerp

inleiding:
probleem
inleiding:
bepaald
verschijnsel

Slide 13 - Question de remorquage



Wat is een tekststructuur?
A
Het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd.
B
Het belangrijkste in een alinea.
C
De samenhang tussen woorden, zinnen of alinea's.
D
Relaties tussen verschillende delen van de tekst.

Slide 14 - Quiz

Hoewel de Spaanse Costa’s niet meer zo populair zijn als een aantal jaren geleden, is het in mijn ogen nog steeds de ideale vakantie- bestemming. Je hebt er altijd zon dus je kunt je regenkleding lekker thuislaten. De stranden zijn breed en het zeewater heeft een goede temperatuur. Verder zijn er overal Nederlandse bars te vinden waardoor je ook zonder Spaans te spreken aan je trekken komt. Bovendien rijden er vanuit Nederland verschillende busmaatschappijen naar de Costa’s en deze ritjes zijn helemaal niet duur. Kortom de Spaanse kust blijft mijn favoriete vakantieoord. Ik ga deze zomer weer!
A
argumentatiestructuur
B
aspectenstructuur
C
verklaringsstructuur
D
voor- en nadelenstructuur

Slide 15 - Quiz

Vriendschap is een kwestie van geven en nemen. Er zijn drie sleutelwoorden voor vriendschap. Vertrouwen, want we zoeken in een vriend iemand die naast ons staat in het leven. Humor, want een goede vriend is vaak iemand met wie je na een woord al in lachen uitbarst. Stabiliteit, want in een goede vriendschap blijft het gevoel van saamhorigheid lang bestaan. Vertrouwen, humor en stabiliteit zijn de sleutelwoorden voor vriendschap.
A
argumentatiestructuur
B
aspectenstructuur
C
verklaringsstructuur
D
voor- en nadelenstructuur

Slide 16 - Quiz

Opdrachten maken
Je maakt online Lezen H1

Je volgt hierin je eigen leerroute, voor route B scoor je minimaal 80%, voor leerroute C scoor je minimaal 75%.

De eerste 10 minuten wordt er in stilte gewerkt, daarna mag je overleggen. 
timer
10:00

Slide 17 - Diapositive

Huiswerk


  1. Je zorgt voor een leesboek
  2. Je hebt Lezen H1 af. 

Slide 18 - Diapositive