bloedsuiker en insuline

1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

waarom bloedsuiker prikken?

Slide 3 - Question ouverte

waarom insuline spuiten?

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Antwoorden:
1. Wat is de naam van de hoeveelheid in te spuiten insuline?
Internationale Eenheden
2. Hoe noem je de injectiemethode waarmee je insuline toedient?
loodrecht techniek
3. Wat is een andere manier om insuline toe te dienen?
intraveneus, of via een subcutaan pompje
4. Bewaar je de insuline in de koelkast of op kamertemperatuur?
in gebruik? op kamertemperatuur. Voorraad? in de koelkast
5. Noem 2 belangrijke aandachtspunten rondom het injecteren
 van insuline.
huid niet masseren, kan opname van insuline beïnvloeden, na inspuiten 10 seconden wachten



Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

aandachtspunten bloedsuiker prikken?

Slide 9 - Carte mentale

welke glucosewaardes mag je accepteren bij een persoon met diabetes?

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Waar injecteer je?

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Welke insulines ben je al tegengekomen in de praktijk?

Slide 26 - Question ouverte

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Je spuit iemand ultra-kort werkende insuline.
Dan geeft de zorgvrager aan dat hij misselijk is en niet gaat eten.

Wat is het risico?


Slide 33 - Diapositive

Vertel! Wat is er blijven hangen?

Wat is er aan de hand bij diabetes?

Wat is insuline?

Wat is een hypo/ hyper?

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

wat is geen symptoom van een hypo?
A
transpireren
B
veel dorst
C
geeuwen
D
hoofdpijn

Slide 36 - Quiz

symptomen hypoglykemie
Het lichaam reageert op een daling van de bloedglucose door hormonen te produceren, voornamelijk adrenaline. De zorgvrager gaat hierdoor bijvoorbeeld transpireren en krijgt hartkloppingen. De hersenen werken niet goed meer als de bloedglucose onder een bepaalde waarde komt. De volgende verschijnselen van een hypoglykemie kunnen zeer snel optreden:
  • hartkloppingen en transpireren;
  • bleekheid;
  • hoofdpijn;
  • moeheid;
  • beven, trillen, duizeligheid;
  • een sterk hongergevoel;
  • geeuwen;
  • wazig zien;
  • wisselend humeur (opgewonden, geïrriteerd, afwezig).
Soms kan de zorgvrager niet goed meer praten en stribbelt hij tegen als anderen hem willen helpen. Dit gedrag is een gevolg van de hypo en wordt ten onrechte weleens verward met dronkenschap.










Slide 37 - Diapositive

wat is geen symptoom van een hyperglykemie?
A
slaperigheid
B
adem ruikt naar aceton
C
wazig zien
D
diepe ademhaling

Slide 38 - Quiz

symptomen hyperglykemie
Symptomen die kunnen voorkomen bij een hyperglykemie zijn:

  • veel urineren en dorst;
  • droge tong;
  • moeheid, slaperigheid;
  • de adem ruikt naar aceton;
  • diepe ademhaling;
  • pijn in de bovenbuik.
Als de bloedsuiker langere tijd hoog blijft, kan de zorgvrager ook last hebben van moeheid, jeuk en infecties. Bij een erg hoge bloedglucose kan de zorgvrager last krijgen van sufheid en braken. De adem kan naar aceton ruiken.






Slide 39 - Diapositive

praktijksituatie
Wat is er met mevrouw Van Dijk aan de hand?
Mevrouw Van Dijk is opgenomen op een gesloten afdeling van een verpleeghuis. Zij heeft dementie en kan daardoor niet goed aangeven of ze pijn of andere klachten heeft.
Jolien heeft dagdienst en het valt haar op dat mevrouw Van Dijk overdag heel vaak naar het toilet gaat. Jolien weet dat mevrouw regelmatig hoge bloedsuikers heeft vanwege haar diabetes mellitus. Jolien raadpleegt het medisch dossier van mevrouw Van Dijk en ziet dat mevrouw ook vaak een blaasontsteking heeft.

Wat zou je doen?

Slide 40 - Diapositive

Jolien besluit om eerst de bloedsuiker van mevrouw Van Dijk te prikken. Als deze waarde goed is, weet Jolien dat ze een hyperglykemie (hoge bloedsuiker) kan uitsluiten.

Slide 41 - Diapositive