3M_waar heb je behoefte aan_1.1_2021_2022

Indeling van het boek Pincode 
CONSUMENTEN: hst 1,2,3,4 (Exameneenheid consumptie)
PRODUCENTEN: hst 5,6 (exameneenheid Arbeid en Productie)
OVERHEID: hst 7 (exameneenheid Overheid en Bestuur)
BUITENLAND: hst 8 (exameneenheid Internationale ontwikkelingen)
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Indeling van het boek Pincode 
CONSUMENTEN: hst 1,2,3,4 (Exameneenheid consumptie)
PRODUCENTEN: hst 5,6 (exameneenheid Arbeid en Productie)
OVERHEID: hst 7 (exameneenheid Overheid en Bestuur)
BUITENLAND: hst 8 (exameneenheid Internationale ontwikkelingen)

Slide 1 - Diapositive

Programma

Testen voorkennis
Uitleg par 1.1 
Zelfstandig werken
Bespreken
Maken opgaven
Afsluiting met lesdoelen

Hoofdstuk 1 
Hoe groot is jouw welvaart?
1.1 Waar heb jij behoeften aan?

Lesdoelen:
  • wat voor behoeften kun je hebben?
  • wat betekent het begrip schaars in de economie?
  • wat bepaalt je welvaart?

Slide 2 - Diapositive

GOEDEREN
DIENSTEN
water
tandartsbezoek
een popconcert
laptop
broodje gezond
band plakken
auto wassen
afwasmachine

Slide 3 - Question de remorquage

Indeling van behoeften
Primaire behoeften: noodzakelijke levensbehoeften

Secundaire behoeften : alle overige behoeften die het leven prettiger maken




Slide 4 - Diapositive

De primaire behoeften van de ene persoon kan een secundaire behoeften voor een ander persoon zijn.
Primaire behoeften
secundaire behoeften
mobiele telefoon


brood
winterjas
woning
kaartje van een concert
villa met een zwembad
schoolboeken

Slide 5 - Question de remorquage

Verschillen in behoeften worden veroorzaakt door :
  • je budget
  • je leeftijd
  • je geslacht
  • je vrienden en klasgenoten 
  • je thuissituatie
  • commerciele beinvloeding  

Slide 6 - Diapositive

Om in je behoeften te voorzien heb je middelen nodig.
Tijd
Geld

Tijd en geld zijn in beperkte hoeveelheid aanwezig

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Schaarse goederen
  1. Er zijn productiemiddelen ingezet (kapitaal, arbeid, natuur, ondernemerschap)
  2. Er hangt een prijskaartje aan.
  3. Hoe duurder hoe schaarser.

Slide 9 - Diapositive

Welvaart
Is de mate waarin je in je behoeften kunt voorzien, ook zelfvoorziening draagt bij aan je welvaart.

Slide 10 - Diapositive

Formule 1:
Berekenen van een aantal of getal met een percentage:

Slide 11 - Diapositive

Wat heb je geleerd?
Wat voor behoeften kun je hebben?
(primair en secundair)
Wat betekent het begrip schaars in de economie?
Wat bepaalt je welvaart?

Slide 12 - Diapositive

Huiswerk?
Niet af?
Dan is het huiswerk
Opgave 1 t/m 13 (paragraaf 1.1)
Leer voor de volgende les de begrippen van par 1.1 (blz 26 boek)

Slide 13 - Diapositive