Staal Spelling 4.3.3 (groep 6)

Staal Spelling 4.3.3 (groep 6)
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Staal Spelling 4.3.3 (groep 6)

Slide 1 - Diapositive

dictee

Slide 2 - Question ouverte

dictee

Slide 3 - Question ouverte

dictee

Slide 4 - Question ouverte

dictee

Slide 5 - Question ouverte

Hoeveel stappen heb je nodig om 
een dik nijlpaard in de koelkast te zetten?
Hoeveel stappen heb je nodig om 
een  bruine zeehond in de koelkast te zetten?
Benoem de zelfstandige naamwoorden in deze zinnen.

Slide 6 - Carte mentale

Zet de zelfstandige naamwoorden op de goede plek.
Enkelvoud
Meervoud
nijlpaard
stappen
koelkast
zeehond

Slide 7 - Question de remorquage

Hoeveel stappen heb je nodig om 
een dik nijlpaard in de koelkast te zetten?
Hoeveel stappen heb je nodig om 
een bruine zeehond in de koelkast te zetten?
Benoem de bijvoeglijke naamwoorden in deze zinnen.

Slide 8 - Carte mentale

Hoeveel stappen heb je nodig om een dik nijlpaard in de koelkast te zetten?
Benoem de voorzetsels in deze zin.

Slide 9 - Carte mentale

Voegwoorden!
Ze VOEGEN twee zinnen samen.
Ze maken twee zinnen aan elkaar vast.

Slide 10 - Diapositive

Voegwoorden

Slide 11 - Carte mentale

Komma
De komma geeft kort rust in een zin. 
Je schrijft de komma altijd voor een voegwoord. 
Behalve bij EN en OF.

Ik moest lopend naar school, want mijn fietsband is leeg.

Slide 12 - Diapositive

Kijk goed waar de komma staat.
Goed
Fout
Buiten is het koud, want het is winter.
Het is wit buiten omdat, het heeft gesneeuwd.
De juf leest voor, terwijl de klas fruit eet.
De meester merkte niets totdat, de hele klas ging lachen.

Slide 13 - Question de remorquage