1vm Hoofdstuk 3 l'épiphanie

Eerst gaan we even kijken wat we nog weten... 


In de volgende dia's zie je woordjes, probeer ze uit je hoofd te vertalen. 
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 35 min

Éléments de cette leçon

Eerst gaan we even kijken wat we nog weten... 


In de volgende dia's zie je woordjes, probeer ze uit je hoofd te vertalen. 

Slide 1 - Diapositive

Kies de goede vertaling voor:
l'enfant
A
de afspraak
B
de olifant
C
het kind
D
het kledingstuk

Slide 2 - Quiz

Kies de goede vertaling van:
trouver
A
vinden
B
zoeken
C
lopen
D
helpen

Slide 3 - Quiz

wat betekent de zin:
Ça coute combien?
A
hoeveel heb je?
B
Hoeveel kost het?

Slide 4 - Quiz

Wat betekent de zin:
Je voudrais une baguette.

Slide 5 - Question ouverte

Maak de goede combinaties met de getallen
23
56
39
28
66
vingt-trois
cinquante-six
trente-neuf
vingt-huit
soixante-six

Slide 6 - Question de remorquage

L'école et le collège

Slide 7 - Diapositive

Les maths =

Slide 8 - Question ouverte

l'histoire =

Slide 9 - Question ouverte

l'anglais =

Slide 10 - Question ouverte

les sciences =

Slide 11 - Question ouverte

le prof =

Slide 12 - Question ouverte

Kies de goede vertaling van de volgende datum:
Le six janvier
A
8 januari
B
10 januari
C
5 januari
D
6 januari

Slide 13 - Quiz

L'épiphanie 
Le six janvier 

Une galette der Rois

Slide 14 - Diapositive

Au travail!
Bekijk de video op de volgende dia.

Schrijf de volgende antwoorden in je schrift op:

  1. Wat voor ingrediënten moeten er in de taart? (het zijn er 5)
  2. Op hoeveel graden moet de oven staan?
  3. Hoelang moet de taart in de oven?

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Maak de goede combinaties 
sévère
la classe
le secret
le sac à dos
les devoirs
streng
de klas
het geheim
de rugtas
het huiswerk

Slide 17 - Question de remorquage

De kloktijden
Hele uren: 
Il est deux heures
Il est quatre heures
Il est dix heures

Slide 18 - Diapositive

Hoelaat is het?
Il est six heures

Slide 19 - Question ouverte

Hoe laat is:
Il est onze heures

Slide 20 - Question ouverte

Hoe laat is:
Il est huit heures

Slide 21 - Question ouverte

Halve uren:
Il est deux heures et demie = 2:30 
Il est quatre heures et demie = 4:30
Il est dix heures et demie = 10.30

Slide 22 - Diapositive

Hoe laat is het?
Il est sept heures et demie

Slide 23 - Question ouverte

Hoe laat is:
Il est quatre heures et demie

Slide 24 - Question ouverte

Hoe laat is:
Il est dix heures et demie

Slide 25 - Question ouverte

Hoe laat is:
Il est sept heures et demie

Slide 26 - Question ouverte

On va corriger!
Blz. 100

Nakijken opdracht 4-5-6

Slide 27 - Diapositive

Les devoirs 
Leren blokje B 

Slide 28 - Diapositive