Wonen les 4

Wonen
Les 4: 



1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
WonenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Wonen
Les 4: 



Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aanwezigheidsregistratie
Aanwezigheid zal door de docent geregistreerd worden. Aanwezigheid kan meerdere malen tijdens de les worden gedaan. Bij vroegtijdig verlaten van de les, zonder geldige reden, zal je op 'ongeoorloofd afwezig' staan. 

Ben je te laat? Geef dit dan door aan het einde van de les aan de docent. Dit is jouw verantwoordelijkheid. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
  1. AWR
  2. Terugblik
  3. Lesdoelen
  4. Theoretische gedeelte
  5. Aan de slag
  6. Eindopdracht
  7. Vaardigheidslijst
  8. Afsluiting les

Slide 3 - Diapositive

Deel 1: 90 min (2 x45 min)

5 min. Welkom en AWR
5 min. Energizer
4 min. lesdoelen
3 min. Programma
20 min  Uitleg en Opbouw vak
10 min  Theoretische gedeelte
20 min  Leeractiviteit 2
10 min Lesdoelen check
3 minuten afsluiting les

80 min. totaal




Terugblik
Elke les staan we stil bij wat we de vorige les hebben besproken. 

Moduleplanner, eindopdracht
Methodisch werken


- Heb jij nog vragen over de vorige les?
- Wat is je bijgebleven van de vorige les?





Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is methodisch werken?
A
Methodisch werken houdt in dat je GEEN vaste werkwijze aanhoudt bij de begeleiding.
B
Methodisch werken houdt in dat je iemand begeleidt.
C
Methodisch werken houdt in dat je NIEMAND begeleidt.
D
Methodisch werken houdt in dat je een vaste werkwijze aanhoudt bij de begeleiding.

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelgericht werken is
A
Je voert de begeleiding uit om een doel te bereiken. Dit heet doelgericht handelen.
B
Je observeert de begeleiding uit om een doel te bereiken. Dit heet doelgericht handelen.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Systematisch handelen is
A
Je gaat NIET in een volgorde het doel proberen te behalen.
B
Je gaat in een volgorde stappen zetten moeten worden om het doel te behalen.

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Procesmatig handelen is
A
Iedere stap moet aansluiten op de volgende stap. Dat heet procesmatig handelen.
B
De stappen hoeven NIET aan te sluiten op de volgende stap. Dat heet procesmatig handelen.

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bewust handelen is
A
Methodisch handelen houdt ook in dat je altijd weet wat je doet en waarom je het doet. Je handelt bewust
B
Methodisch handelen houdt ook in dat je altijd inspeelt op je gevoel en soms niet weet waarom je een keus maakt. Dit is bewust handelen.

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
Je houdt rekening met het ziektebeeld, beperking en/of gedragspatronen van de cliënt in je ondersteuning van de cliënt ten aanzien van het leefgebied wonen en huishouden. 

Je past je begeleidingsstijl aan bij de cliënt waarbij je rekening houdt met de mogelijkheden en belastbaarheid; 
  - Autoritaire stijl 
  - Permissieve stijl 
  - Autoritatieve stijl 
  - Laisser-faire stijl  
  - Situationeel begeleiden  











Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Theoretische gedeelte

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Begeleiden en ondersteunen
De WLZ verstaat onder begeleiden :
Activiteiten waarmee je een cliënt ondersteunt bij het uitvoeren van algemene dagelijkse levensverrichtingen en bij het aanbrengen en behouden van structuur in en regie over het persoonlijk leven.

De WLZ verstaat onder ondersteunen :
Ondersteunen is in dit verband het feitelijk uitvoeren van begeleidende taken en activiteiten gericht op de dagelijkse levensverrichtingen, de structuur en eigen regie van de cliënt.


Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zie je het begeleiden en ondersteunen terug op je BPV?

Slide 13 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag begeleiden en ondersteunen
Instructie:
  • Pak het boek Methodisch begeleiden
  • Lees thema 7 Methodisch handelen en vraaggericht werken (paragraaf 17.1)

Maken: Verwerkingsopdrachten Boomberoepsponderwijs
  • Boek Methodisch begeleiden
  • Thema 7: opdracht 4, 5

Na het maken van de verwerkingsopdrachten gaan we dit klassikaal bespreken.


timer
15:00

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Begeleidingsstijlen
Een begeleidingsstijl is een vast en herkenbaar patroon in het gedrag dat je als begeleider laat zien.  

  1. Autoritaire stijl: De autoritaire begeleidingsstijl is sturend: jij bepaalt hoe het moet gaan en wat de ander daarvan vindt, doet er weinig toe. Er is veel aandacht voor de taak (jouw doel) en weinig aandacht voor de relatie (de ervaring van de ander).
  2. Permissieve stijl: De permissieve begeleidingsstijl is toegeeflijk: je laat de ander vrij om zijn eigen keuzes te maken. Daarbij heb je weinig aandacht voor de taak (die doet er niet zo veel toe) en veel aandacht voor de relatie (wat de ander graag zou willen).
  3. Autoritatieve stijl: Bij de autoritatieve begeleidingsstijl werk je samen: je overlegt en onderhandelt. Er is aandacht voor de taak én voor de relatie. In dit thema worden deze drie stijlen verder uitgewerkt.
  4. Laisser-faire stijl: De begeleidingsstijl van laisser-faire is verwaarlozend. Je laat de taak én de relatie helemaal los. Je haalt alle aandacht weg: je negeert de cliënt en voert je taak niet meer uit.
  5. Situationeel begeleiden: Situationeel begeleiden houdt in dat je je begeleidingsstijl steeds weer afstemt op de situatie op dat moment. 



Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sophia gaat in het gezin Oosterlaan opvoedingsondersteuning bieden. Ze maakt een plan en betrekt hierbij moeder en vader van het gezin.
Dit plan maakt ze in overleg met ouders en tijdens de begeleiding checkt ze vaak met ouders wat ze nodig hebben van haar.

Welke begeleidingsstijl komt hier naar voren?
A
Autoritatiar
B
Autoritatieve
C
Laisser-faire
D
Permissief

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ahlam begeleidt een groep jongeren. Deze groep jongeren wil op de groep een kookactiviteit organiseren.
Ahlam heeft de afgelopen tijd met ze geoefend en gaat vanavond alleen ingrijpen indien het gevaarlijk wordt. Ze hanteert het ''handen op de rug'' principe. Welke begeleidingsstijl komt hier naar voren?
A
Autoritair
B
Autoritatieve
C
Laisser faire
D
Permissief

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar let je op als je jouw begeleidingsstijl afstemt op de zorgvrager?
A
Manipuleert hij?
B
Is hij wantrouwig?
C
Hoe zelfstandig is hij al?
D
Het soort doel dat hij heeft

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen begeleidingsstijl?
A
Autoritair
B
Sensitief
C
Permissief
D
Autoritatief

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij de autoritaire begeleidingsstijl
A
Bepaalt de begeleider wat er moet gebeuren
B
staat de client centraal
C
Staat de situatie centraal
D
heeft de client veel keuzes

Slide 20 - Quiz

De begeleider: 
Controleert
Bepaalt wat moet gebeuren en geeft veel instructie
Heeft een leidende rol en weet wat het beste is voor de cliënt
Stelt hoge eisen aan de cliënt
Verwacht gehoorzaamheid van de cliënt
Vindt het belangrijkste doel van begeleiden het overdragen van kennis, vaardigheden en regels

Bij welke begeleidingsstijl geef je de cliënt de meeste ruimte- of vrijheid?
A
Autoritaire begeleidingsstijl
B
Autoritatieve begeleidingsstijl
C
Permissieve/Laisser faire begeleidingsstijl

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat wordt onder een begeleidingsstijl verstaan?
A
De manier waarop de begeleider zelf met de begeleidingsmethodiek omgaat/of deze toepast.
B
Begeleidingsstijl is vastgelegd en bestaat uit bepaalde richtlijnen of stappen die je opvolgt als begeleider.
C
Een vaste, weldoordachte manier van handelen om een bepaald doel te bereiken.
D
De begeleidingsstijl zegt dus meer over de persoon van de begeleider.

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag begeleidingsstijlen
Instructie:
  • Pak het boek Methodisch begeleiden
  • Lees thema 10 Begeleidingsstijlen (paragraaf 10.1 t/m 10.4)

Maken: Verwerkingsopdrachten Boomberoepsponderwijs
  • Boek Methodisch begeleiden
  • Thema 10: opdracht 4, 5, 6, 7 en 8

Het zijn korte opdrachten waarin de begeleidingsstijlen duidelijk worden behandeld!





timer
15:00

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eindopdracht
Vandaag gaan we verder met het schrijven van de beginsituatie. 

  1. Heb je een cliënt gekozen in overleg met je stagebegeleider? 
  2. Ben je gestart met het schrijven van de beginsituatie? 
  3. Let op, tijdens participatie ben je hiermee gestart!

Ga zelfstandig aan de slag met stap 1 , 2, 3 & 4 van de eindopdracht. Zie volgende slide voor de vier stappen waarmee je aan de slag gaat. 

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De vier stappen van de eindopdracht
Hieronder de vier stappen waarmee je aan de slag gaat!

  1. Breng de beginsituatie in kaart van de cliënt ten aanzien van het leefgebied wonen en/of financiën. 
  2. Gesprek met de cliënt, inventariseer de ondersteuningsvragen
  3. Formuleer doel(en) ten aanzien van het leefgebied wonen en/of financiën
  4.  Bereid de ondersteuning voor 

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vaardigheidsopdracht lesweek 4
Je gaat een vlog/collage maken waarin je laat zien dat kennis hebt van de volgende vaardigheden:

- Sanitair toilet
- Vloer: droog (stofwissen)
- Nat: moppen
- Bed opmaken/ afhalen

Pak je boek methodisch begeleiden en lees thema 17 - begeleiden bij wonen en huishouden.
Maak gebruik van de protocollen/richtlijnen, hierin staat beschreven hoe jij hiermee aan de slag moet.



Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen check
Je houdt rekening met het ziektebeeld, beperking en/of gedragspatronen van de cliënt in je ondersteuning van de cliënt ten aanzien van het leefgebied wonen en huishouden. 


Je past je begeleidingsstijl aan bij de cliënt waarbij je rekening houdt met de mogelijkheden en belastbaarheid; 
  - Autoritaire stijl 
  - Permissieve stijl 
  - Autoritatieve stijl 
  - Laisser-faire stijl  
  - Situationeel begeleiden  

 - Heb jij deze doelen behaald aan het einde van deze les?
-  Ben jij gestart met het schrijven van een beginsituatie?
 - Kan jij thuis aan de slag met  de eindopdracht? 

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting
Zijn er nog vragen?

Slide 28 - Diapositive

Toelichting slide 20
Bespreek met de leerlingen of ze nog weten welke drie manieren je geluid kunt maken met een instrument (blazen, strijken en slaan). 
  • Welke nieuwe instrumenten hebben ze leren kennen? 
  • Welk instrument vonden ze het mooist? 
  • Zouden ze zelf ook een instrument willen spelen?