Scheidbare werkwoorden

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Scheidbare werkwoorden

Noem 3 scheidbare werkwoorden

Ik bel mijn vriendin op.
Wat is het scheidbare werkwoord?

Ik haal mijn kinderen op.
Wat is het scheidbare werkwoord?

Ik steek de straat over.
Wat is het scheidbare werkwoord?

De jongen wil de som gaan uitleggen.
Wat zijn de werkwoorden in de zin

1. wil
2. wil gaan uitleggen
3. uitleggen
4. wil uitleggen

Pim .... de les uit het boek .... (overschrijven)

Hij ......... zijn vrienden .......... (uitnodigen).

Het kind ........... de appel .......... (zullen opeten)

Vul het goede woord in:
De studenten hebben de docent..........
(uitlachen)

vul het goede woord in:
Heb je het bericht ..............?
(doorgeven)

Vul het goede woord in:
Hij heeft de koekjes .............
(opeten)

Maak een goede zin met deze woorden:
De jongen/het boek/ hebben/uitlezen

Maak een goede zin met deze woorden:
Mijn moeder/ de school/opbellen

Maak een goede zin met de woorden:
de les/over een uur/ zijn/aflopen

Hoe goed ging de grammatica van deze les?

😒🙁😐🙂😃

Goed gewerkt!

 ​