Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Slotquiz
Alles herhalen
Hoofdstuk 3: bloedsomloop
1 / 38
suivant
Slide 1:
Diapositive
Biologie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Cette leçon contient
38 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Alles herhalen
Hoofdstuk 3: bloedsomloop
Slide 1 - Diapositive
samenstelling bloed
Slide 2 - Diapositive
Bloedplasma
= water met opgeloste stoffen
Functie
: vervoert stoffen
(CO2, voedingsstoffen,
afvalstoffen…)
Slide 3 - Diapositive
Rode bloedcellen
kleine ronde schijfjes, waarvan het midden dunner is. Ze hebben
geen kern
. Bevatten hemoglobine.
Functie:
vervoeren van z
uurstof
Slide 4 - Diapositive
Witte bloedcellen
Hebben een celkern
Kunnen van vorm veranderen en overal doorheen
Worden gemaakt in het beenmerg
Functie:
onschadelijk maken van ziekteverwekkers (insluiten) -->
etter/ pus = dode witte bloedcellen met gedode bacteriën
Slide 5 - Diapositive
Bloedplaatjes
delen van uit elkaar gevallen cellen / kleiner dan bloedcellen
Functie
: nodig voor de bloedstolling
--> stoffen die zorgen dat bloed buiten de bloedvaten stolt
Trombose = bloedstolling in het bloedvat --> bloedpropje
Slide 6 - Diapositive
Iemand met bloedarmoede heeft te weinig...
A
Zuurstof in zijn bloed
B
Voedingsstoffen in zijn bloed
C
Hemoglobine in zijn bloed
D
Bloed
Slide 7 - Quiz
Het grootste gedeelte van je bloed bestaat uit?
A
bloedplasma
B
rode bloedcellen
C
witte bloedcellen
D
bloedplaatjes
Slide 8 - Quiz
Waaruit bestaat etter of pus?
A
Dode witte bloedcellen
B
Dode bacteriën
C
Dode witte bloedcellen en bacteriën
D
per persoon verschillend
Slide 9 - Quiz
De functie van de rode bloedcel is...
A
het vervoeren van voedingsstoffen
B
het vervoeren van afvalstoffen
C
het vervoeren van zuurstof
D
het bloed laten stollen
Slide 10 - Quiz
Dubbele bloedsomloop
Rood
=
zuurstof
r
ijk
Blauw
=
zuurstof
arm
Slide 11 - Diapositive
De kleine bloedsomloop gaat naar.....
A
alle organen van het lichaam
B
de longen
Slide 12 - Quiz
Welk type bloedcellen kunnen door wanden heen kruipen?
A
Rode bloedcellen
B
Bloedplaatjes
C
Witte bloedcellen
Slide 13 - Quiz
Waaruit bestaat bloedplasma voornamelijk?
A
eiwitten
B
water
C
zouten
D
zuurstof
Slide 14 - Quiz
Welke bloedcellen hebben een celkern?
A
Alleen witte bloedcellen
B
Alleen rode bloedcellen
C
Alleen bloedplaatjes
D
Witte en rode bloedcellen
Slide 15 - Quiz
Kleine bloedsomloop:
Rechterkamer --> longslagader --> longen --> longader --> linkerboezem
Grote bloedsomloop:
Linkerkamer --> aorta --> organen
--> holle ader --> rechterboezem
Slide 16 - Diapositive
Werking hartkleppen
Werking halvemaanvormige kleppen
Kleppen
Slide 17 - Diapositive
Een bloedvat heeft overal kleppen.
Welk soort bloedvat is dit?
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvat
Slide 18 - Quiz
Welk van deze bloedvaten heeft een stevige elastische wand, de bloeddruk is hoog.
A
ader
B
haarvat
C
Slagader
D
poortader
Slide 19 - Quiz
kleine bloedsomloop
grote bloedsomloop
Slide 20 - Question de remorquage
Welke kant van het hart en de bloedsomloop is zuurstofrijk?
A
rechterkant
B
linkerkant
C
allebei de kanten
D
Slide 21 - Quiz
Slagaders
dikke elastische wand
bloed stroomt van het hart weg
bloeddruk is te meten
liggen diep in het lichaam
meestal zuurstofrijk bloed (behalve longslagader!)
Slide 22 - Diapositive
Aders
bloed stroomt van organen naar het hart toe
bloeddruk laag
geen hartslag te voelen
op veel plaatsen kleppen
meestal zuurstofarm (behalve longader!)
Werkboek blz. 160, opdr. 24
Slide 23 - Diapositive
Haarvaten
dunste wand
vochtwisseling (zuurstof, voedingsstoffen en CO2,afvalstoffen)
zitten overal in ons lichaam
Slide 24 - Diapositive
Cholesterol, waar zit dat in?
A
Fruit en groenten
B
Chips en friet
C
Water
D
Frisdranken en snoep
Slide 25 - Quiz
Als je een hartinfarct krijgt wat gebeurt er dan?
A
Je kransslagader is verstopt. Stukje van je hart sterft af, door verstopping
B
Je kransslagader is verstopt en je krijgt nieuwe cellen
C
Er komen nieuwe cellen bij door verstopping
D
Je hart stopt helemaal met kloppen.
Slide 26 - Quiz
Hersenbloeding, wat gebeurt er dan?
A
Een deel van de hersenen kan afsterven
B
Er ontstaan nieuwe cellen in je hersenen
C
Je krijgt last van je hart
D
Je bloed stroomt de verkeerde kant op
Slide 27 - Quiz
noem 3 adviezen voor een gezonde leefwijze
A
wel roken, veel alcohol, eet ongezond en altijd hetzelfde
B
niet roken, weinig alcohol, eet gezond en gevarieerd, beweeg weinig
C
niet roken, weinig alcohol, eet gezond en gevarieerd
D
niet roken, weinig bewegen, weinig alcohol
Slide 28 - Quiz
Je ziet een bloedvat op het plaatje hiernaast. Wat voor bloedvat is het?
A
Ader
B
Slagader
C
Haarvat
D
Dat is niet te zeggen
Slide 29 - Quiz
Hoe noemen we de grootste lichaamsslagader?
A
longslagader
B
aorta
C
holle ader
D
longader
Slide 30 - Quiz
Welk bloedvat voorziet het hoofd van zuurstof?
A
Hoofdslagader
B
hoofdader
C
halsslagader
D
halsader
Slide 31 - Quiz
Wat moet je niet doen voor de goede werking van je hart?
A
heel veel bewegen
B
veel vet eten
C
weinig bewegen
D
weinig bewegen en vet eten
Slide 32 - Quiz
Verstopt
Een bloedvat kan verstopt raken door:
- Trombose (plaatje)
- Cholesterol
Slide 33 - Diapositive
Cholesterol
= een vettige stof die aan de binnenkant van je bloedvaten blijft plakken.
-Na een tijdje wordt het bloedvat nauwer.
-Daarna raakt het helemaal verstopt (slagaderverkalking)
Zit in verzadigd vet, eieren.
Slide 34 - Diapositive
Het hart
Kransslagaders:
zorgen ervoor dat het hart zuurstof en voedingsstoffen krijgen.
Kransaders:
zorgen ervoor dat afvalstoffen van het hart afgevoerd worden via de holle ader.
Slide 35 - Diapositive
Hartinfarct
Soms raakt een kransslagader verstopt. Dit deel krijgt dan geen zuurstof meer en kan doodgaan.
Een ander woord voor hartinfarct is
hartaanval
Slide 36 - Diapositive
Herseninfarct
Ook een bloedvat in de hersenen kan verstopt raken.
Dit heet een
herseninfarct.
Een ander woord voor herseninfarct is
beroerte.
Een deel van de hersenen kan afsterven en daardoor kan je
verlamd
raken
Slide 37 - Diapositive
Wat kun je zelf doen?
- Zorgen dat je niet te zwaar wordt.
- Begin niet met roken.
- Begin niet met alcohol drinken.
- Eet gezond.
-Beweeg genoeg.
Slide 38 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Bloedsomloop
Janvier 2019
- Leçon avec
36 diapositives
Biologie
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
D2BTh4 B4 Bloedvaten - lln
Avril 2019
- Leçon avec
50 diapositives
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
D2BTh4 B2 Je bloedsomloop - lln
Avril 2019
- Leçon avec
36 diapositives
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
5V 9.2
Juin 2022
- Leçon avec
31 diapositives
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
bloedsomloop
Février 2021
- Leçon avec
38 diapositives
Biologie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
bloedsomloop
il y a 17 jours
- Leçon avec
38 diapositives
Biologie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Les 4 Slagader, Aders & haarvaten, lymfe
Juin 2024
- Leçon avec
28 diapositives
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 1
Slagader, Aders & haarvaten
Juillet 2021
- Leçon avec
26 diapositives
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 1