5.4 - Als je zonder werk zit

5.4 Als je zonder werk zit
Welkom
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

5.4 Als je zonder werk zit
Welkom

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen 5.3

- Je kunt uitleggen wat de arbeidsmarkt en wat werkgelegenheid is.
- Je kunt uitleggen wanneer je bij de beroepsbevolking hoort.
- Je kunt uitleggen waar de Algemene wet gelijke behandeling voor bedoeld is.
- Je kunt uitleggen wat arbeidsparticipatie is.

Slide 2 - Diapositive

Wat is onjuist?
A
Als het goed gaat met d economie dan is er weinig werkloosheid.
B
Als het goed gaat met de economie dan stijgt de werkgelegenheid.
C
Als het goed gaat met de economie dan stijgt het aantal werklozen.
D
Als het goed gaat met de economie dan wordt de vraag naar arbeid groter.

Slide 3 - Quiz

In België wonen 20 miljoen mensen. 5 miljoen mensen daarvan horen bij de beroepsbevolking. Wat is de arbeidsparticipatie?
A
25%
B
50%
C
75%
D
125%

Slide 4 - Quiz

Toets H5 plannen
Woensdag 4 december!

Slide 5 - Diapositive

Lesdoelen 5.4
- Je kunt uitleggen wat de gevolgen zijn als je werkloos wordt.
- Je kunt uitleggen wat het UWV voor je kan doen als je werkloos bent.
- Je kunt uitleggen wat conjuncturele werkloosheid is.
- Je kunt uitleggen wat structurele werkloosheid is.
- Je kunt het verschil uitleggen tussen frictiewerkloosheid, seizoenwerkloosheid en regionale werkloosheid.

Slide 6 - Diapositive

5.4 Als je zonder werk zit
lezen

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Het UWV heeft 2 taken. Welke hoort er niet bij?
A
Het UWV helpt je met het zoeken naar een baan.
B
Het UWV controleert of je terecht je baan bent verloren.
C
Het UWV beoordeelt of je recht hebt op een WW uitkering.

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

In Zeeland is er heel veel werk te vinden in de primaire sector. Hierdoor is er minder werkloosheid in Zeeland dan in Utrecht. Van wat voor werkloosheid is hier spraken?
A
Frictie werkloosheid
B
Seizoenswerkloosheid
C
Regionale werkloosheid

Slide 14 - Quiz

Voor wat voor werkloosheid zorgt een schaatsbaan.
A
Frictiewerkloosheid
B
Seizoenswerkloosheid
C
Regionale werkloosheid

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Conjunctuur

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Als er inflatie is zorgt dit voor ...
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid

Slide 19 - Quiz

Phillips wil geen fabriek meer in Rusland. ze verhuizen naar een ander land. in Rusland is er dan.......
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid

Slide 20 - Quiz

Aan de slag!
Maken van paragraaf 5.4
Klaar? nakijken, leren.

Slide 21 - Diapositive