WK50, 2A blokuur Chapter 2EF

• Engels
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

1. Ga rustig zitten

2. Pak je spullen:

Stepping Stones

Schriften en pen

Tas op de grond

Schrijf op:

1. Vocabulary F (p.119)

2. Onregelmatige werkwoorden p. 209 (11-20) 

Learning goals

Ik kan schrijven over zaken die een lange tijd geleden aan de gang waren in de verleden tijd.

Road map

• Warm-up
• Grammar explanation
• Task instruction/Work on tasks
• Listening task
• Task instruction/Work on tasks
• Review
• Looking ahead

Warm-up

Warm-up

1. Is this text about the past or the present?

2. Look at the underlined words, to talk about activities that were happening for a long time in the past,

use ______________ or _________________ + verb + ____________

Write the following notes in your grammar notebook:

Past continuous (Grammar notebook) 

Gebruik:

Om te praten over dingen die in het verleden gebeurden en een langere tijd aan de gang waren.

Hoe vorm je het:

was/were  + werkwoord + -ing

was -> enkelvoud

were -> meervoud

Voorbeelden:

She was enjoying the party.                                  I was having cake.

We were sitting in the garden.                             You were running fast this morning.

Past continuous and past simple in one sentence

Als twee gebeurtenissen tegelijk gebeuren dan kun je de past continuous en de past simple in een zin gebruiken. 

Past continuous -> de activiteit die het langst duurde

Past simple -> de kortere activiteit

Vaak onderbrak de korte activiteit de langere activiteit.

Bijvoorbeeld:

He was swimming in the ocean when he saw a dolphin.

I bumped my head while I was taking a photo.

Task instruction

E. Writing & grammar: p.96: 34-38, grammar 3A + 3B

Oefening 38: schrijf op los papier en lever in voor feedback

Werk tot 13.20

F. Listening

Klassikaal P. 102: 42 & 43

Task instruction

E. Writing & grammar: p.96: 34-38, grammar 3A + 3B

F. Listening: p. 102: 42-46

G. Reading: 47-51

Slim Stampen:

Grammar 3A, 3B en Vocabulary F

Leren: Onregelmatige werkwoorden: p. 209 (11-20)

Werk tot 13.45

Review

1. Hoe vorm je de past continuous?

2. Wanneer gebruik je was en wanneer gebruik je were?

3. Geef een voorbeeldzin waarbij je de past continuous gebruikt.

4. Geef een voorbeeldzin waarin je de past continuous en de past simple gebruikt.

Looking ahead

Huiswerk:

Leren: Vocabulary F en Onregelmatige werkwoorden: p. 209 (11-20)

Je hebt af in je boek:

E. Writing & grammar: p.96: 34-38, grammar 3A + 3B

F. Listening: p. 102: 42-46

Volgende week: 

G: Reading