Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Doel
Je kunt onderscheid maken tussen voorspellende en inzichtelijke modellen.
Binnende voorspellende modellen kun je voor- en nadelen van empirische- en simulatiemodellen.
Je kunt Ockham's razor toepassen bij het verklaren van een willekeurig fenomeen/opstellen van modelaannames.
Slide 1 - Diapositive
Beschrijf in eigen woorden wat een model (in de wetenschap) is en geef een voorbeeld. Beargumenteer bij dit voorbeeld of het een fysiek, sociaal of wiskundig model is.
Slide 2 - Question ouverte
Beschrijf in eigen woorden hoe het waterniveau in de chemostaat wordt bepaald.
Slide 3 - Question ouverte
Wiskundig
Een wiskundig model is een beschrijving van een systeem in logische regels en vergelijkingen.
kunnen we het model links in woorden omschrijven?
Slide 4 - Diapositive
Lotka-volterra
aannames
populatiegroei=geboorte - sterfte
hoe groter de eigen populatie hoe groter de geboorte
hoe groter de predatorpopulatie hoe groter de prooisterfte
hoe groter de prooipopulatie hoe meer predator-geboorten
geen immigratie en emigratie
Slide 5 - Diapositive
empirische modellen
Gebaseerd op eerdere ervaringen/metingen.
bv de afstand die een auto aflegt in 4 uur.
Slide 6 - Diapositive
Wat is de afstand na 6 uur?
A
100 mijl
B
125 mijl
C
150 mijl
D
kun je niet weten
Slide 7 - Quiz
empirisch= niet extrapoleren!
Je weet niet hoe het komt dat de auto de eerste vier uur 100 mijl aflegt. Daarna zou hij kunnen:
-vertragen (file)
-versnellen (snelweg)
-stoppen (tanken/aankomst op bestemming)
Slide 8 - Diapositive
voordelen empirische modellen
te maken met weinig specialistische kennis
snel te maken (dus relatief goedkoop)
binnen het meetbereik redelijk betrouwbaar
let op: meetgegevens moeten wel betrouwbaar en valide zijn: "bullshit in is bullshit out"
Slide 9 - Diapositive
statistiek?
Maar hij vindt dat De Hond te selectief is met zijn wetenschappelijke literatuur en zwart-wit conclusies trekt. "Hij doet alsof hij alles zeker weet, daar worden wetenschappers een beetje zenuwachtig van en het kan ook gevaarlijk zijn."
Veel statistieken (empirische kennis), weinig vakspecialistische kennis.
Slide 10 - Diapositive
Voorbeelden
Simpel: trendlijn door meetgegevens
complex: Artificial Intelligence
(volgende dia)
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
simlatiemodel
Werkt goed voor scheikundige en natuurkundige toepassingen, omdat vaak alle relevante informatie beschikbaar is:
materiaaleigenschappen
afmetingen
constructie
zwaartekracht
wind (scenarios)
Slide 13 - Diapositive
je moet het wel goed doen
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Wat zijn volgens jou de belangrijkste 3 verschillen tussen empirische- en simulatiemodellen?
Slide 16 - Question ouverte
Lotka-volterra
aannames
populatiegroei=geboorte - sterfte
hoe groter de eigen populatie hoe groter de geboorte
hoe groter de predatorpopulatie hoe groter de prooisterfte
hoe groter de prooipopulatie hoe meer predator-geboorten
geen immigratie en emigratie
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Wat kun je zeggen over de chlorophyll-concentratie bij windsnelheden van 25 km/h