HF 5 wassen en massage

 Haarverzorging en klantcontact
Wassen en massage
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

 Haarverzorging en klantcontact
Wassen en massage

Slide 1 - Diapositive

Doelen
Aan het eind van deze les
  • kan je een wasbehandeling uitvoeren afgestemd op de haardiagnose en wensen van de klant;
  • kan je verzorgende producten aanbrengen;
  • kan je wasmassage uitvoeren (kneed-, klop- en wrijfmassage).

Slide 2 - Diapositive

Zoek de paren
Normale huid
Droge huid
Vette huid
Geïrriteerde huid
Ziet er rustig uit.
Lage talgproductie, schilferig, roos, jeuk, geïrriteerd en rode plekjes.
In hoofdhuid zitten grove poriën en talgproductie is hoog.
Rode gevoelige of jeukende plekjes.

Slide 3 - Question de remorquage

Zoek de paren
Droog haar
Normaal haar
Vet haar
Beschadigd haar
Zeer beschadigd haar
Pluizig, weerbarstig en glanst niet.
Gezonde glans.
Glanst bij aanzet en haar plakt aan elkaar.
Ziet er niet meer gezond uit. De haarschubben staan open.
Stug haar, breekt snel, glanst niet, de punten zijn dun en breekbaar. Weinig tot geen veerkracht. De haarschubben staan ver open.

Slide 4 - Question de remorquage

Waarom moet je de toestand van de huid en haren van een klant bepalen?
A
Je weet daardoor hoeveel je van de punten moet knippen.
B
Je past de wastechniek, massage en verzorgingsproducten hierop aan.
C
Dan duurt het niet lang voordat het haar droog is.

Slide 5 - Quiz

Welke huidtype klopt met de kenmerken?
A
Droge huid - Lage talgproductie en jeuk.
B
Normale huid - Hoge talgproductie en jeuk.
C
Vette huid - Lage talgproductie en grove poriën.

Slide 6 - Quiz

Bij welk type haar hoort de volgende omschrijving: 'Het haar glanst aan de aanzet.'
A
Droog haar
B
Beschadigd haar
C
Vet haar

Slide 7 - Quiz

Wat zijn 2 kenmerken van zeer beschadigd haar?
A
Het breekt snel en glanst.
B
Het glanst niet en de haarschubben staan ver open.
C
De punten zijn dun en breekbaar en zit weinig tot geen veerkracht in.

Slide 8 - Quiz

Wat laat de haarinplant zien?
A
Groeirichting en haarstructuur.
B
Haardichtheid en haarstructuur.
C
Groeirichting en haardichtheid.
D
Haarstructuur en haardikte.

Slide 9 - Quiz

Hoe bepaal je de haarinplant?
A
Je maakt een scheiding.
B
Je pakt een stukje haar op van één bij één centimeter.
C
Je bekijkt de kruin.

Slide 10 - Quiz

Wassen, wat heb je nodig?

  • Stoel-wasbak combinatie
  • 2 handdoeken (1 x schouders klant en 1 x haren te drogen)
  • Shampoo
  • Conditioner of ander verzorgingsproduct
  • Klem om handdoek vast te zetten
  • Grove kam of ontwarborstel
  • Kapmantel
  • Handschoenen 

Slide 11 - Diapositive

ARBO-wet
Arbeidsomstandighedenwet = In deze wet staan regels die ervoor zorgen dat de werknemer wordt beschermd op het gebied van:

  • Veiligheid
  • Gezondheid
  • Welzijn

Slide 12 - Diapositive

Shampoo
Droog haar en droge hoofdhuid
  • Bevordert de talgproductie.
  • Zorgt ervoor dat haar vocht vasthoudt.

Vet haar en vette hoofdhuid
  • Zorgt ervoor dat vet wordt opgelost, talgklieren rustiger worden en doodt de bactierën op de hoofdhuid.

Droog en/of beschadigd haar
  • Sluit de haarschubben en herstelt het haar.
  • Zorgt ervoor dat UV-straling het haar niet verder beschadigt.

Slide 13 - Diapositive

Shampoo
Anti-roos
  • Zorgt ervoor dat de huid minder huidschilfers (roos) loslaat en dat jeuk vermindert.
  • Het doodt bacteriën op de hoofdhuid.

Gekleurd haar
  • Zorgt ervoor dat het geverfde haar zijn glans en kleur behoudt tijdens het wassen.
  • Het haar wordt beschermd tegen UV-straling. Hierdoor verkleurt het haar niet.

Slide 14 - Diapositive

Verzorgingsproducten
Haarpakking (haarmasker)
  • Sluit de schubbenlaag.
  • Werkt intensief en dringt door in het haar.
  • Zowel hoofdhuid- als haarproblemen worden ermee behandeld.
  • Door warmte in laten werken.

Crèmespoeling
  • Minder intensief dan een pakking.
  • Sluit de haarschubben.
  • Haren beter doorkambaar.

Slide 15 - Diapositive

Wassen en masseren
De meeste salons starten de behandeling met het wassen van de haren. De kapper werkt bij het knippen van het haar het liefst met nat haar.

Waarom wassen bij de kapper?
  • Hygiënisch.
  • Soms nodig voor behandeling.
  • Ervaart als luxe.
  • Ontspanning.
  • Aangebrachte verf of kleurspoeling verwijderen.

Slide 16 - Diapositive

Wastechnieken
Wastechniek is de druk die je uitoefent. Druk stimuleert de talgklieren

Oppervlakkige wastechniek = vette hoofdhuid
  • Geen tot lichte druk op haar en hoofdhuid
  • Vlakke hand

Normale wastechniek = normale hoofdhuid
  • Normale druk op haar en hoofdhuid
  • Hand licht gebogen en iets meer druk met je vingers

Dieptewastechniek = droge hoofdhuid.
  • Stevige druk op haar en hoofdhuid.
  • Bolvormige hand en flinke druk met je vingers.

Slide 17 - Diapositive

Wasmassagetechnieken
Een wasmassage is:
  • ontspannend,
  • het haar wordt beter gereinigd,
  • de hoofdhuid krijgt de meest geschikte behandeling.

Een wasmassage doe je NIET, als een klant last heeft van:
  • hoofdpijn
  • koorts
  • huidaandoening (exceem of psoriasis)
  • hoge bloeddruk
  • ontstoken hoofdhuid

Slide 18 - Diapositive

Massagetechnieken
  • Druk hangt af van het soort hoofdhuid. Lichte druk als het doel 'ontspanning' is.
  • Druk richting hart en geen druk van het hart af.
  • Snelheid: Snelle bewegingen om bloedsomloop te activeren en trage bewegingen ontspant de hoofdhuid en spieren.
  • Blijven aanraken voor betere ontspanning.

Slide 19 - Diapositive

Verschillende massages
Strijkmassage (effleurage)
  • Doel: Ontspanning, aanspannen van verslapte spieren en afvoeren van dode huidcellen.
  • Voor wie: Als inleiding en afspluiting massage of kalmering na intensieve massage.

Wrijfmassage (frictie)
  • Doel: Ontspanning en betere doorbloeding.
  • Voor wie: Normale tot droge en slecht doorbloede huid.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Verschillende massages
Kneedmassage (petrisage)
  • Doel: Afvoer van afvalstoffen en zorgt voor extra talgproductie.
  • Voor wie: Slecht doorbloede huid en bij droge huid en haar.

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Verschillende massages
Klopmassage (tapotement)
  • Doel: Doorbloeding verbeteren en spieren ontspannen.
  • Voor wie: Slecht doorbloede huid, vette huid en als spieren erg gespannen zijn.

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Verschillende massages
Trilmassage (vibratie)
  • Doel: Kalmeren van de huid en ontspannen van zenuwen en spieren.
  • Voor wie: Als afsluiting van massage.

Slide 26 - Diapositive

5

Slide 27 - Vidéo

00:06
Wat is een juist voorbeeld van ergonomisch werken tijdens het wassen?
A
Buig naar de wasbak toe.
B
Draag schoenen met een hoge hak.
C
Werk met een rechte rug en overstrekte knieën.
D
Zet de wasbak op de hoogte van jouw ellebogen.

Slide 28 - Quiz

00:43
Welke 2 dingen zijn belangrijk bij het kiezen van de juiste shampoo?
A
Conditie van hoofdhuid en lengte van het haar.
B
Conditie van het haar en hoofdhuid.
C
Lengte van het haar en sterkte van krul.
D
Sterkte van krul en dikte van haar.

Slide 29 - Quiz

00:47
Welke werking heeft shampoo tegen roos?
A
Doodt bacteriën
B
Herstelt het haar
C
Sluit de haarschubben
D
Voedt het haar

Slide 30 - Quiz

00:59
De hoofdhuid van een klant is trekkerig en schraal, het haar is dof en breekbaar. Wat is de beste manier om het haar en de hoofdhuid te behandelen?
A
Massage: tapotement/ Shampoo: droog haar
B
Massage: petrissage/ Shampoo: droog haar
C
Massage: effleurage/ Shampoo: normaal haar
D
Massage: petrissage/ Shampoo: normaal haar

Slide 31 - Quiz

Wat is wel een reden om wasactieve stoffen aan shampoos toe te voegen?
A
Zuurgraad
B
Tegen bederf
C
Talg en vuil oplossen
D
Doorkambaar

Slide 32 - Quiz

Snelle bewegingen zorgen voor een actievere bloedsomloop.
A
Ja
B
Nee

Slide 33 - Quiz

Een stevige druk zorgt voor ontspanning.
A
Ja
B
Nee

Slide 34 - Quiz

Wat zijn kenmerken bij een wrijfmassage?
A
Talgklieren activeren.
B
Toepassen bij normale hoofdhuid.
C
Korte snelle bewegingen.

Slide 35 - Quiz

Bij welke massage trommel je met je vingers op de hoofdhuid?
A
Frictie
B
Petrisage
C
Tapotement
D
Effleurage

Slide 36 - Quiz

Vragen?

Slide 37 - Diapositive

01:14
Welke uitwerking heeft een haarpakking op het haar?
A
Maakt het haar statisch.
B
Vermindert de conditie van het haar.
C
Maakt het haar beter doorkambaar.

Slide 38 - Quiz