Ecole en France

BONJOUR ET BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

BONJOUR ET BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Diapositive

Het Franse schoolsysteem
École
Classe (FR)
Klas (NL)
Collège
Sixième
Groep 8
Collège
Cinquième
Brugklas
Collège
Quatrième
Klas 2
Collège
Troisième
Klas 3
Lycée
Deuxième
klas 4
Lycée
Première
Klas 5
Lycée
Terminale
Klas 6

Slide 2 - Diapositive

vanaf welke leeftijd gaan de kinderen naar school in Frankrijk?
A
2 jaar
B
3 jaar`
C
4 jaar
D
5 jaar

Slide 3 - Quiz

Als je in NL in de brugklas zit, dan zit je in Frankrijk in..
A
sixième
B
cinquième
C
première

Slide 4 - Quiz

Hoelang kunnen de schooldagen zijn in Frankrijk?
A
8.30 tot 17.00
B
9.00 tot 16.00
C
10.00 tot 15.00

Slide 5 - Quiz

Hoelang is meestal de lunchpause?
A
30min
B
1u30 a 2 uur
C
1 uur

Slide 6 - Quiz

Tussen de middag eten de leerlingen
A
warm
B
koud

Slide 7 - Quiz

Les jours de la semaine

Slide 8 - Diapositive

Les matières scolaires
  1. Kijk en luister naar het filmpje.
  2. Maak daarna de sleepopdracht.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

La musique
Les arts plastiques
La géographie
Le français
L'histoire
L'anglais
Les maths
L'éducation religieuse
Levens-
beschouwing
Wiskunde

Muziek
Engels
Geschiedenis
Frans
Aardrijkskunde
Beeldende Vorming

Slide 11 - Question de remorquage

In welke klas zou jij nu zitten?
11 jaar > sixième (6e) > NL groep 8
12 jaar > cinquième (5e) > brugklas
13 jaar > quatrième (4e) > klas 2
14 jaar > troisième (3e) > klas 3

Tussentijds examen: Le Brevet

15 jaar > la seconde (2nd) > klas 4 
16 jaar > la première (1ère) > Klas 5
17 jaar > la terminale (T) > Klas 6

Eindexamen: Baccalauréat

Slide 12 - Diapositive

6

Slide 13 - Vidéo

00:35
Heeft Pierre op zaterdag les?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

00:43
Hoe laat begint Pierre?
A
8 uur
B
8 uur 30

Slide 15 - Quiz

01:00
Hoe laat eet Pierre?
A
13 uur
B
12 uur

Slide 16 - Quiz

01:21
Welk vak vindt Pierre leuk?
A
geschiedenis
B
sport

Slide 17 - Quiz

02:05
Welk vak vindt Pierre minder leuk?
A
biologie
B
sport

Slide 18 - Quiz

02:12
Wat is het lievelingsvak van Marine?
A
wiskunde
B
muziek

Slide 19 - Quiz

Les heures
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Het is 5 uur

Slide 28 - Question ouverte

1. Het is kwart over 7

Slide 29 - Question ouverte

1. Het is half 11


Slide 30 - Question ouverte

Als je in Frankrijk op school zou zitten, hoe zou die school heten?
A
l'école primaire
B
le lycée
C
la maternelle
D
le collège

Slide 31 - Quiz

Je suis en sixième
A
1e klas
B
5e klas
C
groep 8
D
2e klas

Slide 32 - Quiz

Sleep de Nederlandse dagen naar de passende Franse dagen:
lundi
mardi
mercredi
jeudi
vendredi
samedi
dimanche
dinsdag
maandag
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
zondag

Slide 33 - Question de remorquage

Sleep de woordjes in de blauwe vakjes naar de juiste vertaling.

De woordjes hebben allemaal te maken met het thema 'school'.
le cours
la classe
le prof
l'école
les élèves
sévère
streng
de leerlingen
de klas
de les
de school
de leraar

Slide 34 - Question de remorquage

la géo(graphie)


A
Biologie
B
Geschiedenis
C
Tekenen
D
Aardrijkskunde

Slide 35 - Quiz

les maths
A
tekenen
B
wiskunde
C
gym
D
geschiedenis

Slide 36 - Quiz

Vertaal:
Ma matière préférée est le français.

Slide 37 - Question ouverte

Wat is op Frans scholen verboden?
A
Mobieltjes
B
Geloofsovertuigingen
C
snoep/chips/fastfood
D
petten/mutsen

Slide 38 - Quiz

Les Notes - de cijfers
Le saviez-vous?

In Frankrijk krijg je cijfers van 1 tot en met 20
in plaats van 1 tot en met 10 zoals in Nederland. 
In Nederland is een 7 een heel goed cijfer, 
maar in Frankrijk dus niet!

Slide 39 - Diapositive

Rapport - Bulletin

Slide 40 - Diapositive

Serpent de mots
  • Travaillez en groupes de 3 à 4 personnes.
  • Faites 'un serpent' avec des mots.
  • Wie heeft de meeste woorden?
    Maak een 'woordslang' met woorden die iets te maken hebben met SCHOOL. Gebruik geen lidwoorden.
    bijvoorbeeld: 
    "Egel - lama - arend - dier - reiger- rendier - etc..."
     
timer
9:00

Slide 41 - Diapositive

timer
5:00

Slide 42 - Diapositive