Omnia college Ne klas 4 ww spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3,4

werkwoordspelling klas 3

persoonsvorm  (pv)

tt:     Hij antwoordt nooit snel.

vt:    Hij antwoordde nooit snel.

voltooid deelwoord (VD)

Hij heeft snel geantwoord.

Wat heb jij gemaakt?

Hij heeft geboft.

Hoe zat 't ook al weer met 't ex kofschip?

Gebiedende wijs

Pak je boek eens!

Verbied je zoon om uit te gaan!

Kies eens wat uit!

Geen onderwerp:  kies de ik-vorm

onvoltooid deelwoord (OD)

Fluitend liep hij op ons af.

Het ...(misten)... vanochtend behoorlijk.

1. miste
2. misten
3. mistte
4. mistten

Hij is naar Groningen ...(verhuizen)...

1. verhuist
2. verhuisd
3. verhuisde
4. verhuiste

Hij liep (fluiten) ... (OD) door het huis

1. fluiten
2. fluitent
3. fluitend
4. floot

(beantwoorden) .... mijn vraag eens!

1. beantwoord
2. beantwoordt
3. beantwoordde
4. beantwoorde

Normaal gesproken (worden) ..... hij nooit ziek

1. word
2. wordt
3. wort
4. werd

(worden) ..... jij wel eens ziek?

1. word
2. wordt
3. werd
4. worden