Taal thema 4 week 3 groep 4

Taal
We gaan oefenen met de onderwerpen en themawoorden van week 3! 
Succes!
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Taal
We gaan oefenen met de onderwerpen en themawoorden van week 3! 
Succes!

Slide 1 - Diapositive

Wat is 'de volgorde'?
A
De manier waarop dingen na elkaar komen.
B
Tegengesteld of omgekeerd.
C
Na elkaar, niet allemaal tegelijk.
D
Iets op volgorde zetten.

Slide 2 - Quiz

Wat is 'één voor één'?
A
Tegengesteld of omgekeerd.
B
De manier waarop dingen na elkaar komen.
C
Na elkaar, niet allemaal tegelijk.
D
Iets op volgorde zetten.

Slide 3 - Quiz

Wat is 'andersom'?
A
Tegengesteld of omgekeerd.
B
Iets op volgorde zetten.
C
Na elkaar, niet allemaal tegelijk.
D
De manier waarop dingen na elkaar komen.

Slide 4 - Quiz

Wat is 'rangschikken'?
A
Na elkaar, niet allemaal tegelijk.
B
Tegengesteld of omgekeerd.
C
Iets op volgorde zetten.
D
Afmeting van iets, bijvoorbeeld de lengte.

Slide 5 - Quiz

Wat is 'de afmeting van iets, bijvoorbeeld de lengte'?
A
andersom
B
de grootte
C
de volgorde
D
het geduld

Slide 6 - Quiz

Wat is een ander woord voor 'nu'?
A
voortaan
B
rangschikken
C
de grootte
D
tegenwoordig

Slide 7 - Quiz

Wat is 'het aanbreken van de ochtend'?
A
Het beginnen van de dag.
B
Het eindigen van de dag, het beginnen van de avond.
C
Vanaf nu.
D
Een bepaald punt in de tijd.

Slide 8 - Quiz

Wat is 'het vallen van de avond'?
A
Vanaf nu.
B
Het beginnen van de dag.
C
Het eindigen van de dag, het beginnen van de avond.
D
Doorstrepen.

Slide 9 - Quiz

Wat is 'het geduld'?
A
Een bepaald punt in de tijd.
B
Vanaf nu.
C
Als je geduld hebt, kun je goed wachten.
D
Iets op volgorde zetten.

Slide 10 - Quiz

Klankgroepen
Je kunt een woord verdelen in klankgroepen.
In een klankgroep staat altijd een klinker. 

vis heeft één klankgroep: vis
meester heeft twee klankgroepen: mees + ter

Slide 11 - Diapositive

Hoeveel klankgroepen heeft het woord: appel?
A
één
B
twee
C
drie
D
vier

Slide 12 - Quiz

Hoeveel klankgroepen heeft het woord: iPad?
A
één
B
twee
C
drie
D
vier

Slide 13 - Quiz

Hoeveel klankgroepen heeft het woord: jas?
A
één
B
twee
C
drie
D
vier

Slide 14 - Quiz

Welk woord heeft drie klankgroepen?
A
LessonUp
B
mand
C
bordje
D
koptelefoon

Slide 15 - Quiz

Welk woord heeft twee klankgroepen?
A
kleur
B
mannetje
C
hand
D
potlood

Slide 16 - Quiz

Geef een voorbeeld van een woord met één klankgroep

Slide 17 - Question ouverte

Geef een voorbeeld van een woord met twee klankgroepen

Slide 18 - Question ouverte

Welke zin is goed geschreven?
A
de man loopt naar huis.
B
De man loopt naar huis
C
De man loopt naar huis.
D
de Man loopt naar Huis.

Slide 19 - Quiz

Welke zin is goed geschreven?
A
Wij hebben een spel gespeeld.
B
Wij hebben een spel gespeeld
C
wij hebben een spel Gespeeld.
D
wij hebben een spel gespeeld

Slide 20 - Quiz

Maak een goede zin met deze woorden:
ik - eten - boterham
(Let op de hoofdletter en punt!)

Slide 21 - Question ouverte