Afronden C2 en opstarten C3

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Afronden C2. Waterbouwkundige werken in de Nijl.

De langste rivier ter wereld, de Nijl, is ...

1. 1005 km lang
2. 3025 km lang
3. 6695 km lang
4. 8915 km lang

De bevolkingsdichtheid langs de Nijl is laag.

1. goed
2. fout

In de Nijldelta is meer invloed van het zoete Middellandse Zeewater. Door de bouw van de Aswandam zit er minder zout water in de Nijl.

1. Juist
2. Onjuist

Waarom waren de Egyptenaren blij dat de Nijl ieder jaar overstroomde?

1. Dan hadden ze meer drinkwater.
2. Door de overstroming kregen de gewassen naast de rivier voldoende water.
3. Ze zagen dit als een teken van de goden dat ze goed hadden geleefd dat jaar.
4. Door de overstroming bleef er een laag op de oevers achter en de klei was vruchtbare grond.

Twee uitspraken:
1. Egypte kan met zijn stuwdam in de Nijl bepalen hoeveel water Ethiopie ontvangt.

2. De bovenloop van de rivier de Nijl bevindt zich in Egypte.

1. Alleen uitspraak 1 is juist
2. Alleen uitspraak 2 is juist
3. Beide uitspraken zijn juist
4. Beide uitspraken zijn onjuist

Door welk soort regen wordt de Nijl in de bovenloop vooral gevoed?

1. Stuwingsregen
2. Stijgingsregen
3. Frontale regen
4. Kustregen

Het grootste deel van het Nijlwater dat door Egypte stroomt, valt als neerslag in Sudan.

Fout: Tanzania en Ethiopië zijn de belangrijkste neerslaggebieden voor de Nijl: deelvraag 8.

1. Goed
2. Fout

In welk land ligt het grootste deel van de Nijl

1. Sudan
2. Egypte
3. Ethiopie
4. Kenia

De Nijl is een voorbeeld van een bronoase.

1. Juist
2. Niet juist

Bekijk hiernaast de afbeelding. Twee uitspraken:

1. Wanneer Egypte stroomafwaarts nog een dam bouwt, krijgt het ruzie met Sudan.

2. Wanneer Uganda een dam in de Nijl bouwt, kan dit land ruzie krijgen met Ethiopië.

1. Alleen uitspraak 1 is juist
2. Alleen uitspraak 2 is juist
3. Beide uitspraken zijn juist
4. Beide uitspraken zijn onjuist.