standpunt versus argument

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
pav, NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Wat is het verschil tussen 'objectief' en 'subjectief'?

Slide 3 - Question ouverte

Zijn alle artikels
in de media objectief?

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

"Polen betalen geen belasting" = feit of mening?
feit
mening

Slide 12 - Sondage

"Polen betalen geen belasting" wie is de meest betrouwbare bron van dit citaat?
A
de minister van financiën
B
een journalist
C
een politicus

Slide 13 - Quiz

Een minister wordt door heel wat instanties gecontroleerd.
juist
fout

Slide 14 - Sondage

Je moet mensen die de pers ergens de schuld van geven wantrouwen.
juist
fout

Slide 15 - Sondage

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

"Ouders voed jullie zonen op. Zodat vrouwen gewoon op café kunnen gaan zonder handen op hun lichaam te voelen"
A
subjectief
B
objectief

Slide 21 - Quiz

"Ouders voed jullie zonen op.
A
standpunt
B
argument

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive