I&S Unit 1 - Week 3: Invloed van het klimaat

Startklaar
       
       Oortjes weg, telefoon in het zakkie
       Jas uit, tas van de tafel
       Map en pen op tafel
       Inloggen op LessonUp
       
         
timer
2:30
1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Startklaar
       
       Oortjes weg, telefoon in het zakkie
       Jas uit, tas van de tafel
       Map en pen op tafel
       Inloggen op LessonUp
       
         
timer
2:30

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Titel Unit
Mens en natuur: vrienden of vijanden?
Je werkt aan Learner Profile: Onderzoeker
Je werkt aan studievaardigheden: Communicatie- en Informatievaardigheden

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Braindump
Schrijf alles op wat je nog weet over de lessen I&S
Mevrouw Henquet
Meneer Berends
Mevrouw de Graaf
Geschiedenis
Filosofie
Aardrijkskunde

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je nog?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een landschapszone is...
A
Een groep buurlanden die op elkaar lijken
B
Een zone met hetzelfde landschap
C
Een zone op aarde met dezelfde culturen
D
Een zone op aarde met hetzelfde klimaat

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Er zijn 6 landschapszones op aarde. Weet je ze nog? Noem ze alle 6!

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Het is hier het hele jaar door warm
Het is hier het hele jaar door droog
Hier zijn de zomers koel en de winters koud
Je kan hier apen vinden
Er zijn veel reptielen en schorpioenen hier.
Er zijn hier beren

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen vandaag:
  • Je weet wat klimaat is
  • Je kan de vier klimaatfactoren kort uitleggen aan de hand van illustraties.
  • Je kan uitleggen waarom bepaalde landschapzones op specifieke locaties op de aarde voorkomen op basis van de klimaatfactoren.



Verdiepende lesdoelen:
  • Je kent het systeem van Köppen
  • Je kan klimaatgrafieken aflezen en maken

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Belangrijke begrippen uit deze les: 
  • Klimaat & weer
  • Klimaatfactor
  • Breedteligging
  • Hoogteligging 


Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom daar?
De vraag van vandaag:
Waarom komen bepaalde landschappen nou daar precies voor?


Steek je hand omhoog als je wilt praten!

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom daar?

  • Overleg zachtjes in een tweetal
  • Waarom komt het polaire landschap voor op de noord- en zuidpool?
  • Waarom komt het tropische landschap voor rond de evenaar? 
Werk in tweetal

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom daar? 
Belangrijkste factor voor het voorkomen van landschappen op aarde is het                      op een bepaalde plek
Wat voor klimaat heeft een tropisch regenwoud nodig?
Veel regen en warmte
klimaat
Kimaat = het gemiddelde weer over een periode van 30 jaar

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen weer en klimaat?

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Weer en Klimaat?
Weer de toestand van de atmosfeer op een bepaald moment

Klimaat het gemiddelde weer over 30 jaar.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat denk jij? 

  • Open je map bij het tabblad I&S
  • Plak de tabel in je map
  • Denk voor jezelf: hoe zouden deze dingen invloed kunnen hebben op het klimaat? 
    Heb je geen idee? Probeer het te onderzoeken op je laptop
  • Gebruik een POTLOOD zodat je straks je werk nog kan aanpassen.
Individuele opdracht

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Klimaatfactoren
Definitie klimaatfactoren
Hoe heeft dit invloed op het klimaat?
Nog even leeg laten!
Hoe dicht een gebied bij de evenaar ligt
Nog even leeg laten!
Hoe dicht een gebied bij de zee ligt
Nog even leeg laten!
Hoe hoog een gebied is 
(bijvoorbeeld een berg)
Nog even leeg laten!
Of er een warme of koude zeestroom langs een gebied loopt
timer
5:00
Individuele opdracht

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Breedteligging
Breedteligging = Hoe dicht een gebied bij de evenaar ligt

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Breedteligging
Kan jij deze regel afmaken? 

Hoe dichter bij de evenaar, hoe .......... het klimaat. 
warmer / kouder
warmer

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ligging bij de zee

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ligging bij de zee
Kan jij deze regels afmaken? 

Hoe dichter een gebied bij de zee, hoe ... invloed de zee heeft. 


De zee heeft in de zomer een ... effect en in de winter een ... effect 
meer / minder
meer
verkoelend / verwarmend
verkoelend
verkoelend / verwarmend
verwarmend

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoogteligging
Hoogteligging = hoe hoog is een plek (in meters)

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoogteligging
Kan jij deze regel afmaken? 

Hoe  hoger, hoe .......... het klimaat. 
warmer / kouder
kouder

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zeestromen
Zeestromen = 
New York
Amsterdam

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zeestromen
Kan jij deze regel afmaken? 

Een warme zeestroom ... bepaalde gebieden. 
verwarmt / verkoelt
verwarmt

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 2

  • Kijk naar de tabel die jij net hebt gemaakt. 
  • Pas je tabel aan / schrijf extra informatie erbij! 
Individuele opdracht
timer
3:00

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 2

  • Bespreek zachtjes met je buur jullie ingevulde tabel.
  • Help elkaar waar nodig! 
Werk in tweetal
timer
3:00

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Klimaatfactoren
Betekenis klimaatfactoren 
Hoe heeft dit invloed op het klimaat?
Hoe dicht een gebied bij de evenaar ligt
Hoe dicht een gebied bij de zee ligt
Hoe hoog een gebied is 
(bijvoorbeeld een berg)
Of er een warme of koude zeestroom langs een gebied loopt

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verdieping
  • Klimaatsysteem van Köppen
  • Klimaatgrafiek aflezen en maken

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Klimaat

Klimaat:
Gemiddelde temperatuur 
en neerslag in een gebied.

Klimaatzone:
(....) in een grotere regio

Slide 32 - Diapositive

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Klimaat- en landschapszone

Slide 33 - Diapositive

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Systeem van Köppen

Slide 34 - Diapositive

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Köppen
A
Tropische klimaten
Gemiddelde maandtemperatuur altijd boven 18°C.
Veel neerslag, vaak het hele jaar door 
B
Droge klimaten
Weinig neerslag, vaak warm
C
Zeeklimaten
Geen extreme temperaturen.
Gemiddelde temperatuur van de koudste maand ligt tussen -3°C en 18°C, zomers zijn warmer dan 10°C.
D
Landklimaten
Grote temperatuurverschillen tussen zomer en winter.
E
Poolklimaten
Zeer koud, gemiddelde temperatuur in de warmste maand blijft onder 10°C.

Slide 35 - Diapositive

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Klimaatgrafiek
Kenmerk
Zomer
Winter
Temperatuur zomer
Temperatuur winter
Neerslag zomer
Neerslag winter
Dus dit klimaat

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 3
  • Plak het werkblad in je schrift
  • Maak zelf een klimaatgrafiek van een locatie op de aarde naar keuze 
  • Gebruik het internet om informatie te verzamelen
Bij welk gebied van het systeem van Köppen hoort jouw gekozen locatie?

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen check!
  • Je weet wat klimaat is
  • Je kan de vier klimaatfactoren kort uitleggen aan de hand van illustraties.
  • Je kan uitleggen waarom bepaalde landschapzones op specifieke locaties op de aarde voorkomen op basis van de klimaatfactoren.



Verdiepende lesdoelen:
  • Je kent het systeem van Köppen
  • Je kan klimaatgrafieken aflezen en maken

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een klimaat?

Slide 39 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem de 4 klimaatfactoren die we hebben besproken

Slide 40 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke klimaatfactor wordt bedoeld met deze afbeelding?
A
Breedteligging
B
Hoogteligging
C
ligging bij zee
D
zeestromen

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke klimaatfactor wordt bedoeld met deze afbeelding?
A
Breedteligging
B
Hoogteligging
C
ligging bij zee
D
zeestromen

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke klimaatfactor wordt bedoeld met deze afbeelding?
A
Breedteligging
B
Hoogteligging
C
ligging bij zee
D
zeestromen

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom is het bij de tropen warmer dan bij de polen? (tip: denk aan 1 van de klimaatfactoren)

Slide 44 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom is het kouder boven op een berg? (tip: denk aan 1 van de klimaatfactoren)

Slide 45 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Het rode lijntje op een klimaatgrafiek geeft dit weer:
A
de neerslag
B
de temperatuur
C
het klimaat
D
het weer

Slide 46 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij wat voor type klimaat hoort de letter B van het systeem van Köppen?
A
Zeeklimaten
B
Landklimaten
C
Droge klimaten
D
Tropische klimaten

Slide 47 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Titel Unit
Mens en natuur: vrienden of vijanden?
Je werkt aan Learner Profile: Onderzoeker
Je werkt aan studievaardigheden: Communicatie- en Informatievaardigheden

Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Heeft iemand nog een vraag?

Slide 49 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions