Starttaal 2F: thema 1 - H3 - herhaling 2

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Starttaal 

Les organisatie

• Jas uit?
• Telefoon weg...
• Oortjes uit!

Studiemeter!

Mijn methodes - ViaStarttaal Online 

2F - Werkwoordspelling

Oefeningen:

- allemaal af!

Leerdoelen vorige les

Aan het einde van de les:

Hebben we alle onderdelen herhaald en geoefend:

- Tegenwoordige tijd

- Verleden tijd

- Voltooid deelwoord

Leerdoelen 

Aan het einde van de les:

• Hebben we alle onderdelen herhaald en geoefend:

- Tegenwoordige tijd

- Verleden tijd

- Voltooid deelwoord

• Hebben we de toets gemaakt!

Wat betekent de afkorting:

VT

1. Tegenwoordige tijd
2. Verleden tijd
3. Voltooid deelwoord
4. Niets

Wat betekent de afkorting:

VD

1. Tegenwoordige tijd
2. Verleden tijd
3. Voltooid deelwoord
4. Niets

Wat betekent de afkorting:

TT

1. Tegenwoordige tijd
2. Verleden tijd
3. Voltooid deelwoord
4. Niets

Werkwoord

PV?

Tegenwoordige tijd

Alles wat NU gebeurt...

Afkorting: TT

1. Ik vorm 
2. Ik- vorm + T
3. Hele werkwoord

Leren	TT	VT
Ik	vind
Jij/ je/ u	vind + T
Hij/ zij	vind + T
Wij	vinden
Jullie	vinden
Zij	vinden

Goed of fout?

Jij wandelt naar de winkel.

1. Goed
2. Fout

Goed of fout?

Wandel jij naar de winkel?

1. Goed
2. Fout

Goed of fout?

Fietst jij naar huis?

1. Goed
2. Fout

Werkwoord

PV?

TaXiKoFSCHiP

TaXiKoFSCHiP

TaXiKoFSCHiP

Verleden tijd

Alles wat IS gebeurt...

Afkorting: VT

1. Sterk of zwak?
2. Zwak - ik vorm
3. TaXiKoFSCHiP
4. Ik-vorm + te(n)/ de(n)

Leren	TT	VT
Ik	Leer	Leerde
Jij/ je/ u	Leer + T	Leerde
Hij/ zij	Leer + T	Leerde
Wij	Leren	Leerden
Jullie	Leren	Leerden
Zij	Leren	Leerden

Goed of fout?

Als de laatste letter van de ik-vorm in het TaXiKoFSCHIP staat, schrijf je DE(N)

1. Goed
2. Fout

Goed of fout?

De klinkers tellen niet mee in het TaXiKoFSCHiP?

1. Goed
2. Fout

Werkwoord

PV?

TaXiKoFSCHiP

TaXiKoFSCHiP

TaXiKoFSCHiP

Voltooid deelwoord

Voltooid deelwoord

Alles wat is AFGEROND

Afkorting: VD

We hebben.......?

1. Sterk of zwak?
2. Zwak - TaXiKoFSCHiP
3. Ik-vorm + te(n)/ de(n)

Leerdoelen 

Aan het einde van de les:

• Hebben we alle onderdelen herhaald en geoefend:

- Tegenwoordige tijd

- Verleden tijd

- Voltooid deelwoord

• Hebben we de bijzondere onregelmatige werkwoorden doorgenomen

Regelmatige werkwoorden

Regelmatige werkwoorden 

blijven dezelfde klank houden.

Dit zijn zwakke werkwoorden.

Ze veranderen niet!

Aaien	TT	VT
Ik	Aai	Aa i de
Jij/ je/ u	Aai + T	Aaide
Hij/ zij	Aai + T	Aaide
Wij	Aaien	Aaiden
Jullie	Aaien	Aaiden
Zij	Aaien	Aaiden

Onregelmatige werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden 

krijgen een andere klank.

Dit zijn sterke werkwoorden.

Ze veranderen!

Lopen	TT	VT
Ik	Loop	Liep
Jij/ je/ u	Loop + T	Liep
Hij/ zij	Loop + T	Liep
Wij	Lopen	Liepen
Jullie	Lopen	Liepen
Zij	Lopen	Liepen

onregelmatige werkenwoorden

kopen

kocht

kochten

gekocht

https:

Bijzondere onregelmatige werkwoorden

Bijzondere onregelmatige 

werkwoorden krijgen een 

andere klank/woord.

Dit zijn sterke werkwoorden.

Ze veranderen!

Zijn	TT	VT
Ik
Jij/ je/ u
Hij/ zij
Wij
Jullie
Zij

Bijzonder onregelmatig werkwoord: 

ZIJN in de TT

Sleep de juiste vakjes naar elkaar.

Ik

Jij/ je

Hij/ zij/ het

Wij

Jullie

Zij

Ben

Bent

Is

Zijn

Zijn

Zijn

Bijzonder onregelmatig werkwoord:

ZIJN in de VT

Sleep de juiste vakjes naar elkaar.

Ik

Jij/ je

Hij/ zij/ het

Wij

Jullie

Zij

Waren

Waren

Was

Was

Waren

Was

Opdrachten 

Studiemeter --> werkwoordspelling --> sterke en onregelmatige werkwoorden  

Einde les af: 

TT 

VT 

VD 

STERKE EN ONREGELMATIGE