hv1: In het begin hoofdstuk 4 - Apologetisch

In het begin
4. Het begin van het verbond
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
GodsdienstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

In het begin
4. Het begin van het verbond

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we leren?

  • welke verbonden zijn
  • hoe ze gesloten worden
  • en wat ze inhouden

Slide 2 - Diapositive

leerdoelen

  • Je kunt uitleggen hoe God een nieuw begin maakt met de mens;
  • Je kunt uitleggen wat de moederbelofte is;
  • Je kunt uitleggen wat vertrouwen te maken heeft met geloof;
  • Je kan uitleggen wat het natuurverbond en het genadeverbond inhouden
  • Je kent de tekenen bij beide verbonden
  • Je weet hoe beide verbonden zijn ontstaan
(verhaal van Noach en Abrahams droom)

  • Je kent de verschillen tussen het oude en nieuwe testament, als het gaat om het genadeverbond.
  • Je kunt uitleggen hoe jijzelf te maken hebt met het verbond;
  • Je kunt voorbeelden noemen van geloof en ongeloof in het leven van Abraham, je eigen leven en in de wereld om je heen;
  • Je kunt beargumenteren wat jouw visie is op doop en verbond.

Slide 3 - Diapositive

Terugblik
Hierna komen de vragen uit de film die we in hfst 3 gekeken hebben.
Wie weet het nog?

Slide 4 - Diapositive

dag 1
dag 2
dag 3
dag 4
dag 5
dag 6
dag 7

Slide 5 - Question de remorquage

Hoe noem je met 1 woord, wat de mensen hier doen?

Slide 6 - Question ouverte

Het ergste van de zonde is;
A
Dat de mens gaat sterven
B
Zij de relatie met elkaar verbreken
C
Zij de relatie met God verbreken
D
Alledrie bovenstaande

Slide 7 - Quiz

Waarom is de straf voor de slang, een belofte voor ons mensen?
A
Onze hiel zal vermorzelt worden
B
Omdat alleen de slang gestraf wordt en wij niet
C
Iemand uit de mensen zal hem doden en zo de mensen redden
D
Omdat nu voor de mensen alles zwaar en pijnlijk wordt

Slide 8 - Quiz

Wie was in de Bijbel de eerste moordenaar?
A
Babel
B
Noach
C
Lamech
D
Kain

Slide 9 - Quiz

Wie zondigde nog erger dan Kain, door meer vrouwen als eigendom te nemen?
A
Babel
B
Noach
C
Lamech
D
Kain

Slide 10 - Quiz

Wie werd als enige gered van de zondvloed, maar zondigde daarna ook door dronken te worden?
A
Babel
B
Noach
C
Lamech
D
Kain

Slide 11 - Quiz

Hoe heette de stad, waar Gods straf werd dat hij de mensen allemaal een andere taal gaf en ze verspreidde?
A
Babel
B
Noach
C
Lamech
D
Kain

Slide 12 - Quiz

We lezen 4a en schrijven daarna op:
4. a Uitleg; Moederbelofte (Genesis 3:15)
Vijandschap sticht ik (God) tussen jou (duivel) en de vrouw (Eva), tussen jouw nageslacht en het hare
zij verbrijzelen je kop
jij bijt hen in de hiel.’

= Er zal oorlog zijn op aarde. Christenen lijden, maar de kerk zal winnen en de slang doden (Jezus deed dat met Pasen)

Slide 13 - Diapositive

Verdieping 4a: 
Satan en nageslacht                 <->          Vrouw en nageslacht
(ongelovigen)                                                 (gelovigen)

  • Bedenk bij iedere partij 5 voorbeelden uit de Bijbel
  • Bedenk bij iedere partij 3 voorbeelden in je eigen leven en wereld om je heen.
timer
3:00

Slide 14 - Diapositive

Maak opdracht 4.1 in eigen woorden.
opdracht 4.1
 Ook al lijkt het of de satan heel veel macht heeft en doet hij de mensen pijn, uiteindelijk zal het nageslacht van de vrouw (= Jezus) de duivel overwinnen!!

Slide 15 - Diapositive

Lezen en uitleg 4.b Genade
  • Je krijgt niet wat je wel verdient:


  • Je krijgt wel wat je niet verdient:


Vul in tweetallen het antwoord met potlood in.

Slide 16 - Diapositive

zelfstandig werken:

Na deze les geef je uitleg van de begrippen: moederbelofte, genade, natuurverbond.
Ken je de verhalen van Kain, Abel, Henoch, Noach en Babel in grote lijnen.



Werkwijze:

Lees de paragraaf 4C en maak de opdrachten 4.2 t/m 4.5
Gebruik je Bijbel of zoek evt op internet


timer
20:00

Slide 17 - Diapositive

4.c Gods verbond met de natuur
opdracht 4.2
a.De twee beloften van het Natuurverbond zijn:
1. God belooft dat Hij de aarde nooit meer zal vervloeken vanwege een mens.
2. God zal alles wat leeft niet weer op deze manier doden –
b. de opdracht voor mensen is:
Dat de mensen zich moeten vermenigvuldigen en zich moeten verspreiden over de aarde. 
opdracht 4.3
a. Bijvoorbeeld Abel dient God, Kain kiest ervoor omdat niet te doen.
b. Eigen voorbeelden
opdracht 4.4 en 4.5 Luister goed naar elkaar!
De antwoorden komen niet op het bord

Slide 18 - Diapositive

13

Slide 19 - Vidéo

00:55
Hoe heet de man met wie God verder gaat?

Slide 20 - Question ouverte

01:22
Wat belooft God Abraham?
A
Een eigen land, groot volk, veel geld en zegen
B
Een eigen land, volk, grote naam en zegen
C
Een land, een volk, een naam en eigen keuzes
D
Een land, een volk, veel vrouwen en zegen

Slide 21 - Quiz

02:21
Wat wil God in het volk Israël laten zien aan de rest van de wereld?
A
Wat zonden met je doen
B
Wie Hij is
C
Hoe hij gaat redden
D
Dat je ook heilig kunt leven

Slide 22 - Quiz

03:05
Wat doen de gekozen mensen, Abraham, Isaac en Jacob steeds?

Slide 23 - Question ouverte

03:45
Wat doet God als Abraham faalt?

Slide 24 - Question ouverte

04:32
Welk teken komt er bij het verbond van Abraham en God?

Slide 25 - Question ouverte

05:08
Welke zonden doet Jacob?

Slide 26 - Question ouverte

05:31
Wat betekent Israël?

A
Vrede van God
B
Liefde van God
C
Zegen van God
D
Worstelt met God

Slide 27 - Quiz

06:38
Wat doet God met al het kwaad van de aartsvaders en stamvaders?

Slide 28 - Question ouverte

08:14
Als jij gelooft, wat doet God dan met jouw verkeerde dingen?

Slide 29 - Question ouverte

04:32
Hoeveel nakomelingen krijgt Abraham?

Slide 30 - Question ouverte

03:05
Welke 3 delen zijn er in het 2e deel van Genesis?
A
Abraham, Isaac en Jacob, Jacobs' zonen
B
Abraham, Isaac en Jacob
C
Abraham, het volk Israël, de wereld

Slide 31 - Quiz

00:55
Wat gaat God doen nu de mensen steeds het kwaad opzoeken?
A
Hij gaat ze over de wereld verspreiden om ze alleen te laten.
B
Hij gaat ze opnieuw vernietigen.
C
Hij gaat 1 man kiezen om maar met 1 volk verder te gaan voor altijd.
D
Hij kiest tijdelijk voor 1 man, om in hem de hele wereld te redden.

Slide 32 - Quiz

 4.D BEGIN VAN HET VERBOND met ABRAHAM

Slide 33 - Diapositive

Bekijk straks de film en beantwoord de volgende vragen.

  1. Wat gebeurt er in Abrahams droom? Noem minstens 6 punten
  2. Waarom gaat God alleen door de helften?
  3. Wat is de betekenis van deze actie?
  4. Wat zegt dit over ons?
  5. Wat is genade? 
  6. Wat is een verbond?
  7. Wat is een genadeverbond?


Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Vidéo

vertel het verhaal kort na

Slide 36 - Diapositive

Opdrachten
Maak 4.6 en 4.9
Klaar? Kijk Alvast naar 4.10



4.10 en 4.8 doen we samen

Slide 37 - Diapositive

opdracht 4.6

- Ik zal je tot een groot volk maken
- Ik zal je aanzien geven ( = naam bekend maken)
- Ik zal je zegenen 

opdracht 4.9 c en d
c) Wij hoeven niet dood, als we ons er niet aan houden, maar krijgen genade door Jezus
d) Besnijdenis:
1. zonde wordt weggesneden
2. Aan je lichaam zien dat je bij God hoort, 
2. Wij moeten bloeden/sterven als we ons niet aan het verbond houden
3. Het bloed verwijst vooruit naar offerdieren en later Jezus die in onze plaats sterft.
opdracht 4.9 a en b
a) Abram moest van God dieren middendoor snijden en de helften tegenover elkaar leggen. Tijdens een diepe slaap komt opeens de Heer die de inhoud van het verbond noemt. Dan is er een brandende fakkel die tussen de dierhelften doorging. 
b) Het verbond komt alleen van Zijn kant. Hij draagt als Schepper het verbond. Abraham moet zich er wel ook aan houden.
opdracht 4.7
a) Abram wordt Abraham en Sarai wordt Sara.
b) Abraham betekent ‘vader van vele volken’ en Sara betekent ‘vorstin’.
c) God zal Abraham zoveel nakomelingen geven als de sterren aan de hemel.

Slide 38 - Diapositive

Oude Testament
verbond
Nieuwe Testament
Het land Kanaän
Veel kinderen
Zij zijn Gods volk
belofte
redding van de zonde en een nieuwe hemel en aarde
Gehoorzaamheid aan Gods wetten
eis
God liefhebben en je naaste
Besnijdenis
teken
doop
De joden (abraham en zijn kinderen)
met wie?
alle mensen
4.10

Slide 39 - Diapositive

4.E Gods verbond met jou

Slide 40 - Diapositive

Opdrachten

Maken en nakijken 4.11 en 4.12
opdracht 4.11
Eenzijdig in zijn ontstaan: 
Alleen God kon starten (eenzijdig). God belooft en vraagt. 
Tweezijdig in zijn voortbestaan: 
Maar wij moeten ons er wel aan houden. God en mens (tweezijdig) is aan de afspraak gebonden. En laten het verbond voortbestaan.
.

Slide 41 - Diapositive

Nakijken 4.12

Wat belooft God de Vader in de doop?

1. Hij neemt ons tot Zijn kinderen aan
2. Hij zal het kwade van ons weghouden of doet het meewerken ten goede.

Wat belooft God de Zoon in de doop?
1. Hij wast ons schoon met zijn bloed,
2 daardoor zijn wij schoon van zonde en schuld (rechtvaardig/heilig).


Wat belooft God de Heilige Geest in de doop?
1. Hij wil in ons wonen
2. Hij helpt ons als goede mensen te leven.

Slide 42 - Diapositive

Evaluatie: Wat kun je vertellen over het genadeverbond?
Schrijf met alle begripswoorden een kort verhaal of gedicht.

Slide 43 - Diapositive

Huiswerk
Leer hfst 4

PLENDA!

Slide 44 - Diapositive