Debatteren in de klas

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Debatteren in de klas

1. Lesdoelen                                             1 min.
2. Voorkennis                                            3 min.
3. Instructie                                               10 min.
4. Samenwerken                                    12 min.
5. Zelfwerkzaamheid                            10 min.
6. Lesdoelen                                              3 min.

Lesdoelen

Aan het einde van deze les ...

1. kan ik in eigen woorden uitleggen wat tijdens Freeze & Go van mij wordt verwacht;
2. weet ik hoe de debatvorm Freeze & Go eruitziet en werkt;
3. bereid ik een eerste debat aan de hand van de debatvorm Freeze & Go voor;
4. kan je standpunt te verwoorden met een zogenaamd AUB-tje:​ argument – uitleg – voorbeeld. ​

Freeze

Ga in op de betekenis van het woord freeze, zodat leerlingen begrijpen waarom de debatvorm Freeze & Go heet.

Freeze and go

Wij gaan doen: Freeze en Go

1. Opzet (2 minuten)
   Voorstanders (1 min.): waarom vóór de stelling
   Tegenstanders (1 min.) : waarom tegen de stelling 
   
   
2. Reactie: (4 minuten):
   Voor en tegenstanders met elkaar in discussie (nieuwe argumenten, vragen aan elkaar, mogen argumenten van de ander weerleggen. Wie wat wil zeggen, moet gaan staan. De debatleider kiest wie hij het woord geeft. 
   
   
3. Freeze: (1,5 minuut)
   Debatleider roept "freeze", iedereen stopt met  praten. Debatleider vat kort de discussie samen. Ieder heeft 1,5 minuut de tijd om zich voor te bereiden op het slot.
   
   
4. Conclusie (2 minuten)
   Beide teams krijgen 1 minuut de tijd om te vertellen waarom zij gewonnen hebben. De klas beslist wie er gewonnen heeft. 

Freeze & Go

Er kunnen twee teams van vijf personen aan meedoen. Deze debatvorm kent vier fasen.

In de opzetfase spreekt één persoon namens elk team. De voorstanders beginnen. In maximaal 1 minuut mogen zij uitleggen waarom ze voor de stelling zijn en wat hun argumenten zijn. Vervolgens hebben de tegenstanders ook één minuut om de stelling aan te vallen.

Vervolgens vind de reactiefase plaats. Dit duurt vier minuten. Tijdens deze fase gaan de teams met elkaar in discussie volgens de regels van het Lagerhuisdebat. Wie wat wil zeggen, moet gaan staan. De debatleider kiest wie hij het woord geeft. Debaters hebben de kans om nieuwe argumenten in te brengen, vragen aan elkaar te stellen en argumenten te weerleggen.

Hierna komt de freeze-fase. Na de reacties roept de debatleider freeze! Iedereen moet dan stoppen met praten. De debatleider geeft dan in slechts een halve minuut een samenvatting van het debat. De debaters krijgen daarna de kans om zich voor te bereiden op de conclusiefase. Hier hebben ze anderhalve minuut de tijd voor.

De conclusiefase is de slotfase van het debat. Beide teams mogen weer volgens de regels van het Lagerhuis vertellen waarom zij het debat hebben gewonnen.

Waar word je op beoordeeld?

• Presentatie
• Argumentatie
• Spreektijd
• Teamwork

04:13

Welke opzetbeurt was beter? Leg uit waarom.

11:08

Welk team had de beste open fase? Leg uit waarom.

13:38

Welke spreker had de beste slotspeech? Leg uit waarom.

Zelf debat voorbereiden

Plastic verpakking moet verboden worden. 

1. Een openingsspeech van twee minuten.

2. Drie argumenten uitgelegd met een voorbeeld.

3. Bedenk een goede slotspeech.

Voorbereidingstijd: +/- 12 minuten

Voorbereiden op het toetsdebat in het werkboekje adhv AUB-formulieren.

STELLINGEN VOLGEN

AUB-tje

1. Bepaal je standpunt
2. Argument geven​
   Eerst zeg je wat het argument is.​
3. Uitleggen​
   Dan leg je het argument uit
4. Bijvoorbeeld ​
   Vervolgens geef je een voorbeeld ... ​

​

Je kunt dit onthouden met het ezelsbruggetje AUB

Voorbeeld: 

Stelling: Herkansingen mogen niet in de toetsweek gepland worden. 

1. Standpunt: ​Ik ben het eens met deze stelling:​  school moet geen herkansingen in de toetsweek plannen. 
   
   
2. Argument:  Met herkansingen in de toetsweek te plannen heb je geen eerlijke tweede kans. 
   
   
3. Uitleg:  In de toetsweek moet je ook leren voor de gewone toetsen. Dan heb je te weinig tijd om te leren voor herkansingen en daardoor heb je niet echt een tweede kans om een voldoende te halen. 
   
   
4. Bijvoorbeeld: ​ Ik heb een onvoldoende voor Nederlands en wiskunde gehaald, omdat ik het moeilijke vakken vind. Nu moet ik in de toetsweek de nieuwe toetsstof leren voor de gewone toetsen en daar bovenop de stof voor de herkansingen ophalen. Daar heb ik onvoldoende tijd voor en ik haal opnieuw de toetsen niet. Nu heb ik geen kans meer.    
   
   

Voorbeelden van stellingen: 

1. Klassen moeten uit maximaal 15 leerlingen bestaan.​
   
2. Leerlingen op de middelbare school moeten pas na de tweede klas een definitief schooladvies krijgen. ​
   
3. Nederland moet uit de Europese Unie stappen. ​
   
4. De leeftijd waarop je kan stemmen moet bij alle verkiezingen omlaag van 18 naar 16 jaar. ​
   
5. Er moet een extra belasting komen op het kopen van vlees.​
6. Nederland moet een extra vliegtax invoeren op landen die gemakkelijk met auto/bus/trein te bereiken zijn. 
7. Mensen die veel geld verdienen moeten meer belasting betalen dan ze nu doen. ​
8. Zowel de teelt als de verkoop van softdrugs door coffeeshops moet legaal worden.

Ik weet hoe de debatvorm Freeze & Go werkt.

😒🙁😐🙂😃

Ik heb weet hoe ik het debat het beste kan voorbereiden.

😒🙁😐🙂😃

Ik haal voor het debat in de toetsweek een voldoende.

😒🙁😐🙂😃