Par. 2.4 Het einde van de oorlog

Welkom
-laptop (itslearning>vaklokaal GS/ methode/ aantekeningen)
of
boek H2.4/ schrift
1 / 53
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 53 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom
-laptop (itslearning>vaklokaal GS/ methode/ aantekeningen)
of
boek H2.4/ schrift

Slide 1 - Diapositive

H1 De Eerste Wereldoorlog 1914-1918
Par. 2.4 Het einde van de oorlog

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Welke twee veranderingen vonden plaats in 1917?
  • Russische Revolutie/ wapenstilstand met Dld
  • Verenigde Staten sluiten zich aan bij de geallieerden

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Rusland
Rond 1914 was Rusland de grootste staat op aarde, met een tsaar aan het hoofd.​

Slide 6 - Diapositive

Rusland
  • Tsaar Nicolaas II​
  • Alleenheerser 

Slide 7 - Diapositive

Problemen in Rusland
  • Industrialisatie alleen in paar grote steden.​
  • Arbeiders ontevreden over slechte werk- en leefomstandigheden.

Slide 8 - Diapositive

Problemen in Rusland
  • 80% bevolking was nog boer.​
  • Meeste boeren straatarm.​
  • Boeren werden onderdrukt door adel.


Slide 9 - Diapositive

Problemen in Rusland
  • Veelvolkerenstaat: veel volkeren voelden zich niet verbonden met de Russen waardoor  veel verzet.​
  • Tsaar was een alleenheerser.​
  • Kritiek werd onderdrukt door de politie en geheime dienst. 



Slide 10 - Diapositive

Rusland tijdens W.O.I
Slecht leger:​
  • Te weinig wapens (1/3 had geen wapen), nauwelijks training.​
  • Veel nederlagen en dode soldaten.​
  • Veel deserteurs: op 1 januari 1917 opgelopen tot 1,2 miljoen.



Slide 11 - Diapositive

Rusland tijdens W.O.I
  • Door de oorlog, zaten veel boeren in het leger.​
  • Oogsten mislukten: grote voedseltekorten.​
  • Hongersnood…


Slide 12 - Diapositive

Russische Revolutie
  • Februari 1917: opstand in Sint-Petersburg van de bevolking.​
  • Het leger weigerde in te grijpen:​geen vertrouwen meer in de tsaar.​
  • De Tsaar had geen macht meer, en trad af. ​
  • Dit was de eerste fase van de Russische Revolutie.. ​



Slide 13 - Diapositive

  • Onder druk van Engeland en Frankrijk vocht de nieuwe regering door tegen Duitsland.​
  • Fout waarop de communisten (bolsjewieken) hadden gewacht.​
  • Lenin was de leider van de communisten.​
  • Hij wilde een staatsgreep en beloofde: ​

  1. dat hij het land van de rijke grootgrondbezitters zou afpakken en aan de arme boeren geven. ​
  2. dat hij de oorlog tegen Duitsland zou stoppen.​




Slide 14 - Diapositive

Het volk steunde Lenin

Slide 15 - Diapositive

  • 24 oktober 1917: Oktoberrevolutie (tweede fase):​
  • in één nacht bezetten de communisten in Sint-Petersburg en Moskou alle belangrijke gebouwen.​
  • De communisten waren nu aan de macht.​
  • De oorlog met Duitsland werd stop gezet.​



Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Tijdens welke gebeurtenis treedt Tsaar Nicolaas af?
A
Februarirevolutie
B
Oktoberrevolutie

Slide 18 - Quiz

Tijdens welke revolutie pleegde Lenin een staatsgreep?
A
Februarirevolutie
B
Oktoberrevolutie

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

Einde WOI
11 november 1918
wapenstilstand
28 juni 1919
Verdrag van Versailles (straf en volkenbond

Slide 21 - Diapositive

Einde Eerste Wereldoorlog
  • 11 november 1918 wapenstilstand.​
  • Du. was de grote verliezer en Fr, Eng en VS waren de winnaars.​
  • Het bestaan van Oostenrijk-Hongarije eindigde:​ Oostenrijk, Hongarije, Tsjecho-Slowakije en Joegoslavië.​
  • Duitsers waren ontevreden en teleurgesteld.​
  • Daarnaast gedwongen een vredeverdrag te ondertekenen..




Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Einde Eerste Wereldoorlog
  • 1919 leiders van GB, Fa, It, VS kwamen bij elkaar in Versailles:​
  • Du had de oorlog verloren en moest worden gestraft.​
  • Verdrag van Versailles werd opgelegd aan de Duitsers, ze mochten er zelf niet over meepraten (Diktat).


Slide 24 - Diapositive

Verdrag van Versailles
  • Duitsland moest herstelbetalingen doen (132 miljard): 
  • Duitsland uitschakelen als economische grootmacht. 
  • Bedrag in goud want waardevast.​





Slide 25 - Diapositive

Verdrag van Versailles
  • Duitsland moest gebieden afstaan: 
  • Frankrijk kreeg Elzas-Lotharingen weer terug. 
  • In het oosten gebied afstaan aan de nieuwe staat Polen.​

Slide 26 - Diapositive

Verdrag van Versailles
  • Duitsland moest kolonies afstaan: hierdoor was Duitsland geen wereldmacht meer.​
  • Leger mocht maar max. 100.000 soldaten zijn en geen vloot.

Slide 27 - Diapositive

Verdrag van Versailles
  • Geen Duitse soldaten in het Rijnland (gebied dat grensde aan Frankrijk en België) = demilitarisatie.

Slide 28 - Diapositive

Volkenbond
President van de VS, W. Wilson wilde oorlog in de toekomst voorkomen. 

Slide 29 - Diapositive

Volkenbond
  • Ieder volk heeft het recht op een eigen land en een eigen regering. 
  • De kans op oorlog zou kleiner worden.​
  • Er moest een organisatie komen waar volkeren met elkaar kunnen overleggen, i.p.v. oorlog voeren.​
  • De Volkenbond werd opgericht.


Slide 30 - Diapositive

De Volkenbond mislukte
  1. De VS zelf deed niet mee. ​
  2. Duitsland mocht geen lid worden: verliezer​
  3. Rusland mocht geen lid worden: Rusland was een verrader. ​
  4. De Volkenbond had geen leger dat kon optreden als spanningen tussen landen opliepen.​

De Tweede Wereldoorlog werd niet voorkomen.



Slide 31 - Diapositive

Verdrag in Versailles
A
1919
B
1914
C
1918
D
1929

Slide 32 - Quiz

In het Verdrag van Versailles werd afgesproken dat
A
Het Duitse leger niet meer dan 50.000 soldaten mocht hebben
B
Duitsland de helft van z'n grondgebied moest afstaan
C
Het Ruhrgebied/ Rijnland moest vrij van Duitse soldaten zijn
D
Duitsland geen herstelbetalingen hoefde te betalen

Slide 33 - Quiz

Met welk doel werd de Volkenbond opgericht?
A
Om het machtsevenwicht (=landen zijn ongeveer even machtig) in Europa te behouden.
B
Om alle volken veiligheid te kunnen garanderen zonder oorlog.
C
Om voortaan beter voorbereid te zijn op oorlogen.
D
Om oorlog te voorkomen en conflicten op een vredige manier op te lossen.

Slide 34 - Quiz

Wat is niet waar over de Volkenbond
A
de VS waren geen lid
B
Frankrijk was geen lid
C
Duitsland was geen lid
D
Rusland was geen lid

Slide 35 - Quiz

Waarom was de Volkenbond niet zo succesvol?
A
De Amerikanen, Russen en Duitsers deden niet mee.
B
Alle antwoorden zijn fout.
C
De Volkenbond had geen eigen leger.
D
Alle antwoorden zijn goed.

Slide 36 - Quiz

Zet in chronologische volgorde
De Europese landen mobiliseren hun legers
Ontstaan loopgravenoorlog
Belgische vluchtelingen naar Nederland
Russische revolutie
Duitsland geeft zich over

Slide 37 - Question de remorquage

Noem 3 zaken die je deze les hebt geleerd.

Slide 38 - Question ouverte

Noem 1 punt waarover je nog een vraag hebt

Slide 39 - Question ouverte

Hoe beoordeel je de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Sondage

Welke problemen waren er in Rusland rond 1900? Noem er 2.

Slide 41 - Question ouverte

Waarom ging het niet goed met het Russische leger tijdens W.O.I? Geef 2 redenen.

Slide 42 - Question ouverte

De Februarirevolutie was een communistische revolutie.
A
waar
B
niet waar

Slide 43 - Quiz

Wat was geen oorzaak van de Februarirevolutie?
A
Armoede en honger
B
Onvrede over de tsaar
C
De verliezen in WOI
D
Het communisme

Slide 44 - Quiz

Hoe noemen we de eerste revolutie in het jaar 1917
A
Januarirevolutie
B
Februarirevolutie
C
Novemberrevolutie
D
Oktoberrevolutie

Slide 45 - Quiz

Wie krijgt de macht in Rusland na de Februarirevolutie van 1917?
A
Een voorlopige regering
B
De zoon van de tsaar
C
Lenin
D
De communistische partij

Slide 46 - Quiz

Sleep de onderdelen naar het juiste onderdeel van de Russische revolutie
Lenin neemt de macht
De tsaar wordt afgezet
Communisme wordt ingevoerd
Eigendom wordt afgenomen
het leger hielp de demonstranten
Februari revolutie
Oktoberrevolutie

Slide 47 - Question de remorquage

Bestudeer de bron. De tekenaar:
1 denkt dat de Volkenbond zal mislukken zonder de VS.
2 heeft kritiek op het feit dat de VS niet meedoen met de Volkenbond.
3 vindt dat Duitsland ook lid zou moeten zijn van de Volkenbond.
4 wil duidelijk maken dat hij een voorstander is van de Volkenbond.

Welke cijfers zijn juist?

A
1 en 2
B
1, 2 en 3
C
2, 3 en 4
D
1 en 4

Slide 48 - Quiz

Wat was de 'vergissing van Troelstra'?
A
Hij dacht dat hij minister-president ging worden
B
Hij dacht dat Nederland klaar was voor een revolutie
C
Hij dacht dat er geen kroonopvolger zou komen voor het koningshuis
D
Hij mistte de zijn kans om een revolutie te starten in Nederland

Slide 49 - Quiz

Examentip
Gebruik geen woorden als IEDEREEN, ALLE, ALLEMAAL, NOOIT, of ALLES.


B.v.: “Iedereen houdt van vakantie”. Deze omschrijving is niet goed! Heel veel mensen houden van vakantie maar er is ook een kleine groep mensen die vakanties haat!





Slide 50 - Diapositive

Examentip
Gebruik geen begrippen als GOED, SLECHT of TOEN. Leg uit wat er GOED is, wat SLECHT is, wanneer TOEN was.
Dit is een fout antwoord: “Ze vonden dat het allemaal goed was”! 
Wie zijn “ze”, wat is “dat”, wat is “het” wat is dat goede, en het woord “allemaal” zal waarschijnlijk ook niet kloppen.




Slide 51 - Diapositive

De Duitsers noemden het Verdrag van Versailles een diktat. Waarom? Gebruik in je antwoord het begrip schuld, verlies, verdrag van Versailles, Eerste Wereldoorlog.

Slide 52 - Question ouverte

Slide 53 - Vidéo