VP theorie blok 1,4, week 9

Lesopbouw
  • behandelen theorie
  • uitleg thuisopdracht 
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
verpleegkunde theorieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Lesopbouw
  • behandelen theorie
  • uitleg thuisopdracht 

Slide 1 - Diapositive

Indien je de toets wil nabespreken kun je daarvoor een afspraak plannen via de chat in teams

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Geschiedenis geneeskunde
De Griekse mythologische god Asklepios heeft zijn naam gegeven aan het symbool van de geneeskunde: esculaap. Staf waar een slang omheen kronkelt

Hippocrates (460-377 v. Chr.) benadrukte het belang van hygiëne, zowel voor arts als patiënt, gezonde eet- en drinkgewoonten, frisse lucht en een natuurlijk verloop van processen in het lichaam. Deze ideeën zijn nog steeds relevant. Eed van Hipocrates


In Perzië en India werden artsen opgeleid. Zij hielden zich bezig met anatomie, oogheelkunde, farmacologie en fysiologie. Bekende namen zijn Rhazes (1000) en Avicenna (1025). Rhazes gebruikte als eerste chirurg de verdovingsvloeistof ethanol. Avicenna schreef verschillende geneeskundige boekwerken

Slide 4 - Diapositive

Geschiedenis ziekenzorg
  • ziekenzorg sterk verbonden met de kerk en liefdadigheid
  • veel gruweldaden, dus naast zorg ook juist geen zorg
  • 17e eeuw, Vincent de Paul, opleiding voor zusters van liefde 
  • Florence Nightingale (1820-1910),motto: ‘Verplegen is de patiënt helpen om te leven. Verplegen vereist een georganiseerde praktische en wetenschappelijke opleiding, want de verpleegster is de geschoolde dienares van de geneeskunde, chirurgie en hygiëne' Dus geen liefdadigheid meer. Geboortedag 12 mei: dag van de verpleging
  • 20 e eeuw: geld voor professionele zorg. Te veel zorg waardoor grote groepen buitengesloten van de echte wereld en eigenlijk stil gelegd werden

Slide 5 - Diapositive

Anno 2025 en nu
  • transmurale zorg: samenwerking over de muren van de instelling heen
  • goedkoper dan gespecialiseerde intramurale zorg: stimulatie vanuit de overheid
  • voorbeelden:
  1. Op de kinderafdeling is het normaal geworden dat je als ouder bij je zieke kind kunt overnachten.
  2. In het verpleeghuis is een logeerkamer voor de familie vanzelfsprekend.
  3. De toe te dienen medicatie wordt gefotografeerd en via de smartphone gecontroleerd door een collega.
  4. De buurvrouw kookt de warme maaltijd, in plaats van dat deze gebracht wordt door de maaltijdvoorziening.
  5. Een afdeling van een verpleeghuis wordt gesloten, op het terrein wordt een kleinschalige woonvoorziening gebouwd.
  6. Het winkeltje in de zorginstelling voor verstandelijk gehandicapten verdwijnt, de bewoners worden gestimuleerd om naar de buurtsuper te gaan.
  7. De oudere die veraf woont heeft via een ‘tablet’ contact met de verpleegkundige van de thuiszorg.

Slide 6 - Diapositive

Organisatie van de gezondheidszorg

Slide 7 - Diapositive

Intramurale zorg: tweedelijns zorg
  • ziekenhuis
  1. algemeen: breed georienteerd
  2. academisch: opleiding artsen en onderzoek
  3. categoriaal: kinder, brandwonden, etc
  • psychiatrisch ziekenhuis
  1. therapeutisch- agogisch: gedrag van zorgvragers beïnvloeden. Bijv  psycho educatie, PMT, EMDR
  • zorgcentrum/ verpleeghuis: langdurige zorgvraag. Bijv. psychogeriatrie, somatiek, kortdurende opname, spoedopname, somatische reactivering en revalidatie, psychogeriatrische reactivering
  • instelling voor zorgvragers verstandelijke beperking: bijv kleinschalige woonvoorziening

Slide 8 - Diapositive

Extramurale zorg: eerste lijns zorg
  • huisarts
  • gezondheidscentrum
  • thuiszorg
  • verloskundige
  • ambulante geestelijke gezondheidszorg
  • basisgezondheidszorg
  • algemene preventie
  • preventieve jeugdgezondheidszorg (CJG)

Slide 9 - Diapositive

Transmurale zorg: 1e en 2e lijns zorg worden ingezet in de thuis situatie. Kan ligduur in het ziekenhuis verkorten of zelfs voorkomen
Semimurale zorg: dagbehandeling
  • (psychiatrisch) ziekenuis
  • verpleeghuis/ zorgcentrum
  • instelling voor mensen met verstandelijke beperking

Slide 10 - Diapositive

Echelons in de zorg
  • nuldelijnszorg of basis echelon: vrijwilligers of mantelzorgers
  •  eerstelijnszorg of eerste echelon: een eerstelijns zorgprofessional waar je zonder verwijzing terecht kunt. 
  • tweedelijnszorg of tweede echelon: alleen toegankelijk na verwijzing door de huisarts
  • derdelijnszorg of derde echelon: alleen toegankelijk na verwijzing vanuit tweede echelon

Slide 11 - Diapositive

Ketenzorg
Ketenzorg geeft aan dat er integraal wordt samengewerkt tussen verschillende aanbieders van zorg, welzijn en wonen, binnen verschillende echelons. Het gaat verder dan samenwerken, zoals bij transmurale zorg. De behoefte van de zorgvrager staan centraal. Daaromheen wordt de zorg georganiseerd, niet in een gebouw of door een zorginstelling, maar in samenwerking met verschillende organisaties én op de plaats waar de zorgvrager zich bevindt.

Slide 12 - Diapositive

Doelen van de zorg
  • cure
  • care
  • preventie:
  1. gezondheidsbescherming: gezond en veilig leefklimaat
  2. gezondheidsbevordering: beïnvloeden van de fysieke en maatschappelijke omgeving
ziektepreventie: maatregelen specifiek gericht op voorkomen van gezondheidsproblemen:
  • primair (voorkomen), secundair(vroegtijdig opsporen) & tertiair (verergering voorkomen)
  • universele preventie (algemeen), selectieve preventie (risicogroep), geïndiceerde preventie (personen met risicofactoren), zorg gerelateerde preventie (mensen met ziekte)

Slide 13 - Diapositive

Wat zijn je mogelijkheden als verpleegkundige?
  • niveau 4 &5 
  • post HBO: palliatieve zorg
  • HBO bachelor: SPV
  • HBO master: verpleegkundig specialist

Je kunt je "hogerop" ontwikkelen, maar ook "breder".
Veel leerdoelen worden vaak niet gezien, het aansturen en motiveren/onderwijzen van een team zonder leiding gevende te zijn.

Slide 14 - Diapositive

Mogelijke werkvelden
  • ziekenhuis
  •  revalidatie instelling
  • VVT: verpleeghuis, verzorgingshuis, thuiszorg
  • MGZ: Maatschappelijke gezondheidszorg
  • GHZ: gehandicaptenzorg
  • GGZ: geestelijke gezondheidszorg
  • Verpleegkundig specialist: Advanced Nursing Practice

Slide 15 - Diapositive

Met wie werk je samen?

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Organisatie van verpleegkundige zorg
  • taakgerichte verpleging: taak staat centraal
  • EVV-schap: eerst verantwoordelijke verpleegkundige. je bent verantwoordelijk voor de totale zorg van een zorgvrager
  • teamverpleging: zowel patiënt gerichte als taak gerichte zorg
  • nieuw:
  1. fact: flexibele assertive community treatment, behandeling van FACT is gericht op het verminderen van de symptomen en leren omgaan met de aandoening. Begeleiding kan zich richten op alle levensdomeinen. Evidence based (aantoonbaar werkzaam)
  2. casemanagement: 1 centrale zorgverlener welke de zorg coördineert en zorgt dat alle zorgverleners goed samenwerken
  3. zelfsturende teams: er is geen manager, verschillende rollen in het team, de verpleegkundigen hebben een coachende rol

Combinaties van verschillende verpleegsystemen

Slide 18 - Diapositive

Ontwikkelingen in de sector
  • focus op gezondheid
verandering van behandeling en preventie van ziekte ( medisch-biologische visie)naar behoud en bevordering van gezondheid. (salutogenese)
  • kosten van de zorg: 
om een idee te geven van de kostenstijging in de zorg: besteedden we in 1953 nog 3,3% van het nationaal inkomen aan zorg, in 2013 was dit meer dan 13%. De zorguitgaven bedroegen in 2012 bijna € 5.000 per hoofd van de bevolking per jaar
  • innovaties in de zorg
  1. ECD/EPD
  2. beeldschermcontact
  3. telemonitoring
  4. domotica
  5. e-health
  6. zorgrobots

Slide 19 - Diapositive

Nieuwe zorg en nieuwe zorgberoepen
  • zorgvragers mondiger 
  • Zorgen in de toekomst betekent afstemmen op en samenwerken met de zorgvrager en zijn netwerk. De zorgvrager wordt medespeler in het zorgproces. Zo zal de eigen kracht, de eigen regie en de eigen verantwoordelijkheid van de zorgvrager tot zijn recht komen. De zorgprofessional en de zorgvrager maken daarbij handig gebruik van slimme technologieën en e-health. De nieuwe vaardigheden die dit vraagt van de zorgprofessional zullen de komende jaren tot ontwikkeling moeten komen, zowel in opleidingen als op de werkvloer.
  • Tip: zoek de samenwerking, doe research, vindt niet allemaal opnieuw het wiel uit, verdiep je in de kosten van de zorg

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Lien

Slide 23 - Lien

Individuele opdrachten
Zorgpad;
 open vragen; organisatie van zorg nader bekeken.
 Opdracht met score; organisatie van de gezondheidszorg.
 Opdracht met score; toets organisatie van gezondheidszorg.
 Open vragen: organisatie van de zorg in de praktijk.

Slide 24 - Diapositive

Thuisopdracht
Bedenk in groepjes van 4 op welke gebieden ( b.v. handelingen/ samenstellingen teams/ type zorgvragers) jij denkt dat er in de toekomst wat gaat veranderen. ( vanaf over 5 jaar) 
  • 3 realistische veranderingen
  • minimaal 1 fictieve verandering die jullie zelf leuk/fijn/verstandig zouden vinden
Je onderbouwd het waarom en hoe (wat is ervoor nodig) per verandering.
Zoek deze informatie op internet op, maak gebruik van tijdschriften en/of bel naar instanties voor deze informatie.

Slide 25 - Diapositive

Uitwerking
  • Je werkt dit  in groepjes uit in een powerpoint
  • de groepjes krijg je toegewezen in de les
  • je kunt als groepje voor een goede uitwerking punten verdienen die bij je toets cijfer worden opgeteld
  • beoordeling op basis van 
  1. onderbouwing van het waarom en hoe van de door jullie uitgewerkte realistische veranderingen
  2. de creativiteit van de fictieve verandering
  3. de uitwerking in powerpoint
  4. toegevoegde/gebruikte bronnenlijst

Slide 26 - Diapositive

Presenteren 
Tijdens de les van 9 juli, per groepje maximaal 5 min

Slide 27 - Diapositive

Groepjes
A klas
  • Duniya, Sterre , Anne D, Jurgen
  • Denise, Sophie, Esmee T, Nicky
  • Esmee v E, Anne M, Anouck, Mihriban
  • Katie, Manou, Britt, Kyra
  • Nynke, Juliette, Anne P
B klas
  • Chantal, Sherena, Olaf
  • Danique, Romy, Lynn, Noa
  • Fleur, Victor, Zita, Nikita
  • Kirsten, Mette, Senna
  • Layla, Maud, Laura

Slide 28 - Diapositive