Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
¡Repasamos!
Slide 1 - Diapositive
Responde en español: ¿Cómo es tu carácter?
Slide 2 - Question ouverte
Responde en español: ¿A qué hora te has levantado esta mañana?
Slide 3 - Question ouverte
Responde en español: ¿Qué has hecho hoy?
Slide 4 - Question ouverte
Vertaal de woorden naar het SP
Slide 5 - Diapositive
gul
Slide 6 - Question ouverte
de meertalige persoon
Slide 7 - Question ouverte
aanraden
Slide 8 - Question ouverte
discussiëren over
Slide 9 - Question ouverte
Vertaal de zinnen naar het SP
Slide 10 - Diapositive
Gaan we naar de bioscoop vanmiddag?
Slide 11 - Question ouverte
En wat als we het feest bij mij thuis houden?
Slide 12 - Question ouverte
Heb jij de foto’s naar je vriend gestuurd?
Slide 13 - Question ouverte
Pretérito Perfecto. Gramática U6 C2
Slide 14 - Diapositive
Pretérito perfecto: ellos-ver
Slide 15 - Question ouverte
Pretérito perfecto: Vosotros-hacer
Slide 16 - Question ouverte
PRETÉRITO PERFECTO: LEVANTARSE (NOSOTROS)
Slide 17 - Question ouverte
Pretérito perfecto: tú - ver
Slide 18 - Question ouverte
Pretérito perfecto: Esta mañana ..... ...............un vaso de leche con galletas. (desayunar-mi hermano pequeño)
Slide 19 - Question ouverte
Pretérito perfecto ¿......... ............ de tus padres antes de irte de vacaciones? (tú- despedirse)
Slide 20 - Question ouverte
Gramática U7 C2: LV+MV
Slide 21 - Diapositive
Vervang het complemento indirecto (MV) en complemento directo (LV) voor het voornaamwoord: "Anneloes ha dado el regalo a Rosalie."
Slide 22 - Question ouverte
Vervang het complemento indirecto (MV)en het complemento directo (LV) voor het voornaamwoord: "Binque no ha entregado su trabajo de español( al señor Collantes)."
Slide 23 - Question ouverte
Vervang het complemento indirecto (MV) en het complemento directo (LV)voor het voornaamwoord: "Fedde nunca (nooit) decía la verdad a Bibi."
Slide 24 - Question ouverte
Vervang het complemento indirecto (MV) en het complemento directo (LV)voor het voornaamwoord: "Carmen trae una tarta de chocolate para Jente."
Slide 25 - Question ouverte
Vervang het complemento indirecto (MV) en het complemento directo (LV)voor het voornaamwoord: "Ilja está comprando un regalo para Sophie.
Slide 26 - Question ouverte
Vervang het complemento indirecto (MV) en het complemento directo (LV)voor het voornaamwoord: "El señor Collantes prepara una clase de repaso para nosotros."
Slide 27 - Question ouverte
Ben je klaar voor de s.o van unidad 7+Gramática unidad 6?