Paragraaf 3.3 Bronnen: Bevolkingskenmerken van Gambia

3.3 Bevolkingskenmerken Gambia

1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

3.3 Bevolkingskenmerken Gambia

Slide 1 - Diapositive

Wat heeft dit te maken met Gambia?
Voetbal kent ook een spreiding net als een land, iedereen is verspreid over een gebied in dit gevalt een voetbalveld
dit is met structuur gedaan. Een land kent ook een spreiding maar dan van bevolking dit is niet in structuur hoe zou dat komen? 
3.1  Gambia: een andere wereld
Hoofdstuk 3 Gambia: de smiling coast van Afrika
3.2  Arm en rijk in Gambia




3.3 Bronnen: Bevolkingskenmerken van Gambia


Deelvraag: Wat zijn de bevolkingskenmerken van Gambia?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 3.3
Aan het einde van de les:


  • Weet je wat de belangrijkste bevolkingskenmerken zijn van Gambia.



Tijdens de uitleg:
 ben je stil,
steek je je hand op als je mee wilt doen
 maak je aantekeningen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bevolkingsdichtheid
  • Bevolkingsdichtheid: Het gemiddelde aantal inwoners per vierkante kilometer .
  • Gambia heeft een hoge bevolkingsdichtheid: ong. 180 mensen per km2.
  • Totaal aantal inwoners 2 miljoen.
Maak aantekeningen!!

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Is de bevolkingsspreiding gelijk of ongelijk? Waarom?
Waar wonen de meeste mensen? Waarom daar?

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bevolkingsdichtheid
  • De bevolkingsspreiding is ongelijk.
  • Hoge bevolkingsdichtheid : Aan de kust en in Banjul.
  • Reden: Veel werk
Maak aantekeningen!!

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beroepsbevolking
Wat voor werk doen de mensen in Gambia?

  • 75% werkt in de primaire sector: Landbouw
    Vooral zelfverzorgend: ze verbouwen voedsel voor eigen gebruik.
  • 19% werkt in de secundaire sector: Industrie.
  • 6% werkt in de tertiaire sector : Diensten.

  • In arme landen werken de meeste mensen in de landbouw en in rijke landen in de dienstensector.
Maak aantekeningen!!

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke sector is een leraar werkzaam?
A
Primaire sector
B
Secondaire sector
C
Tertiaire sector

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke sector is een boer werkzaam?
A
Primaire sector
B
Secondaire sector
C
Tertiaire sector

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kun je zien dat cirkeldiagram B bij een arm land hoort?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Beroepsbevolking: Welke sector zijn de kleuren?

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef 2 oorzaken waarom Gambia een jonge bevolking heeft

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Jonge bevolking
  • 60% van de bevolking is jonger dan 25 jaar.
  • Oorzaken:
  • 1. Hoge zuigelingensterfte: Baby's die hun eerste levensjaar sterven.
  • 2. Lage levensverwachting: Hoe lang gemiddeld iemand leeft in jaren.
Maak aantekeningen!!

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Bevolkingsdiagram van Gambia.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Export en Import
  • De belangrijkste exportproducten: pinda’s  
  • Het verbouwen van 1 product: monocultuur is riskant.
  •  Gambia importeert veel tabak, koffie, thee en machines. 
  • Importeren van producten is duur.
Maak aantekeningen!!

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent monocultuur
A
Meerdere gewassen verbouwen
B
Gewassen exporteren
C
Het verbouwen van 1 soort gewas
D
Veel gewassen importeren

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderwijs in Gambia
  • Veel kinderen gaan niet naar school ( veel analfabeten);
  • Redenen
  • 1. Te duur.
  • 2. Ze moeten op jonge leeftijd werken.
Maak aantekeningen!!

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Infrastructuur
  • Infrastructuur: Alle voorzieningen die nodig zijn om personen, goederen of informatie te vervoeren. (bv: kabels, bruggen, wegen)
  • In Gambia zijn weinig verharde wegen --> veel zandwegen.
  • Veel problemen voor transport in regentijd, producten komen niet op tijd aan.
Maak aantekeningen!!

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In arme landen zijn er weinig verharde wegen, het veroorzaakt veel overlast.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verstedelijking 
  • In Gambia is er veel verstedelijking - urbanisatie =  Trek van platteland naar steden.

  • Pushfactoren: Redenen om uit een gebied te vertrekken: 
  • Geen werk / mislukte oogsten / lage lonen.
  • Pullfactoren: Reden om naar een gebied toe te gaan:
  • Veel werk, hogere lonen, betere voorzieningen.
Maak aantekeningen!!

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem twee pushfactoren die gelden om van platteland naar steden te trekken

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Pushfactoren zijn redenen om naar een gebied toe te gaan
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen?

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag

Ga naar H3 Gambia  3.3

1 t/m 4

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

HERHALING
Paragraaf 3.3
Bevolkingskenmerken van Gambia

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De meeste mensen wonen:
A
In het oosten
B
Op het platteland
C
Aan de kust + Banjul
D
In het binnenland

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom zijn die gebieden van Gambia dichtbevolkt?

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke sector werken de meeste Gambianen?
A
Primair
B
Secundair
C
Tertiair

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom gaan veel kinderen in Gambia niet naar school? Geef 2 redenen

Slide 30 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom is moncultuur riskant?

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een nadeel voor Gambia als de infrastructuur zoals wegen niet goed is ontwikkeld

Slide 32 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een ander woord voor verstedelijking
A
Suburbanisatie
B
Urbanisatie
C
Re - Urbanisatie
D
Migratie

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem twee pullfactoren die gelden om van platteland naar steden te trekken

Slide 34 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is De Harmattan?
A
Tropische storm
B
Soort orkanen
C
Stoffige droge zandstorm uit de Sahara
D
Wind met veel regen

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke 3 landschappen komen voor in Gambia?

Slide 36 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zie je op de foto?

Slide 37 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een cultuurkenmerk die je kunt zien aan iemand

Slide 38 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem twee cultuurkenmerken die je niet gelijk kunt zien aan iemand

Slide 39 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De officiële taal van Gambia is:
A
Frans
B
Gambiaans
C
Engels
D
Spaans

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Grootste godsdienst van Gambia is:
A
Christendom
B
Jodendom
C
Islam
D
Boeddhisme

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een staat? Noteer 2 kenmerken

Slide 42 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Op welke twee manieren kun je rijkdom of armoede herkennen?
2. Welke is het meest betrouwbaar, leg uit waarom?

Slide 43 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke 4 basisbehoeften zijn er?

Slide 44 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions