Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Herhaling 7.3 en 7.4
Centrale overheid
Het Rijk
Rijksoverheid
Gemeente
Sociale premies voor de uitkeringen
Inkomstenbelasting
BTW en accijns
Vennootschapsbelasting
Onroerendezaakbelasting
Geld van het Rijk
Leges
1 / 11
suivant
Slide 1:
Question de remorquage
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Cette leçon contient
11 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositive de texte
.
La durée de la leçon est:
15 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Centrale overheid
Het Rijk
Rijksoverheid
Gemeente
Sociale premies voor de uitkeringen
Inkomstenbelasting
BTW en accijns
Vennootschapsbelasting
Onroerendezaakbelasting
Geld van het Rijk
Leges
Slide 1 - Question de remorquage
Directe belastingen
Indirecte belastingen
Niet-belastingontvangsten
Belastingen die direct naar de overheid gaan, zoals inkomstenbelasting.
Belastingen die verwerkt zitten in de prijs van een product. De winkelier betaalt de belasting aan de overheid.
Winst van bedrijven zoals NS en boetes.
Slide 2 - Question de remorquage
Hoe noem je de toelichting op de Rijksbegroting waarin de regering uitlegt welke keuzes zij gemaakt heeft?
A
Begrotingstekort
B
Miljoenennota
C
Staatsschuld
D
Troonrede
Slide 3 - Quiz
Er is een ... als de overheidsuitgaven lager zijn dan de inkomsten.
A
begrotingstekort
B
begrotingsoverschot
Slide 4 - Quiz
Een begrotingstekort zal ... als de kosten voor de aanleg van een snelweg tegenvallen.
A
afnemen
B
toenemen
Slide 5 - Quiz
Doordat de staat door de verkoop van gas minder geld ontvangt dan verwacht, stijgt het .. .
A
begrotingsoverschot
B
begrotingstekort
Slide 6 - Quiz
De overheid geeft in een bepaald jaar € 302,1 miljard uit. Nederland heeft 17,4 miljoen inwoners. Hoeveel geeft de overheid gemideld aan een inwoner.
A
€ 17.362
B
€ 16.362
C
€ 18.362
D
€ 19.362
Slide 7 - Quiz
De overheid heeft in een jaar € 302,1 miljard aan uitgaven. De inkomsten zijn € 305,5 miljard. Bereken het saldo van de overheid.
A
overschot 3,1 miljard
B
overschot 3,4 miljard
C
tekort 4,3 miljard
D
tekort 3,1 miljard
Slide 8 - Quiz
De overheid heeft 305,5 miljard euro aan uitgaven. 21% daarvan gaat naar de zorg.
A
64.155 miljard
B
74.155 miljard
C
84.155 miljard
D
94.155 miljard
Slide 9 - Quiz
De overheid geeft 15 miljard uit aan Defensie. Totaal geven zij € 300 miljard uit. Bereken hoeveel procent zij uitgaven aan defensie.
A
4%
B
5%
C
6%
D
7%
Slide 10 - Quiz
Aan de slag!
Je gaat aan de slag met de herhalingsopdrachten van 7.3 en 7.4.
Dit is je huiswerk voor de volgende les.
Slide 11 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Herhaling 7.3 en 7.4 PTA
Février 2024
- Leçon avec
13 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
§7.4 Wat geeft de overheid uit?
Avril 2024
- Leçon avec
13 diapositives
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
M2 herhaling H6
Décembre 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Hoofdstuk 7 - paragraaf 4
Juin 2024
- Leçon avec
47 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
7.4 Hoe komt het Rijk rond
Avril 2021
- Leçon avec
32 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Paragraaf 4
Février 2023
- Leçon avec
16 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
7.4 Wat geeft de overheid uit?
Avril 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
§7.4 Wat geeft de overheid uit?
Avril 2023
- Leçon avec
13 diapositives
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3