Woordenschat 1.1 en 1.2 (10 september)

Welkom bij Nederlands!


10 september 2018
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij Nederlands!


10 september 2018

Slide 1 - Diapositive

Terugblik vorige les
  • Lezen 1.1 Onderwerp en hoofdgedachte
  • Lezen 1.2 Doel en publiek
  • Lezen 1.3 Betrouwbaarheid van een tekst
  • Oefentoets (grapje...)

Slide 2 - Diapositive

Hoe schrijf je het onderwerp van een tekst op?

Slide 3 - Question ouverte

Hoe vind je de hoofdgedachte van een tekst?
A
Globaal lezen
B
Oriënterend lezen
C
Zoekend lezen
D
Grondig lezen

Slide 4 - Quiz

Welk doel hoort bij de volgende tekstvormen.
Informeren
Instrueren
Activeren
Overtuigen

Slide 5 - Question de remorquage

Waar kijk je naar als je wilt weten of een tekst betrouwbaar is?

Slide 6 - Question ouverte

Betekenis uit de
tekst halen

Slide 7 - Carte mentale

Betekenis afleiden uit de tekst
Synoniem

Een ander woord met ongeveer dezelfde betekenis.

VB. Hoofdzakelijk --> vooral

Omschrijving

Een uitleg is de zinnen voor of na het woord.

VB. De meeste luchtvaartmaatschappijen vinden de omvang van handbagage prima. Er zijn echter enkele maatschappijen die de grote van een koffer of tas wel een probleem vinden.

Voorbeeld

Er wordt soms een voorbeeld gegeven.

VB. Stoel = ding met vier poten om op te zitten.

Tegenstelling

Een woord met de tegenovergestelde betekenis.

VB. Troebel --> helder

Afbeelding
Helpt bij het achterhalen van de betekenis.

Slide 8 - Diapositive

Betekenis afleiden uit het woord
  1. Samenstelling
  • Twee woorden die samen een nieuwe betekenis krijgen.
  • Voet + bal = voetbal
  • Gebied + verbod = gebiedsverbod



Slide 9 - Diapositive

Betekenis afleiden uit het woord
  1. Samenstelling
  2. Voor- en achtervoegsels
  • Zijn er voor- of achtervoegsels die je kent?
  • Hergebruiken = her + gebruiken.  --> Her = opnieuw
  • Belangeloos = belang + loos. --> Loos = zonder

Slide 10 - Diapositive

Betekenis afleiden uit het woord
  1. Samenstelling
  2. Voor- en achtervoegsels
  3. Lijkt op een woord dat je kent
  • Het woord zelf is nieuw voor je, maar het lijkt op een woord dat je kent.
  • Problematisch --> probleem

Slide 11 - Diapositive

Terugblik 1.1

Als de mens niet meer aan het verkeer zou deelnemen, zou het veel veiliger zijn. Daarom wil Google ervoor zorgen dat we niet meer zelf hoeven te participeren in het verkeer.


  • Wat betekent het woord participeren? Haal de betekenis uit de tekst.
  • Welke strategie heb je gebruikt?

(Synoniem, omschrijving, voorbeeld, tegenstelling, afbeelding)

Slide 12 - Diapositive

Terugblik 1.2

Wat betekenen de ondersteende woorden? Haal de betekenis uit het woord.

  • heractiveren
  • humoristisch
  • onbewust
  • brandveiligheidsvoorwaarden


  • Welke strategie heb je gebruikt?

(Samenstelling, voor- en achtervoegsels, woord dat er op lijkt)

Slide 13 - Diapositive