Week 16: Mariniers testen vliegpak

Mariniers testen vliegpak
Nieuwsbegrip week 16
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Mariniers testen vliegpak
Nieuwsbegrip week 16

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
- Je weet meer over het vliegpak
- Je kan de woorden schrijven
- Je weet wat de woorden betekenen

Slide 2 - Diapositive

Bekijk het filmpje

Slide 3 - Diapositive

Wat weet jij van mariniers en het vliegpak
?

Slide 4 - Carte mentale

1. het harnas
2. regelen
3. de hendel
4. de stuntman
5. voorheen
6. onderzoeken
7. de reddingswerker
Woorden

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

1. Schrijf de woorden in je map

2. Vertaal ze in je eigen taal
1. het harnas
2. regelen
3. de hendel
4. de stuntman
5. voorheen
6. onderzoeken
7. de reddingswerker

Slide 20 - Diapositive

Kijkvragen
1. Wat is een fly suit? (0.20)
2. Wat wil de dokter doen met het vliegpak? (1.12)
3. Wie heeft het vliegpak bedacht? (2.10)
4. Waarom kan je er niet mee naar school? (3.34)
5. Hoe hard gingen de stuntmannen boven Dubai? (5.16)

Slide 21 - Diapositive

Bekijk het filmpje nog een keer

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Wat is een fly suit? (0.20)
A
een vliegpak waarmee je kan vliegen
B
een vliegpak waarmee je kan zwemmen
C
een vliegpak waarmee je kan lopen

Slide 24 - Quiz

Wat wil de dokter doen met het vliegpak? (1.12)
A
snel bij een brand komen
B
snel bij een slachtoffer komen
C
snel thuis komen

Slide 25 - Quiz

Wie heeft het vliegpak bedacht? (2.10)

A
Rik
B
Erik
C
Richard
D
Randy

Slide 26 - Quiz

Waarom kan je er niet mee naar school? (3.34)
A
hij is duur
B
hij is groot
C
hij is klein

Slide 27 - Quiz

Hoe hard gingen de stuntmannen boven Dubai? (5.16)

A
180 km/ uur
B
190 km/ uur
C
150 km/ uur
D
160 km/ uur

Slide 28 - Quiz

1. Weet je nog wat deze woorden betekenen?

2. Kijk nog even in je map
1. het harnas
2. regelen
3. de hendel
4. de stuntman
5. voorheen
6. onderzoeken
7. de reddingswerker

Slide 29 - Diapositive

Wat betekent: harnas
A
het pak dat weinig weegt
B
het pak dat veel geld kost
C
het pak dat beschermt

Slide 30 - Quiz

Wat betekent: regelen
A
ervoor zorgen dat iedereen tevreden is
B
ervoor zorgen dat je veilig bent
C
ervoor zorgen dat alles goed gaat

Slide 31 - Quiz

Wat betekent: de hendel
A
de binnenkant van een machine
B
het handvat van een machine
C
de motor van een machine

Slide 32 - Quiz

Wat betekent: de stuntman?
A
iemand die een vliegtuig bestuurt
B
iemand die een moeilijke actie doet
C
iemand die vaak onhandig is

Slide 33 - Quiz

wat betekent: voorheen
A
binnenkort
B
op dit moment
C
vroeger

Slide 34 - Quiz

wat betekent: onderzoeken
A
iets zoeken
B
iets vertellen
C
iets goed bekijken om er meer van te leren

Slide 35 - Quiz

wat betekent: de reddingswerker
A
iemand die kan vliegen
B
iemand die mensen helpt
C
iemand die klimt

Slide 36 - Quiz

iemand die mensen helpt
het pak dat beschermt
het handvat van een machine
iemand die een moeilijke actie doet
het harnas
de hendel
de stuntman
de reddingswerker

Slide 37 - Question de remorquage

Ik regel het feest van Nilan. Wat kan je nog meer regelen?
A
het weer
B
het gezicht
C
het schoolreisje

Slide 38 - Quiz

vul in: In deze film waren drie......... die gevaarlijke acties moesten doen.
A
stuntmannen
B
archeologen
C
reddingswerkers

Slide 39 - Quiz

vul in: hij bekijkt de planten goed. hij ....... de planten
A
eet
B
onderzoekt
C
vriest

Slide 40 - Quiz

1. Kijk nog eens naar het filmpje

2. Steek je hand op als je 1 van deze woorden hoort.
1. het harnas
2. regelen
3. de hendel
4. de stuntman
5. voorheen
6. onderzoeken
7. de reddingswerker

Slide 41 - Diapositive

Er komt een eind aan deze les.
Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 42 - Sondage