29 nov A3E - past simple/pr perf/past perf

• Engels
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

WELCOME

grammar tenses

past simple

present perfect

past perfect

                Read in silence for 10 min 

Follow up

What can you remember:

1. vertaal/ omschrijf

2. signaalwoorden

3 A. voorbeeldzin + signaalwoord B. de regel: hoe maak je deze tijden? past simple & present perfect

present perfect

past perfect

Question tags

nieuw: Past perfect

Hoe: had + voltooid deelwoord

Wanneer: iets gebeurde voor iets anders in het verleden (vaak i.c.m. past simple)

He had walked the dog before he went to school

We had lived in the house for five years before we moved

past simple	present perfect	past perfect
ww+ -ed/ onregelmatig	has/have + voltooid deelw.	had + voltooid deelwoord
verleden gebeurd + geëindigd	1. verleden begonnen, duurt nog steeds 2. verleden, wanneer precies onbekend/niet belangrijk 3. kortgeleden	dingen die gebeurd zijn vóór bepaald moment/andere gebeurtenis in verleden
she called me	she has just called me	she had called me twenty times before I picked up

past simple/present perfect/past perfect

1. We ....................... (go) to Spain last summer.

2. Jenna .................... (live) there her whole life.

3. The accident ..................... (happen) when you arrived.

4. The accident .......... just ................. (happen).

Homework for Monday: study Follow up unit 21

End of the lesson