Station lezen, zakelijke teksten KGT1 perron 4

Lezen, zakelijke teksten, perron 4, De Rooi Pannen, VKM1
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Lezen, zakelijke teksten, perron 4, De Rooi Pannen, VKM1

Slide 1 - Diapositive

opdrachten uit het boek
maken: blz. 58
opdr. 1 - 2

Slide 2 - Diapositive

tekstsoorten
1. nieuwsbericht
2. advertentie
3. instructie
4. ingezonden brief
5. schoolboekentekst
6. achtergrondartikel

Slide 3 - Diapositive

Een achtergrondartikel
  • Het doel is informeren
  • Het kan gaan over een recent onderwerp maar ook over iets van lang geleden.
  • Het kan over van alles gaan. 
  • Het lijkt op een nieuwsbericht maar het is langer, er zijn deskundigen/getuigen aan het woord en de schrijver mag een mening geven. Dat mag niet bij een nieuwsbericht.

Slide 4 - Diapositive

opdrachten uit het boek
maken: blz. 59 - 60
opdr. 3 - 4

Slide 5 - Diapositive

Tekstverbanden
De volgende tekstverbanden hebben we in het vorige perron behandeld:
1. voorbeeld
2. tegenstelling
In dit perron leer je twee nieuwe tekstverbanden:
3. conclusie
4. opsomming

Slide 6 - Diapositive

Tekstverband: conclusie
De conclusie is een soort besluit van de schrijver of een uitkomst van een onderzoek. De schrijver wil dat je nog even goed nadenkt over het onderwerp. Een conclusie staat meestal aan het einde van een tekst.

Signaalwoorden: dus, kortom

Slide 7 - Diapositive

opdrachten uit het boek
maken: blz. 61 - 62
opdr. 5 - 6 - 7

Slide 8 - Diapositive

Tekstverband: opsomming
Een opsomming zet dingen die bij elkaar horen op een rij en maakt er een soort lijstje van.

Signaalwoorden: ten eerste, ten tweede, tenslotte, ook, en, verder, bovendien

Slide 9 - Diapositive

opdrachten uit het boek
maken: blz. 63 - 64 - 65
opdr. 8 - 9 - 10 - 11


Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

tekstverbanden
1. voorbeeld (signaalwoorden: zoals, bijvoorbeeld, zo)
2. tegenstelling (signaalwoorden: maar, echter, toch)
3. opsomming (signaalwoorden: ten eerste, ten tweede, tenslotte, ook, en, verder, bovendien)
4. conclusie (signaalwoorden: dus, kortom)

Slide 12 - Diapositive

Wat is geen tekstverband?
A
tegenstelling
B
opsomming
C
voorbeeld
D
doel

Slide 13 - Quiz


 Op welk tekstverband wijzen de   
 signaalwoorden maar, toch en echter?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld
D
conclusie

Slide 14 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord "maar"?
A
Tegenstelling
B
Opsomming
C
Conclusie
D
Voorbeeld

Slide 15 - Quiz

Wat is een signaalwoord bij het tekstverband "opsomming"?
A
en
B
want
C
omdat
D
toch

Slide 16 - Quiz

leesstrategieën
1. verkennend lezen
2. globaal lezen
3. zoekend lezen
4. intensief lezen
5. studerend lezen

Slide 17 - Diapositive

leesstrategie: studerend lezen
Deze leesstrategie gebruik je als je informatie uit een toets moet onthouden.
Studerend lezen doe je meestal voor een toets.

Slide 18 - Diapositive

Hoe doe je dat?
Studerend lezen:
- Lees de tekst door. Eerst verkennend, daarna globaal.
- Bedenk zelf bij elke alinea die je leest een overhoorvraag. 
- Lees nu de tekst intensief en probeer de vragen die je gemaakt hebt te beantwoorden.
- Noteer het onderwerp en de hoofdgedachte en de belangrijkste woorden of zinnen uit de tekst.
- Probeer de tekst uit je hoofd na te vertellen.

Slide 19 - Diapositive

Als ik iets opzoek in het woordenboek, gebruik ik de leesstrategie:
A
Globaal lezen
B
Intensief lezen
C
Studerend lezen
D
Zoekend lezen

Slide 20 - Quiz

Als ik iets opzoek op internet, gebruik ik de leesstrategie:
A
Verkennend lezen
B
Zoekend lezen
C
Globaal lezen
D
Intensief lezen

Slide 21 - Quiz

Wat is het doel van verkennend lezen ?
A
de hoofdzaken van de tekst na het lezen kunnen herhalen.
B
zorgen dat je tijdens het lezen alles gaat begrijpen.
C
een tekst beter begrijpen, dieper in de tekst duiken.
D
Het onderwerp van de tekst voorspellen.

Slide 22 - Quiz

Wat is geen leesstrategie?
A
verkennend lezen
B
globaal lezen
C
oplettend lezen
D
intensief lezen

Slide 23 - Quiz

opdrachten uit het boek
maken: blz. 65 t/m 70
opdr. 12 - 13 -  14 - 15

Slide 24 - Diapositive

laatste opdrachten
Bij de laatste opdrachten uit dit boekje ga je kijken of je alles van dit hele boekje beheerst. Als je tijdens het maken merkt dat sommige dingen niet duidelijk zijn, vraag het dan aan de docent!!

Slide 25 - Diapositive

opdrachten uit het boek
maken: blz. 71 tm 74
opdr. 16 - 17 - 18 - 19 - 20

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Is 'informeren' een tekstdoel of een tekstsoort?
A
Tekstsoort
B
Tekstdoel
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 28 - Quiz


Wat is het tekstdoel?
A
Informeren
B
activeren
C
Amuseren

Slide 29 - Quiz

Wat is het tekstdoel?
A
Informeren
B
activeren
C
Amuseren

Slide 30 - Quiz

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
activeren
C
amuseren

Slide 31 - Quiz

Wat is het tekstdoel?
A
amuseren
B
informeren
C
instructie geven
D
overtuigen

Slide 32 - Quiz

Welke tekstsoort heeft als doel informeren?
A
reclametekst
B
recept
C
krantenbericht
D
strip

Slide 33 - Quiz

voorbeeld
opsomming
tegenstelling
 
   ook

  bijvoorbeeld

    zo

    maar

Slide 34 - Question de remorquage

Want
Maar
En
Ook
Of
Als
Daarna
Doordat
Welke signaalwoorden horen niet bij het tekstverband "opsomming"?
Welke signaalwoorden horen bij het tekstverband "opsomming"?

Slide 35 - Question de remorquage

Welk tekstverband geeft het signaalwoord aan?
Sleep de signaalwoorden naar het goed tekstverband.
opsomming
tegenstelling
conclusie
echter
maar
ook
dus
daarnaast
kortom

Slide 36 - Question de remorquage

Ik ben klaar voor de toets over begrijpend lezen
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Sondage

Zet hem op!

Slide 38 - Diapositive