Opdracht 2: Lijnen en vormen

WAT KAN JE ALLEMAAL MET LIJNEN EN VORMEN TEKENEN?

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

WAT KAN JE ALLEMAAL MET LIJNEN EN VORMEN TEKENEN?

Slide 1 - Diapositive

Een gekke oefening!
timer
2:00000
  • Gebruik een potlood
  • Je krijgt 2 minuut de tijd
  • Maak in elk hokje de tekening af
  • Er is geen goed of fout!
  • Gebruik je creativiteit
  • Iedereen is een beetje een kunstenaar

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

BEELDASPECTEN
LIJN
VORM
KLEUR
RUIMTE
LICHT
COMPOSITIE / ORDENING

Slide 4 - Diapositive

Een lijn = een lijn..........toch?
Dat zou je wel zeggen, maar er is meer! Je kunt van alles zeggen over een lijn. 
Hier wat begrippen die bij LIJN horen en die je moet kennen:

  • lijnsoort
  • lijndikte
  • lijnvoering
  • arcering
  • contourlijn
  • lijnwerking
  • lineair

Slide 5 - Diapositive

LIJNSOORT
Een lijn kan op verschillende manieren getekend zijn:

recht - gebogen
onderbroken - doorlopend
kronkelend - vloeiend
slingerend - golvend
enz. 

Slide 6 - Diapositive

Lijnsoorten

Slide 7 - Diapositive

LIJNDIKTE
Lijndikte kan variëren van heel dun tot heel dik.

De lijndikte kan effect hebben op het gevoel in een tekening. Dikke, doorlopende lijnen maken een krachtige indruk, terwijl dunne, onderbroken lijnen gevoelig lijken.

Slide 8 - Diapositive

LIJNVOERING
Lijnvoering zegt iets over de druk die je gebruikt bij het tekenen van de lijnen:

- voorzichtig, zoekend en onzeker
- duidelijk en stevig
- saai en eentonig
- met allerlei overgangen van dun naar  
  dik en weer terug

Slide 9 - Diapositive

ARCERING
Bij arcering wordt met lijntjes een vlak gevuld. 

  • Je kunt de lijntjes evenwijdig naast elkaar zetten of laten kruisen. 
  • Je kunt ze dicht naast elkaar zetten (wat een donkerder effect heeft) of meer ruimte ertussen laten (wat een lichter effect heeft). 
  • En je kunt variëren in dikke en dunne lijnen en hier heel mooi schaduwen en diepte mee aanbrengen in een tekening.

Slide 10 - Diapositive

CONTOURLIJN
De omtreklijn van een vorm of voorwerp. De contour benadrukt de vorm.

Slide 11 - Diapositive

LIJNRICHTING
De richting waarin lijnen in een kunstwerk lopen hebben invloed op de de uitstraling van het werk. 

Staan alle lijnen verticaal of horizontaal        of lopen ze chaotisch door elkaar heen        ? 

De herhaling van lijnen versterkt een bepaalde richting      

Slide 12 - Diapositive

LIJNWERKING

Het effect van een lijn / de lijnen.


  • Er kan diepte (perspectief) worden gesuggereerd.
  • Er kan beweging worden gesuggereerd.
  • Horizontale en verticale lijnen werken statisch en stabiel.
  • Schuine en diagonale lijnen zorgen voor onrust, dynamiek en beweging.
  • Met zware lijnen kun je iets laten opvallen of accentueren.
  • Er kan een gevoel uit stralen.

Slide 13 - Diapositive

LINEAIR
Als het geheel is opgebouwd uit lijnen.

Dit kan 2D zijn maar ook net zo goed 3D!

Slide 14 - Diapositive

PATRONEN=HERHALING VAN EEN LIJNEN OF VORMEN

Slide 15 - Diapositive

Kunst...
Een kunstwerk hoeft niet mooi of lelijk te zijn. Het kan ook een indruk achterlaten. 

Een indruk die je nog niet kunt verwoorden, maar die je wel bijblijft. 
maakt indruk

Slide 16 - Diapositive

Opdracht 2: Creatieve gezicht

Slide 17 - Diapositive

Opdracht 2A
timer
5:00000
  • Gebruik een zwarte krijt
  • Je krijt mag niet loskomen van het papier
  • Je sluit je ogen
  • Je mag niet kijken naar je blaadje
  • Gebruik 1 lijn
  • Je krijgt 5 minuten de tijd
  • Je oefen eerst op klad papier
  • Dan ga je op het tekenpapier je definitieve tekening maken.
  • Er is geen goed of fout!
  • Lachen mag
  • Iedereen is een beetje een kunstenaar

Slide 18 - Diapositive

vorm

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

contour: omtrek van de vorm 

Slide 24 - Diapositive

Opdracht 2B
  • Gebruik een schort
  • Werkt zuinig en netjes
  • Met ecoline ga je geometrische of organische vormen tekenen 
  • Teken eerst een kader (rand)
  • Gebruik zoveel kleuren mogelijk
  • Er is geen goed of fout!
  • Iedereen is een beetje een kunstenaar

Slide 25 - Diapositive