1.3 Cellen van planten en dieren

• biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Thema 1 Organen en cellen

1.  Organismen
2. De bouw van een organisme
3. Cellen van dieren en planten
4. Chromosomen
5. Gewone celdeling (mitose)
6. Reductiedeling (meiose)

Lesdoelen

1. Je kunt delen benoemen van dierlijke en plantaardige cellen met hun kenmerken en functies.

Dierlijke cel

• Celmembraan: dun vlies 
• Cytoplasma: water met opgeloste stoffen
• Celkern: regelt alles in de cel
• Kernmembraan: dun vlies om celkern

Plantaardige cel

• Vacuolen: water met opgeloste stoffen
• Celwand: stevigheid
• Intercellulaire ruimten: kleine holten tussen celwanden gevuld met lucht/water

Korrels

• Bladgroenkorrels: fotosynthese
• Kleurstofkorrels: geel, oranje, rood
• Zetmeelkorrels: kleurloos 
• Kunnen van ene type in andere type overgaan

Oefenen

Malmberg maken alle opdrachten van 1.3

Een dierlijke cel bestaat uit...

1. Cytoplasma, celmembraan, celwand, celkern, kernmembraan
2. Cytoplasma, celmembraan, plastiden, celkern
3. Cytoplasma, celmembraan, celkern, kernmembraan
4. Cytoplasma, celmembraan, celkern

Korrels kunnen van de ene soort in de andere soort veranderen.

Juist

Onjuist

Volgende les

1.5 chromosomen

1.3 Microscoop